Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftedatum

4/1985

Samenvatting

Een viertal begeeft zich met een kleine zeilboot naar de Schemerzone, waar de beslissende confrontatie zal plaatsvinden tussen Galaxa, de Fee van het Licht, en Demoniah, duivelin in mensengedaante en lievelingsdienares van Bahaal, de Prins der Duisternis. Het zijn naast Galaxa zelf, Johan, de Rode Ridder, Merlijn de tovenaar en Yorimoto, de samoerai.

De Schemerzone, een mystiek gebied in het Verre Oosten, is een plaats waar magie geen uitwerking heeft en waar Galaxa en Demoniah dus met gelijke wapens zullen strijden. Omdat de reis per boot veel te lang zou duren, wil Galaxa de reistijd aanzienlijk verkorten door het schip te verplaatsen door tijd en ruimte. Terwijl Galaxa zich hiervoor op de voorplecht afzondert, bemerkt de Rode Ridder dat ze gevolgd worden door twee zwarte schepen van de ninja’s. Merlijn schakelt deze al gauw uit met zijn toverstaf. Een aantal ninja’s, beruchte Oosterse doders, zwommen echter reeds onder water naar de boot van Johan en zijn gezellen. Eén van hen pleegt een aanslag op Galaxa maar bekoopt dit met zijn leven. Omdat de Fee van het Licht deel uitmaakt van het krachtveld dat het schip zal verplaatsen, is een aanraking dodelijk.

Vlak daarop verheft de boot zich hevig om zijn as slingerend in de lucht en de drie mannen dienen zich tot het uiterste vast te klampen. Als het schip een stabielere koers aanneemt en pijlsnel door de lucht klieft, verwittigt Galaxa haar gezellen dat ze een gebied doorkruisen dat door de bewoners ervan zal verdedigd worden. Een aantal vliegende wezens valt inderdaad de boot aan en brengen Merlijn in levensgevaar. Yorimoto weet hem nipt te redden maar wordt daarbij zelf zwaargewond. Even daarna bereikt de boot zijn doel: de ingang van de Schemerzone.

Een ninja, die ongemerkt de turbulente reis heeft meegemaakt, verlaat direct na de landing de boot en snelt naar de ingang van de Schemerzone. Onderweg wordt hij aangevallen door Thugs, een gevreesde wurgerssekte die de Indische godin Kali aanbidden. Hij weet zich echter zonder veel moeite van zijn aanvallers te ontdoen en wist de sporen uit voor Galaxa en haar bondgenoten. Deze begeven zich op hun beurt naar de Schemerzone. Yorimoto, aan de betere hand na de goede zorgen van Merlijn en de handoplegging van Galaxa, blijft op de boot. Merlijn, die een hinderlaag van Demoniah vreest, probeert Galaxa te overtuigen om de Schemerzone niet te betreden en de strijd aan hem en Johan over te laten. Als Johan toch nog sporen ontdekt van het gevecht tussen de ninja en de Thugs, is de oude tovenaar hier nog meer van overtuigd. Vastbesloten om de gehate duivelin te verslaan, betreedt Galaxa met haar gezellen toch de Schemerzone. Demoniah, die het hele gebeuren in een kristallen bol volgt, wordt inmiddels vervoegd door de ninja.

Via deze bol zijn beiden getuige van de ontmoeting van hun vijanden met een lama. Deze daagt Merlijn uit om mekaars kennis te peilen, waarbij enkel de sterkste het zal overleven. Galaxa wacht niet op de uitslag van het duel en loopt blindelings een opkomende zandstorm in, waardoor de Rode Ridder haar spoor kwijtraakt. In afwachting van hun komst bereidt de ninja een hinderlaag voor.

Inmiddels bemerkt een Thug de boot waarop Yorimoto uitrust van zijn verwondingen. Hij klimt aan boord en wil Yorimoto wurgen, maar de wonden van de samoerai zijn door Galaxa’s handoplegging geheeld en het opzet mislukt. Hierop smeekt de Thug, Ramar Singh genaamd, om hem te sparen. In ruil hiervoor zweert hij Yorimoto trouw te dienen en hem de weg naar Nirwana te tonen, de Verborgen Stad. Dit is de verblijfplaats van de halfgoden op aarde en wie er verblijft beschikt over de Eeuwige Jeugd. Dit is van later zorg voor Yorimoto, die zo vlug mogelijk zijn vrienden hulp wil bieden. Na een aanval van de Thugs afgeslagen te hebben, betreden de twee eveneens de Schemerzone.

