In Het Oog van Toth zoekt Johan in de plaatselijke herberg een onderkomen voor de nacht.

In De Leeuw van Vlaanderen blijkt het zelfde huis in Brugge te staan en is Pieter de Koninck, deken van de wevers, in het huis woonachtig.

In De Rattenkoning koos de tekenaar er voor om de gelijkvloers verdieping weg te laten, waardoor het ook als veel lager gebouw dienst doet.

In Het levenselixir is het dan weer een ongure kroeg waar Demoniah haar handlangers rekruteert.