Het schild van Horst is zowel op Hugo’s borst, op de vlag achter hem en het wapenschild boven de haard verkeerd ingekleurd.
Achter Rudgar staat in 6.3 een kandelaar op een kast/kist met een ijzeren bandwerk om het meubel te kunnen sluiten. Twee prenten verder is de kandelaar ten opzichte van die ijzerband verplaatst.
In 6.3 mist Rudgar zijn hele arm. In 9.2 blijkt echter dat zijn arm maar tussen elleboog en pols werd afgehakt.
Bifrost was wel een vurige brug, maar de driekleurige regenboog is in dit verhaal nergens te zien.
Waarschijnlijk moesten de achterste bergen in band 23 niet ingekleurd zijn. Nu is er geen enkele gletsjer te zien.
Het gebergte waarop Johan op de cover van nr. 217 staat, is volgens het perspectief in 8.2 verdwenen.
In 10.2 heeft Rudgar plots een dikke kraag van een maliën rond zijn nek.
11.2: ”Hij mengde het zilver met het legendarische orichalcum waarover hij van de Atlantiden de beschikking kreeg.”
Merlijn kreeg het echter van Chimeirah, de koninging van de elfen, in 'De holle aarde.
In 'De holle aarde' wordt het trouwens 'orikalchium' genoemd.
In dezelfde prent zie je dat de Astrum Argentinum zes punten heeft. In 'Het masker van de draak' had het er maar vijf.
28.2 Zwavelmossen die licht geven?
Volgens Dixit werd Volund de hielpezen doorgesneden. Toch lijkt hij daar in zijn grot weinig last van te hebben.
Johans schild is blauw ingekleurd ipv rood en wit.
Gelet op de gelaatstrekken van Johan en de haast identieke zinnen een prent later kreeg Johan in 19.2 een verkeerde tekst in zijn ballonnetje. Waarschijnlijk moest Johan zich de vraag stellen hoe ze in hemelsnaam een schip vinden, waarop Dixit moest repliceren dat een biertje raad brengt.
De rotsen die in 22.2 zijn getekend, zijn niet de Reynisdrangar, maar de Dyrhólaey.
De Dyrhólaey liggen zo'n 4,5 km ten westen van de Reynisdrangar.
Foto: de Dyrhólaey op de voorgrond. Links bovenaan ziet men de Reynisdrangar boven de einder uitsteken.