Yorimoto en Ramar Singh vinden vrij snel Merlijn die na een harde strijd, onder andere met levitatieoefeningen, het gevecht met de lama in zijn voordeel weet te beslechten. Ze vernemen van de lama dat de Machten der Duisternis Nirwana willen veroveren. Vervolgens gaan de drie mannen op zoek naar Galaxa en Johan. Hierbij worden ze echter gehinderd door de snel veranderende weersomstandigheden in de Schemerzone.

De Rode Ridder van zijn kant vindt sporen van een mannenvoet en vreest een hinderlaag voor Galaxa. Galaxa zelf is ondertussen haar doel genaderd: een labyrint van grotten in een vulkanisch gebied dat Demoniahs schuiloord vormt. Als ze de plaats nadert waar de duivelin zich verbergt, laat de ninja een val in werking treden en doet hierbij zware stalactieten neerkomen. De Fee van het Licht springt ijlings achteruit en overleeft de aanslag. Vervolgens leidt haar pad naar een rotsbrug over grote poelen kokende lava. Als ze halverwege de brug komt, stort deze in. Galaxa reageert echter bliksemsnel en weet zich nog net aan de rand vast te klampen. Demoniah en de ninja snellen toe om het karwei af te maken, maar het geluid van de instorting lokte de Rode Ridder naar de plaats van het onheil en Galaxa kan zich uit haar benarde situatie bevrijden.

Daarop ontbranden twee hevige duels, tussen Demoniah en Galaxa enerzijds, tussen Johan en de ninja anderzijds. Als deze zich kenbaar maakt, blijkt het om Kinugasa te gaan, de opperninja en vader van Yorimoto (zie album “Ninja”).

Zowel Johan als Galaxa ondervinden in hun gevecht de grootste moeite met hun tegenstanders. Galaxa wordt door haar vijand bijna in de brandende lava gewerkt. De voormalige oppermeester van de ninja’s verwondt de Rode Ridder tot tweemaal toe, maar bij een wanhopige uitval doorbreekt Johan toch Kinugasa’s verdediging. Hierdoor is het zelfvertrouwen van de ninja aangetast en keert het gevecht in het voordeel van de ridder.

In een worsteling met wisselende kansen wordt Galaxa door Demoniah echter hardhandig tegen de grond gewerkt en ze verliest het bewustzijn. Als de duivelin in mensengedaante Johan wil afleiden om Kinugasa te helpen, weet de Fee van het Licht dit toch net te verhinderen. Kinugasa moet blijven wijken voor de Rode Ridder en komt in de brandende lava terecht. Zwaar verbrand wordt hij door Johan uit de vuurpoel gered. Ook Galaxa weet uiteindelijk de strijd in haar voordeel te beslechten. Vervolgens gaat ze met de glazen bol van Demoniah op zoek naar Merlijn, Yorimoto en Ramar Singh die verdwaald zijn. Demoniah maakt van Galaxa’s afwezigheid gebruik om te proberen Johan de kant van het Kwaad te doen kiezen, maar de duivelin mislukt in haar opzet.

Wat later keert Galaxa terug met de drie verdwaalde mannen. Vervolgens moet Demoniah onder Merlijns dwingende blik bekennen dat de Duistere Machten een complot tegen Nirwana gesmeed hebben en er reeds over een belangrijke bondgenoot beschikken. Er wordt besloten om het bedreigde Nirwana ter hulp te snellen, maar eerst sluiten Galaxa en Merlijn de Schemerzone af.

Hierop keert het vijftal terug naar de boot bij de ingang van de Schemerzone, maar op het moment dat ze er aankomen, stort Merlijn levenloos neer. Galaxa trotseert echter alle Kosmische Wetten en brengt de oude tovenaar weer tot leven. Yorimoto besluit bij Merlijn te blijven gedurende diens lange herstel. Hierop neemt Johan afscheid van Galaxa en zijn vrienden om met Ramar Singh de weg aan te vatten naar het bedreigde Nirwana, de Verborgen Stad.

Het relaas van die gevaarlijke tocht wordt beschreven in het laatste deel van deze trilogie, “Nirwana”.

