Algemene informatie
Tekeningen
Inkting
Scenario
Inkleuring
Uitgiftedatum
8/1999
Samenvatting
"De erfgenaam" is het tweede luik van een ganse reeks verhalen waarin Merlijn voorleest uit zijn oeroude kronieken, uit de tijd van Koning Arthur.
De poppen gaan aan het dansen wanneer een ijlbode uit Frankrijk, Lancelot's geboorteland, in Camelot aankomt. Hij brengt de tijding dat Lancelot's vader weldra zijn laatste adem zal uitblazen, en dat Lancelot op het kasteel "Joyeuse Garde" verwacht wordt om de erfenis in ontvangst te nemen. Al gauw blijkt dat de koerier - Guillaume - een handlanger van de snode Lodogran is, en Lancelot in de val moet lokken. Merlijn betrapt echter Guillaume terwijl hij een gesprek tussen Johan en Lancelot afluistert, en raadt Arthur aan om de Rode Ridder mee te sturen. Zo gezegd, zo gedaan, en dus vertrekken Johan, Lancelot en Guillaume naar Frankrijk. Onze vrienden zijn nauwelijks vertrokken, of de eerste hinderlaag doemt reeds op: een groep gewapende ruiters trekt van leer. Guillaume houdt zich aanvankelijk zeer afzijdig, maar werpt zich ook in de strijd als een detachement lansiers van de koning ingrijpt. Dank zij deze sterke escorte, bereiken Johan en Lancelot ongedeerd de kust.
Aan boord smeed Guillaume al gauw een duister complot met de matrozen, die voor een beurs goudstukken bereid zijn om de ridders in hun slaap te overvallen. In het schemerdonker struikelen ze echter over een koord dat Johan dwars doorheen de kajuit gespannen had, en worden in een oogwenk uitgeschakeld door de geoefende krijgslui. Guillaume wordt eveneens ontwapend, maar rukt zich los en springt overboord. Hij wordt echter al snel opgepeuzeld door een verdwaalde witte haai. Nog is het leed niet geleden voor onze helden, want een snel schip met tot de tanden gewapende woeste krijgers, haalt hen langzaam maar zeker in. Even later breekt de hel los, maar Johan en Lancelot vechten als leeuwen en doen al hun tegenstanders in het zand bijten.
Na dit gewelddadige intermezzo verloopt de reis voorspoedig, en dra staan de Rode Ridder en zijn trouwe vriend op Franse bodem. Drie hinderlagen in 1 etmaal is natuurlijk van het goede teveel, zodat het vermoeden rijst dat iemand Lancelot ten alle prijze uit Joyeuse Garde wil weghouden. Lancelot verdenkt zijn 2 neven, Lionel en Bohort, aangezien deze de erfenis zouden opstrijken als er hem iets "overkomt".
Bij hun aankomst in Joyeuse Garde hangt de vlag reeds halfstok: Koning Ban, Lancelot's vader, is reeds overleden. In het gezelschap van Lionel, Bohort en diens vrouw Vermeille, dalen Johan en Lancelot af naar de crypte om een laatste groet te brengen. Bij het aanschouwen van het lijk van koning Ban merkt Johan dadelijk op dat de man geen natuurlijke dood stierf, maar vergiftigd werd. 's Nachts luistert Johan een gesprek af tussen Lionel, Bohort en Vermeille die onder hun drietjes knus zitten te mijmeren over de moord op Koning Ban, en afspreken om Johan en Lancelot hetzelfde lot te laten ondergaan tijdens het ontbijt.
De volgende morgen komt de griffier aan op Joyeuse Garde om de documenten op te stellen die van Lancelot de nieuwe kasteelheer maken. Als dat geregeld is, beschuldigt Lancelot in het openbaar zijn neven van de moord op Koning Ban. Met het zwaard in de vuist dwingt Lancelot Bohort om de beker wijn die hij hem aanbood zelf uit te drinken. Bohort ziet geen uitweg meer, en drinkt het giftige goedje op. Hierop valt Lionel Lancelot aan, maar loopt zich te pletter op diens zwaard. Even later gooit Vermeille zich van de meestertoren in de diepte, en is Lancelot's wraak voltooid. Daarna kan de ridder met een gerust gemoed terugkeren naar Camelot.
Het enige leuke aan dit "avontuur" is dat men iets meer te weten komt over Lancelot's afkomst, maar de verhaallijn zelf is van een zeer bedenkelijk niveau. Eventjes afluisteren en het postduivenhok doorzoeken levert voldoende bewijzen op om de 3 samenzweerders (die reeds zeer vroeg in het verhaal door Lancelot verdacht worden omdat het "nietsnutten" zijn) een collectieve zelfmoord op te dringen.