Aan het de zuidwestelijke rand van het bos van Compiègne houdt zich een middeleeuwse defensieve burcht met haast sprookjesachtige aankleding schuil: het Château de Pierrefonds. Het ligt in de huidige Franse provincie Oise; genoemd naar de gelijknamige rivier die erdoor stroomt.

Reeds in de 12e eeuw bevond zich in de streek al de zgn. Rots van Pierrefonds,   zowel bestuurlijk als defensief gecontroleerd werd.

In 1392 besluit de Franse koning Karel VI om van Valois, het graafschap waar Pierrefonds in ligt, een volwaardig hertogdom te maken en het snel door te schenken aan zijn broer Lodewijk van Orléons. Lodewijk schenkt het oorspronkelijke kasteel echter haast onmiddellijk weg aan de Zusters van Saint-Sulpice en zet ergens tussen 1393 en zijn dood in 1407 Jean Le Noir, zijn broers hofarchitect, aan het werk om een nieuwe burcht op te richten.

In het begin van de 17e eeuw is het kasteel eigendom van François-Annibal d'Estrées die lid is van de 'parti des mécontents", een groepering die zich kritisch opstelt tegen de al wankelende troon van Lodewijk XIII. Als reactie wordt het kasteel in maart 1617 belegerd door Armand Jean du Plessis, een persoon die we ook als antagonist Kardinaal Richelieu kennen en die naast zij bisschopswijding uit 1608 ook een benoeming als Staatssecretaris van Oorlog op zak had. Na de verovering werd begonnen aan de ontmanteling van het kasteel. Het bleek zwaarder dan verwacht: er worden daken en torens verwoest en bijgebouwen afgebroken, maar volledig gekleind wordt de burcht nooit.

Twee eeuwen blijft Château de Pierrefonds een ruïne, maar wanneer Napoleon het in 1810 koopt, begint Europa aan zijn eerste herontdekking van de middeleeuwen. Het bouwval weet meerdere schilders te verleiden en doet dienst als 'romantisch decor' voor adelijke feesten en banketten. Zo geeft ook Louis-Philippe in augustus 1832 een banket voor het huwelijk van zijn dochter Louise met Leopold I, de eerste koning van België.

In 1850 bezoekt de Franse President Louis Napoleon het kasteel. Twee jaar later benoemt Louis Napoleon zichzelf tot keizer Napoleon III. De dichter Prosper Mérimée weet hem te overtuigen het kasteel te renoveren en in 1857 wordt architect Eugène Viollet-le-Duc belast met de restauratie.

Volgens een legende kon Napoleon III niet kiezen tussen de restauratie van Château de Pierrefonds en een ander kasteel. Zijn vrouw Eugénie zou daarop voorgesteld hebben om lootje te trekken. Zij schreef echter op beide loodjes Pierrefonds en het kasteel dat haar voorkeur droeg, kwam als vrij verwachte winnaar uit de bus.

Aanvankelijk kreeg architect Viollet-le-Duc de opdracht om de bewoonbare gedeelten (donjon en vleugels) te herstellen en de romantische decorruïne te behouden. In 1861 veranderde de keizer van mening en wenste hij er een keizerlijke residentie van te maken. Hoewel het werk serieus werd uitgebreide, Napoleon III in 1870 moest aftreden en architect Viollet-le-Duc in diezelfde periode stierf, werd het immense werk door diens schoonzoon in 1885 reeds voltooid. Geldgebrek maakte echter de inrichting van de zalen onmogelijk.

Zoals zovelen uit die tijd was Viollet-le-Duc eerder architect dan restaurateur en hanteerde meer de eigen ideeën over de middeleeuwen dan de historische werkelijkheid. Hoewel tal van elementen zijn kennis van de 14e-eeuwse kasteelbouw verraden, zijn er ook heel wat verdedigingstechnieken uit latere perioden en een binnenplaats met renaissancistische galerijen te zien.

Vandaag de dag is Château de Pierrefonds een geliefd decor voor tal van films. Zo wordt het kasteel in de BBC-reeks 'Merlin' steeds als Camelot voorgesteld.

Locatie

Château de Pierrefonds in De Rode Ridder

Château de Pierrefonds wordt niet bij naam in De Rode Ridder genoemd. In tal van albums wordt het echter -net als in de tv-serie 'Merlin'- opgevoerd als het kasteel van Koning Arhur: Camelot.