Dit verhaal vormt ontegensprekelijk een hoogtepunt in het oeuvre van Karel Biddeloo, net als de hele Ninja-trilogie trouwens. Biddeloo trekt alle registers open in dit album: er zijn de magische elementen, spanning dankzij de verschillende duels, de mooie vrouwen … Galaxa en Demoniah zijn schitterend en verleidelijk, en mijns inziens op weinig momenten beter getekend dan in dit album. Zie bijvoorbeeld Demoniah op strook 15 en Galaxa op strook 22. Ook de vrouwelijke lezers kunnen hun hartje ophalen dank zij de aanwezigheid van de immer sympathieke en krijgskundige Yorimoto en met de Rode Ridder die volop de kans krijgt zijn dapperheid, doorzettingsvermogen en bekwaamheid met het zwaard te etaleren. Het adembenemende duel tussen Johan en Kinugasa mag dit ten volle illustreren.

En wie het nuttige aan het aangename wil paren, komt terloops te weten welke de twaalf bewerkingstrappen van de alchemistische materie en wie de zeven gezanten van het Opperwezen zijn.

Het verhaal kent constant wendingen en boeit tot op het einde. Het bezwijken van Merlijn bijvoorbeeld komt, hoewel logisch voor een man van zijn leeftijd, totaal onverwacht. Daarnaast baadt dit album in een constant dreigende sfeer: er is de aanval van vliegende wezens, de doodskopingang van de Schemerzone, de snel wisselende omstandigheden in de Schemerzone onder de vorm van zandstormen en lawines, de vulkanische omgeving waarin Johan en Galaxa het duel met hun vijanden uitvechten…

Opmerkelijk is dat dit verhaal na “De Toverspiegel” het eerste verhaal is waarin Galaxa, de Fee van het Licht en grote liefde van de Rode Ridder, zo uitgebreid aan bod komt. Biddeloo lijkt deze gelegenheid te baat te nemen om Galaxa’s karakter uit te diepen. Waar Galaxa tevoren de perfectie zelf leek, zowel qua uiterlijk als qua karakter, komen in “De Schemerzone” wat minder aangename karaktertrekken van de toch wel oogverblindende fee aan het licht. De Fee van het Licht is niet langer de mooie, lieve vrouw uit “De Toverspiegel”, maar bij momenten is ze eerder roekeloos, zelfverzekerd, zelfs op het randje van het arrogante af.

Een paar voorbeelden: ze loopt onbesuisd alleen de storm in, zonder de Rode Ridder en er is de uitdagende zin “Waar ben je, Demoniah? Verberg je niet! Vinden doe ik je toch!”. Er zijn nog andere voorbeelden te vinden, maar vooral de opmerking om Demoniah niet als haar gelijke te beschouwen is zeer illustratief. Diepgang geven aan het karakter van “de goede” in het verhaal is niet evident, in films noch in strips, maar het lukt Biddeloo hier toch wel.

Natuurlijk kunnen er ook bij dit album nog wat bedenkingen geformuleerd worden:

oWaarom moet Galaxa het zelf opnemen tegen Demoniah, die slechts een dienares is van Bahaal en dus eigenlijk niet haar boosaardige evenknie?

oDemoniah verzuimt misschien iets te gemakkelijk het karwei af te maken als Galaxa bewusteloos is. Boosaardige hoogmoed? Het is wel een terugkerend motief bij Biddeloo dat de hybris van de dienaren van het Kwaad afgestraft wordt. Dat geldt ook voor Kinugasa in dit verhaal.

oIn de Schemerzone is geen magie mogelijk. Toch sluit Merlijn de zone af met zijn toverstaf.

oDe fijne humor van Yorimoto’s interventies in “De samoerai” blijft in dit album jammer genoeg achterwege, maar past wellicht niet bij de sfeer van het verhaal.

Ten slotte: Demoniah wordt verslagen maar komt reeds in het volgende verhaal terug terwijl het toch om een beslissende krachtmeting ging. Hebben het duel met Galaxa en de inspanningen van de Fee van het Licht en haar bondgenoten dan wel enige zin gehad?

Deze kritiek weegt echter helemaal niet op tegen de snelle opeenvolging van gebeurtenissen van begin tot einde, de verschroeiende duels en de mooie vrouwen. De lezer(es) die zich hierdoor wil laten meedrijven, kan niet anders dan besluiten dat “De Schemerzone” een schitterend album is. Afgaand op de album-top 20 van deze website, zullen de fans van de Rode Ridder het hiermee zeker eens zijn.

Encyclopedie

Personages