Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

11/1988

Samenvatting

In het begin van dit verhaal bevinden we ons in de bossen van Heer Corum. Corum is met zijn echtgenote Rosamond, zijn neef Agar en diens verloofde Mechtild, bezig aan een wilde jacht op een witte reebok. Ook Yoros, een beruchte stroper is in de buurt. Wanneer Yoros opgemerkt wordt en tracht te ontsnappen, wordt hij in de schouder getroffen door een speerworp van Agar. Gewond en slechts half bij bewustzijn, tracht hij verder te vluchten. Dan komt Johan op de proppen. Onwetend van Yoros’ “beroep” neemt hij de stroper in bescherming. Ondertussen raakt ook Corum gewond bij een val.

Johan besluit zijn metgezel onder te brengen in de Rode Herberg aan de rand van het woud. Onmiddellijk valt Yoros’ panische angst op voor deze plek. Hij is echter te zwak om zich tegen Johans initiatief te gaan verdedigen. Eenmaal aangekomen in de herberg, blijkt dat ook het andere jachtgezelschap een onderkomen gevonden heeft in deze herberg. De beenwonde van Heer Corum is van die aard dat hij niet kan paardrijden. Ze besluiten enkele dagen in de herberg te verblijven. In de herberg maken we tenslotte kennis met Bran, de herbergier. Dit blijkt van in het begin een bijzonder hardleers type te zijn. Ook Agar, die nu pas merkt dat de gewonde medegezel van Johan niemand minder is dan Yoros, is een vechtersbaasje.

Uiteindelijk worden de plooien gladgestreken en Yoros wordt te rusten gelegd in de “rode kamer”, een kamer met uitzicht op de watermolen van de herberg. Zijn panische angst voor deze plek blijkt geenszins verdwenen, doch hij is te zwak om te reageren. Tijdens de maaltijd, waarin Bran toont dat hij een meesterkok is, horen de aanwezigen opeens een ijzingwekkend gehuil uit de rode kamer. Wanneer Johan ter plekke komt, blijkt Yoros spoorloos verdwenen. Zijn kleren liggen er echter nog. Verder onderzoek levert niets op.
Tijdens het verder verloop van de maaltijd wordt de verdwijning verder besproken. Mechtild vindt het allemaal nogal spannend en geeft zich op als vrijwilliger om te overnachten in de rode kamer. Agar en Johan zouden buiten de wacht houden. Het bourgondische maal maakt de bewakers echter loom, en een tweede verdwijning vindt plaats. Agar, die buiten zichzelf is omdat zijn verloofde verdwenen is, verdenkt Yoros van een ontvoering, en besluit de rivier af te gaan zoeken.

Johan denkt dat de oplossing tot het raadsel elders te vinden is, en begint de herberg uit te kammen. Hij krijgt hierbij de hulp van Bran, zij het tegen diens wil en dank. Onderzoek van de rode kamer brengt enkele eigenaardigheden aan het licht. De wanden van de kamer voelen warm aan en er hangt een zoetige vreemde geur. Ook in de rivier aan de watermolen valt iets op. Het rad fungeert als een soort zeef voor onzuiverheden. Nader onderzoek toont aan dat er zich een soort wier rond het rad bevindt. Ondertussen keert Agars paard terug naar de herberg. Zijn berijder is spoorloos verdwenen… Een zoektocht levert weerom niets op.

Bran, die van Johans afwezigheid gebruik maakte om Rosamond lastig te vallen, krijgt het bij diens terugkomst duchtig aan de stok met Johan. De RR vermoedt dat Bran meer weet van de verdwijningen. Bran weigert medewerking en wordt opgesloten in de rode kamer. Dan horen we wat zich in de kamer afspeelt: de deur blokkeert, het rad begint te draaien, een ijzingwekkend gekrijs, een rode nevel die zich door de kamer verspreidt, en … weerom een slachtoffer. De herbergier blijkt eveneens verdwenen.
De rode kamer verbergt dus een dodelijke valstrik. Johan weet dan dat het zijn plicht is om de volgende gast te zijn in de rode kamer. Om zijn voorzorgen te nemen, brengt hij enkele kruiken lampolie mee in de kamer. Corum en Rosamond, de enige andere overlevenden, wachten buiten met spanning af. De deur van de rode kamer sluit zich, en dan onthult de werkelijke bewoner van de Rode Herberg zich …

Zucht … wat een album! Zo maken ze ze tegenwoordig niet meer. Soit, alle gekheid op een stokje. De verhaallijn in dit album nodigt gewoon uit om verder te lezen. En spannend!?! Je hebt er geen gedacht van. Dit is een van de albums die ik al ontelbare keren gelezen heb, en telkens blijft het boeien. Dit is gewoonweg een pareltje.

Ik weet niet onder welke categorie je dit album nu eigenlijk moet plaatsen. Het is geen echt ridderverhaal, maar ook niet echt van het ‘monstergenre’. Door de spanning die in dit album vervat zit, laat me dit echter ijskoud. Zo mogen ze er zeker nog maken. Het begint eigenlijk al bij de kaft en de titel van het boek. “De Rode Herberg” … het heeft al iets dreigends over zich. Dan de tekening: een brandende herberg met een onheilspellende rode gloed. De personages getekend met een onvatbare angst op het gezicht. Ze hebben iets verschrikkelijks gezien…

Na het lezen van dergelijk album kun je niets anders dan bewondering hebben voor het metier en het vakmanschap van de tekenaar en de scenarist. Mensen die een dergelijk spannend verhaal kunnen maken, op een manier die toch beknopt is (ik vind dat dit verhaal zich leent voor een spannend boek van enkele honderden bladzijden), het is een talent. In de reeks van de Rode Ridder vind ik nog boeken van deze kwaliteit. Het valt me wel op dat in die periode (de rode herberg dateert van eind de jaren 80) nog wel dergelijke albums geschreven zijn. Vrykolakas dateert van ietsje vroeger. Een ander pareltje, in casu Stille Getuigen, kwam ietsje later uit. Dit zijn albums waar het ridderlijke misschien wat minder naar voor komt, maar het ‘detective-element’, of misschien beter het ontwikkelen en het ontrafelen van een mysterie, des te meer.

Ook de ‘cast’ van dit album heeft voor elk wat wils. De karakter zijn misschien niet ten top uitgewerkt, maar de typetjes komen wel sterk naar voor. We hebben de rijke, doch rechtvaardige Corum en diens echtgenote Rosamond. We hebben de roekeloze en heethoofdige Agar, die wil imponeren naar zijn verloofde Mechtild. We hebben de misschien even roekeloze als exentrieke Mechtild, die het gevaar gaat opzoeken voor de kick … Dan is er Bran, fantastische figuur, het type van de ‘herbergier-die-van-meer-weet’…