Hoewel de fundamenten van het kasteel ongetwijfeld ouder zijn, wordt het domein Spontin voor het eerst in 1266 genoemd wanneer Renaud, heer van Han, het leengoed Spontin schenkt aan Hendrik VI van Luxemburg.
Amper 10 jaar later raakt het Spontin betrokken in de beruchte Koe-oorlog. Boer Rigand herkent op de markt van Andenne zijn gestolen koe en doet zijn beklag bij het plaatselijk juridisch apparaat. Engoran, die de koe ter plaatse te koop aanbood, wordt gearresteerd en bij Jean de Haloy, de baljuw van de Condroz, bekent de man de feiten. Jean de Halow draagt hem op om de koe terug te brengen naar de plaats van het delict. Onder begeleiding vangt Engaron de tocht aan, maar nog maar net heeft de groep rechtsgebied verlaten of de bewakers storten zich op Engoran, nemen het recht in eigen handen en hangen de man zonder enige vorm van proces op.
Niet alleen miskende men hierdoor de beslissing van de baljuw, maar ook de rechterlijke bevoegdheid de heer van Goesnes, uit wiens rechtsgebied Engoran afkomstig was en aldaar berecht moest worden. De daaropvolgende twisten lopen zodanig hoog op dat ze de hele streek in een oorlog tussen de verschillende lenen storten. Voor de diefstal van één koe worden van 1275 tot 1277 uiteindelijk 15.000 mensen vermoord en meer dan 100 dorpen verwoest. Om de donjon van Spontin tijdens deze koe-oorlog te verdedigen tegen de onderdanen van de prins-bisschop van Luik uit Dinant is een persoonlijke tussenkomst van de graaf van Namen vereist.
In 1288 trekt Hendrik VI met zijn leger oostwaarts om graafschap Gelre en aartsbisdom Keulen bij te staan in hun strijd tegen Jan I Primus. De daaropvolgende strijd doet bij de meeste Rode Ridderfans ongetwijfeld een belletje rinkelen: de Slag van Woeringen. Terwijl Jan Primus met 1.500 ridders de overwinning behaalde tegen de overmacht van 2.200 ridders die zich bij Gelre en Keulen hadden aangesloten, liep de veldslag voor Hendrik VI minder goed af. Hij sneuvelde samen met twee van zijn broers.
Het domein van Spontin wordt geërfd door Hendriks zoon, Hendrik VII van Luxemburg. Een jaar later, in 1289, schenkt hij het domein echter al weg aan Willem van Beaufort, die het kreeg als dank voor bewezen diensten tijdens de Slag van Woeringen. Willem van Beaufort was schildknaap van Hendrik VI. Hoewel hij in het verliezende kamp zat, verdedigde hij zijn meester op het slagveld met buitengewone moed tot het bittere eind.
De zeer ambitieuze Willem van Beaufort optimaliseert onmiddellijk zijn burcht door de verdere uitbouw van de slottoren en wanneer hij terugkeert van een kruistocht naar Palestina heeft hij ruim ervaring opgedaan met de defensieve bouwkunst. De verdediging van het slot wordt merkelijk verstevigd door de bouw van een voorkasteeltje en twee hoektorens die via walmuren met elkaar verbonden worden.
Ondanks de ingrepen weten belegeraars uit Dinant en Hoei zich in 1313 de burcht even over te nemen. Na amper 4 dagen weet de heer van Spontin zich echter weer meester te maken over zijn kasteel. Een belegering van de Luikenaars in 1429 wordt eveneens met succes afgeslagen, maar dertig jaar later, in 1459, voert het leger van Dinant een belegering uit. De burcht wordt verwoest, maar kort erop herbouwd.
Een eeuw later trekt de Hertog van Nevers, bevelhebber van de troepen van de Franse koning Hendrik II, door het graafschap om alle versterkte bolwerken te ontmantelen. Crèvecoeur, Poilvache, Montaigle, Spontin... allen werden ze onbruikbaar gemaakt of verwoest.
Van 1571 tot 1587 werd Spontin gemoderniseerd en tussendoor (1577) door het Statenleger tijden de opstand tegen Filips II bezet. Een periode van vele opeenvolgende restauraties, her- en verbouwingen werd pas in 1622 pas echt voltooid en in 1753 slaagde de familie Beaufort-Spontin er zowaar in om opnieuw eigenaar van het kasteel te worden.
Medio negentiende eeuw werd architect Auguste Van Assche eigenaar en ook hij dreef enkele restauraties door. Momenteel is het fiere slot eigendom van de familie Pierpont-Surmont.
Locatie
Het kasteel in De Rode Ridder
Spontin wordt niet bij naam genoemd. In album 76, De Barbaar, besluit Storkas om Johan's uitgeputte paard naar de stallen te brengen. De omstaanders hadden zich bij een 'lastdier' ongetwijfeld iets anders voorgesteld. Op de achtergrond zien we duidelijk een zijaanzicht van de voorgevel van het kasteel. Aan de rechterkant en bovenaan zien we nog een extra muur en enkele bijgetekende torentjes als maskeringswerken.
![]() |
|
In De Maagdenburcht besluit Karel Biddeloo om zijn foto uit De Barbaar te recycleren.
![]() |
|
En even verder in hetzelfde verhaal wordt tevens een foto in vooraanzicht van deze zelfde voorgevel gebruikt als decor.
![]() |
|