Vermoedelijk werd rond 1070 een eerste burcht gebouwd op een heuvel in het Duitse Thüringen.  Later zou -vermoedelijk door de aanwezigheid van de burcht- aan de rivier de stad Eisenach ontstaan. De eerste documenten die de vesting vermelden dateren uit 1080.

De burcht zou gebouwd zijn door Ludwig der Springer en is een voorbeeld van vaak onbekende offensieve karakter van kastelen. Ludwig bouwde op de strategische heuvel immers niet alleen een vesting om de familiale macht van de Ludowingers te verdedigen, maar ook om ze uit te breiden over het naastgelegen Thüringense gebied. Een standvastige uitvalsbasis was dan ook een logische keuze. Vanaf 1131 worden de Ludowingers door hun intussen gevestigde invloed bovendien als landgraven benoemd, waardoor Wartburg als residentie wordt ingericht.

Vanaf 1172 worden door Lodewijk III zelfs heuse verbouwingen doorgevoerd om het geheel als hofhouding te kunnen inrichten. In de kern wordt een Romaans hoofdgebouw van 3 verdiepingen met arcaden en voor die tijd gigantische feestzaal opgetrokken.

Onder landgraaf Herman I ontwikkelt Wartburg zich tot een intellectueel-cultureel centrum met als eerste hoogtepunt ongetwijfeld de komst van dichter Wolfram von Eschenbach in 1203. Later zou ook o.a. de beroemde Walter von der Vogelweide de burcht aandoen. De aanwezigheid van de twee zou voor een plaatselijke legende gevoed hebben dat er in de winter van 1206-1207 een zangwedstrijd tussen tussen de Europese muzikale top heeft plaatsgevonden. Naast Wolfram van Eschenbach en Walter von der Vogelweide zou ook de fictieve minstreel Heinrich von Ofterdingen aan het toernooi deelgenomen hebben. Hoewel specifiek voor deze legendarische wedstrijd, die nadien als 'Sängerkrieg' of 'Wartburgkrieg' zou bekend worden, geen directe bewijzen zijn, werden gelijkaardige zangwedstrijden toentertijd wel aan de Zwabische en Oostenrijkse hoven georganiseerd. De legende van de zangoorlog van Wartburg uit 1206-1207 zorgde zelfs voor begeestering bij Richard Wagner, die het gegeven in zijn muziekstuk 'Tannhäuser' verwerkte.

Martin LutherOp 4 mei 1521 ontving Wartburg zijn volgende opmerkelijke gast: Martin Luther. Martin Luther, die op 26 mei van datzelfde jaar door het Edict van Worms in de Rijksban zou geslagen worden, voelde de beu ongetwijfeld hangen. Als Junker Jörg dook hij maandenlang onder in Wartburg en schreef er reformatorische teksten en vertaalde het Nieuwe Testament in het Duits. Het beroemdste van Martin Luther, dat Lucas Cranach de Oude in 1529 schilderde, is net als de kamer waarin hij toen verbleef en enkele werken en eerste drukken van Martin Luthers geschriften en reformatorische vlugschriften in Wartburg te gezichtigen.

Op 18 en 19 oktober 1817 vierden zo'n 450 studenten in Wartburg het driehonderdjarige jubileum van de reformatie én de vierde verjaardag van de Volkerenslag bij Liepzig. Ongetwijfeld verkeerden ze ook nog in de overwinningsroes van 1815 toen het Duitse leger op het beslissende moment op het slagveld van Waterloo verschenen en Napoleon versloegen. Hun eis om een verenigd Duitsland werd kracht bijgezet door o.a. de Code Napoleon en de federale akte te verbranden. Het zgn. Wartburgfest groeide uit tot een patriottistisch symbolische dag en manifest van de vroege Duitse nationale beweging.

Op aandringen van de grote Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethem, die geregeld op de burcht verbleef, werd de Weimarer groothertog Carl August aangespoord om de in verval geraakte burcht als symbool voor de Duitse natie te behouden. Toch vatte Carl August de restauratiewerken pas in 1838 aan. Het gedachtegoed van de Romantiek was echter intussen in geheel Europa doorgedrongen en ook Wartburg ontsnapte niet aan deze 'restauratie', waardoor de nadruk niet zozeer viel op het correct behoud van de middeleeuwse bouw, maar de verbouwing diende te beantwoorden aan het negentiende-eeuwse beeld dat men van een middeleeuws hof had. Het kasteel werd uitgebreid met -voorheen onbestaande- burchttoren, poorthal, kemenade en zelfs luxueuze badruimte. Het resultaat was echter fascinerend en sprak koning Lodewijk II bij zijn bezoek in 1867 zodanig tot de verbeelding dat hij het als een 'steen geworden droom' noemde en hem inspireerde voor de bouw van Neuschwanstein.

Rond 1950 is een nieuwe restauratieronde begonnen, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het middeleeuwse kasteel als met de gewijzigde historische opvattingen sinds het romantisme. Zo domineert in het hoofdgebouw weer de romaanse architectuur vanuit de Middeleeuwen, terwijl de feestzaal op de bovenste verdieping in de buitensporige pracht en praal van de late 19e eeuw blijft getooid.

Het Wartburgkasteel werd als eerste Duitse kasteel op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst.

Locatie

Wartburg in De Rode Ridder

Een foto vanop de binnenplaats werd in meerdere albums gebruikt. Het gebouw links is de ambtswoning van de voogd waarin zich de beroemde Lutherkamer bevindt.