6.1: Gelet op de uitgestoken hand van de dorpeling staat de grendel aan de verkeerde kant getekend.
7.1: In het kerkhof ziet men duidelijk meerdere bouwsels, echter op 8.1 is er nog maar eentje, en op 9.1 niets meer, hoewel we volgens 7.1 nog bouwsels moeten zien aan die kant.
(Dank aan De Bergbewaker)
In de banden 19, 33, 55 en 75 hangt Johans zwaard niet aan zijn linkerkant, maar in het midden.
27.2: Johan spreekt van een levende legende als hij het over Manhardt heeft, maar dat zegt men niet meer van iemand die al in een graftombe ligt, enkel van iemand die nog leeft.
In band 27 ontbreekt (terecht) de rechtse handschoen. In band 46 en 47.1 is het plots de linkse handschoen.
Uiteindelijk brengt Johan in 136.1 een linkerhandschoen terug naar het standbeeld.
(Dank aan De Bergbewaker)
Waar is de schede in band 42 naartoe?
(Dank aan De Bergbewaker)
47.1: 'Even later blijven Johan en zijn ruige bondgenood alleen achter in de uitgestrekte zalen van het kasteel.'
(Dank aan Candelie)
27.2: Johan spreekt van een levende legende als hij het over Manhardt heeft, maar dat zegt men niet meer van iemand die al in een graftombe ligt, enkel van iemand die nog leeft.
55.2: Johan heeft de handschoen niet meer aan en in de strookjes ervoor en erna heeft hij die wel aan, terwijl er geen reden is om die tussendoor uit te doen.
80.2: Het valluik gaat in rijrichting open, de rechterrand is vlak naast een muur. . De val is groter dan het valluik. Anders moet het uiteinde van die klep (aan de linkeronderkant van het prentje) niet zichtbaar zijn omdat het achter/onder de vaste grond moet verdwijnen.
(Dank aan De Bergbewaker)
81.1: Johan grijpt zich vast meer naar de linkerrand van het valluik maar in 't volgend prentje 81/2 zit hij aan de rechterrand. Toch hijst Johan zich op in 83/2 waar deze muur moet zijn en ook in 't midden van het valluik.
(Dank aan De Bergbewaker)
Band 82: "Johan houdt zich vast aan de rand van het valluik" : die vingers kloppen niet, duim te smal/ te klein, ringvinger en pink te groot.
(Dank aan De Bergbewaker)
118.3: "Bahaal, mijn antwoordt is zeer kort. NEEN."
120.3: Galaxa heeft haar voorhoofdsbandje met de ster niet aan, terwijl ze het in het volgende prentje wel aan heeft.
Band 121: Bahaal geeft een mes met een beginnend recht lemmet (zeker 2 Bahaalvingers dik). Dat verandert daarna in een golvend lemmet.
Band 136: De graftombe uit banden 27-28 is plots lager, smaller en korter. Bovendien zijn ook de kandelaars veranderd.
(Dank aan De Bergbewaker)