Typerend decor dat bestaat uit een draaitrap die overgaat in een deurloze opening onder de zelfde trap.

Dolina wordt aangemaand in haar kamer te blijven in De vete.

 

In De Barbaar slaan de ratten op de vlucht voor een stroom brandend pek.

De Rode Ridder vergezeld de plaatselijke kasteeldame in De Duivelszee naar de kerkers, de enige plaats die nog bewoonbaar is.

In De levende doden komen de gelijknamige gedrochten uit de kerkers omhoog gekropen.

In Stille getuigen rent een mysterieuze gemaskerde ijlings de trappen af.

Twee albums verder, in De zwarte toren, volgt Kelso zijn voorbeeld. Argus, een mechanische vleermuis, vergezeld hem.

Hugo Pynnock maakt zich als meier van Leuven via het steegje uit de voeten in Het levenselixir.

Ook in Catacomben daalt Johan met iemand de trappen af. Ditmaal met het hoofd van de plaatselijke abdij.

Even later in het zelfde album haast de verraderlijke Vassago zich naar de crypte.

Johan hoort in Fata morgana het gesprek af tussen de plaatselijke valse tweeling.

Demoniah en haar valse geestelijken bestormen de trap dan weer in De boetelingen.

Een album verder, in De Heksenmeester, komt duikt een andere geestelijke uit het steegje op.

In Het klooster van de dood loert de als non verklede Angelina dan weer door de donkere gangen.

Kerwyn bezoekt zijn gevangene in De nachtridders.

Even verder in het zelfde verhaal komen twee an zijn dronken handlangers uit een gespiegeld steegje.

In Het veemgericht de soldaten uit het steegje gestormd.

In Gorgonia komt een soldaat aangesneld met de boodschap dat Lancelot onderweg is, maar de Rode Ridder onvindbaar blijkt te zijn. Toen wist niemand al dat hij in Kerwyns kerkers vast zat.

Johan en Osmo in het kasteel Olavinlinna in het gelijknamige album.

Johan heeft het pleit beslecht en drijft zijn gevangene voor zich uit in De rode gezant.