Demoniah krijgt er in De boetelingen duchtig van langs in de hel. Op de prent waar we een ruim beeld op de hel hebben, krijgt ze het verwijt dat ze faalde in het ontketenen van een oorlog tussen elfen en trollenkrijgers.
In nr. 175, De naamloze ridder, vertelt Merlijn hoe Arthur het zwaard Excalibur verwierf. Daarbij verwijst de wijze tovenaar ook naar de hel, vanwaar men afgezanten naar de aarde zond om een geschikte tegenpool van Arthur te vinden.
25 albums verder wordt in Oude vijanden een gelijkaardige tekening gebruikt om de hel aan te duiden. Het vertelkadertje is weggelaten, waardoor Bahaals teken op een gebouw prijkt.