De linkerkasteeltoren heeft in 29.3 een dak. Op de kaft is dat niet het geval.
aan de rechterkant van het kasteel is een klein torentje bijgekomen en de schouwen roken plots niet meer.
In 26.4 springt Johan door een raam en neemt heel de stenen middenbalk mee. Straffe kost...
Tijdens het gevecht met de Bourgondiërs ligt er een pak sneeuw.
Een kleine week later komen ze op diezelfde plaats terug. Al de sneeuw is gesmolten, maar toch zijn de sporen van de Bourgondiërs niet weg omdat 'het de voorbije weken niet meer heeft geregend'...
In band 6 blijkt Merlijn plots een onsterfelijke magiër te zijn.
In 'Het testament' voelde hij nochtans zijn einde naderen...
Bovendien is hij in 'De Schemerzone' en 'De Toverstaf' al eens gestorven.
(Dank aan Magic X en Sint-Joris)
De trui van de jongen die uit de Judasbeker moet drinken heeft in 18.3 geen ingekleurde rand aan de hals.
Volgens strookjes 12 speelde blz 4 zich af in de herfst. Daar is niet veel van te merken.
(Dank aan Magic X)
Op blz 7 spreekt Jeanne haar moeder aan met Hauviette, terwijl 2 hokjes later wordt gezegd dat haar moeder Isabelle is. Dit kan enigszins verklaard worden door het feit dat die vrouw op 13.4 een andere vrouw dan de moeder op het voorgaande hokje is, maar dan is het wel en heel ongelukkige inkleuringsfout gezien de identieke klederdracht.
(Dank aan Magic X)
Op 27 duikt de Rode Ridder in een (vreemd genoeg niet bevroren) slotgracht. Het is midden in de winter en er ligt sneeuw, dus zou de Ridder zo goed als stijf van de kou moeten zijn.
(Dank aan Magic X)
In het begin van het verhaal vraagt Johan zich af of het Zwaard van Karel Martel, niet hetzelfde is als "Excalibur", terwijl hij er terloops bij vermeldt dat dit door Sir Bedivere in het meer werd geworpen na Arthurs dood. Maar dat kan niet want in het album "De Laatste Droom" wordt Excalibur samen met Arthur op het slagveld begraven om pas in het album "Excalibur" opnieuw opgegraven te worden door Johan himself.
(Dank aan Arnak, de Donkere)
Strook nr. 1, derde tekening: de boogschutter spant zijn pijl en boog, maar het touw van de boog is niet getekend. Terwijl een tekening terug de boogschutter op verdere afstand staat en het touw er wel te zien is.
(Dank aan Bruce)
Strook nr. 17, tweede tekening: Gilles de laval vraagt om de meest linkse jongen te brengen, maar in de eerste tekening van strook 17 staan de jongens in een andere volgorde dan in de tekening ervoor (strook 16, laatste tekening)
(Dank aan Bruce)
Eigenlijk heeft men de volgorde van de jongens behouden. De meest linkse is in 17.1 gewoon buiten beeld gevallen; zoals de meest rechtse in 16.4 slechts gedeeltelijk gezien is. Eigenlijk had Gilles de Rais in 17.2 de tweede van links moeten vragen.
(Aanvulling van Sint-Joris)
In band 57 mengt Jeanne d'Arc zich in de strijd en zeggen de vertelkadertjes: "Het is of een onzichtbare kracht bezit heeft genomen van het lichaam van de schapenhoedster, die onervaren is in de krijgskunsten... De aanvallers deinzen terug..." en "De jonge ogen van Jeanne d'Arc hebben nog nimmer de gruwelen van wapengeweld van nabij gezien en raken vervuld van afschuw..."
Nochtans zijn Jeanne en haar escorte in datzelfde album reeds in een bloedige hinderlaag gelopen, neergeslagen door Ralph de Honecourt en ontvoerd naar Saint-Sauveur. Tijdens de ontsnapping uit dit slot neemt Jeanne al een zwaard ter hand en krijgt ze van Johan het compliment dat ze een ware kampioen is. Jeanne maakt echter duidelijk dat het niet haar eerste keer is dat ze zich moet verweren: "U vergeet dat ik schapenhoedster ben, ridder... Ik bescherm mijn kudde niet alleen tegen wolven!"
(Dank aan Sint-Joris)
Johan meent in deze scene dat Jeanne d'Arc 19 jaar is. Hoewel er wat discussie is, wordt toch algemeen aangenomen dat ze in 1412 is geboren. De ontsnapping gebeurde in het voorjaar van 1429, dus moet ze toen 17 geweest zijn. Pas 2 jaar later werd ze op negentienjarige leeftijd veroordeeld tot de brandstapel.
(Dank aan Sint-Joris)