In De Duinenabdij komt een magisch zwaard tot leven en zweeft door de crypte van de abdij.

De Rode Ridder bewijst in De zoon van de draak dat hij met een bliksemsnelle armzwaai een perfecte messenworp kan uitvoeren.

Bahaals handlanger bewijs in Prins der Duisternis dat hij het trukje ook kent. In plaats van 'bliksemsnel' is het bij hem echter 'flitsend'.