Back to Top

Albums

002. De gouden sporen

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Samenvatting

Tijdens zijn zwerftocht ontmoet Johan drie schildknapen, die op weg zijn naar een toernooi bij de Reigershoeve. Zij stellen zich voor als Kurt, zoon van een verdienstelijk krijgsman, en Erwin en Erik, afkomstig uit een adellijke familie. We leren dat Erwin door zijn angst nog lang zijn riddersporen niet zal verdienen. Tegenlijkertijd verschijnt er een ridder ten tonele die Johan uitdaagt, en hij wint het respect van de schildknapen door de ruziezoekende ridder te verslaan. Het paard van de Rode Ridder blijkt echter gewond te zijn, en de jongens nodigen hem uit om hen te vergezellen naar de reigershoeve.

We ontmoeten Wulf, de hereboer, en Veerle, zijn dochter. De schildknapen laten alle drie hun oog vallen op de mooie dochter, en onderlinge strijd is het gevolg. Johan grijpt in, en stelt voor hun te onderwijzen in het ridderschap. We leren zo de schildknapen beter kennen; Kurt, de dappere, Erwin, de zwakke van de drie, en Erik, die arrogant neerkijkt op iedereen beneden zijn stand. Wederom zijn onderlinge twisten het gevolg.

Na enige tijd wordt er een man ontdekt die al geruime tijd de Reigershoeve in de gaten houdt. De jongens houden die nacht de wacht, om de man op afstand te houden. Kurt ontdekt de bespieder, en zet de achtervolging in, met een gevecht tot gevolg. Erwin snelt te hulp, maar wordt overmand door zijn angst, en doet niets. Als ook Erik ter plaatse komt, kiest de man het hazepad, en de knapen blijven ongedeerd. Kurt is echter kwaad op beiden, voor hun lafheid en arrogantie.

De dag erna ontdekken de hoevebewoners een brand in een nabijgelegen hoeve. Het blijkt Baldur de Plunderaar te zijn die de streek met zijn roversbende onveilig maakt. De verspieder blijkt een van de rovers te zijn geweest, waarop de bewoners concluderen dat de Reigershoeve het volgende doelwit van de roversbende wordt. Vrouwen en kinderen verlaten de hoeve, en de mannen blijven achter om zich te verdedigen. Kurt maakt zich op om mee te vechten, Erik en Erwin vertrekken. Intussen organiseren de Rode Ridder en Wulf de verdedigingswerken van de hoeve.

Veerle verlaat als laatste de hoeve, maar wordt opgemerkt door Baldur de Rover die inmiddels gearriveerd is. Op het moment dat Veerle in gevaar is snelt Erwin haar te hulp, en valt de rovershoofdman aan. Hij valt onder het zwaard van Baldur, maar Veerle haalt het tot terug in de hoeve dankzij ingrijpen van Erwin en Erik. De rovers vluchten na deze gemiste kans. Johan gaat op zoek naar Erwin, en vindt deze zwaar gewond in het gras. Noodgedwongen moeten de drie schildknapen blijven en vechten. Erik wil vriendschap sluiten met Kurt, maar deze vergeeft het hem niet dat hij hun in de steek had willen laten.

De strijd om de hoeve brandt los. Een nachtelijke aanval wordt verijdeld, en de aanval die de dag erop volgt wordt afgeslagen. Een tweede poging brengt de belegeraars echter tot aan de muren. De dag daarna brengen de rovers een stormram naar de poort. Tegenlijkertijd valt Wulf de hereboer door een ongeluk over de muur, maar Erik gaat achter hem aan en verdedigt Wulf. Johan is echter te druk bezig om dit op te merken, en kan niet helpen. Wulf wordt gered, maar Erik sneuvelt tijdens de reddingspoging. De aanval van die dag wordt ook afgeslagen. Maar de Rode Ridder maakt zich zorgen, zij zullen niet langer stand kunnen houden. Ook Baldur ziet het somber in.

De volgende morgen zetten de rovers alles op alles, en weten de poort te rammen. Op het moment dat de rovers de hoeve willen binnendringen, bemerkt Kurt boven op de wallen het gevaar. Hij neemt een ketel met kokende pek, en strooit zijn dodelijke vracht uit over de rovers. Tijdens deze actie wordt hij getroffen door enkele pijlen, en stort dodelijk gewond neer. Hij gaf de Rode Ridder echter de gelegenheid om de rovers te verdrijven, en een uitval te wagen. Johan hakt zich een weg door de vijandelijke gelederen, en komt tegenover Baldur te staan. De lenigheid van Johan wint het uiteindelijk van de kracht van Baldur, en deze wordt gedood. De resterende manschappen slaan hierdoor op de vlucht, en de Reigershoeve heeft het beleg doorstaan.

De doden worden begraven. Johan wil Erwin de gouden sporen geven die een ridder toekomen. Erwin wil deze niet aannemen, en legt deze bij het graf van Erik en Kurt. Eens zal hij terugkeren om ze te halen, als hij waardig is ze te dragen. Niet lang daarna trekt de Rode Ridder verder.

Het tweede album probeert aan de hand van het verhaal meer uitleg te geven over de ridder in de Middeleeuwen. Naast het verhaal van de Reigershoeve wordt er op documentaire-achtige wijze kort uitleg gegeven hoe iemand in vroegere dagen een ridder werd, en wat daar bij kwam kijken. Maar de belangrijkste boodschap die we meekrijgen is dat kenmerken als kracht, krijgskunde en adellijkheid iemand niet vanzelfsprekend tot een ridder maken. Een ware ridder onderscheidt zich als iemand die zijn sporen verdient door het vertonen van nobelheid en ridderlijk gedrag: trouw aan kerk en koning, beschermers van de zwakken en onderdrukten en bestrijders van onrecht. Zoals Johan, de Rode Ridder...

Encyclopedie

Personages

Locaties

Voorwerpen

Andere informatie

Het album verscheen ooit in een aflevering van Wittekerke.

 

090. Het Dievengilde

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1980

Samenvatting

Mirabel en Kessul trekken met een karavaan door het woud, plots worden ze aangevallen door struikrovers. De begeleiders van de karavaan worden meedogenloos uitgeschakeld. Al snel bereiken de rovers de wagen van Kessul. Mirabel, zijn huurlinge weet zich echter verbeten te verdedigen. Plots duikt een ridder vanuit het niets op, hij baant zich onhoudbaar een weg door de rangen van de rovers. De rovers krijgen schrik en blazen de aftocht op aanraden van hun eenogige aanvoerder. De ridder weet de aanvoerder in te halen en neemt hem gevangen. Terug bij de karavaan wordt de gevangenneming van Dudek, aanvoerder van de rovers en rechterhand van Bjornoz, aanvoerder van het dievengilde met verbazing aanschouwd. De ridder maakt zich bekend, het is Johan. Mirabel en Johan blijken geen onbekenden van elkaar. Zij was eerder verwikkeld in louche zaakjes. Kessul verzekert Johan er echter van dat dit nu geenszins het geval is. Johan legt zich hier bij neer, maar blijft erg wantrouwig. Na de kennismaking wordt de tocht naar de stad verdergezet.
In de stad wordt de schout meteen op de hoogte gebracht. Een bedelaar zorgt er echter ook voor dat Bjornoz ingelicht wordt. Niet veel later wordt Dudek bevrijd. Wanneer een wachter de verdwijning kenbaar maakt, wordt de achtervolging nog ingezet, tevergeefs echter, Dudek verdwijnt in de dievenwijk. Johan heeft zijn bedenkingen bij de rol van Mirabel.Mirabel duidt echter een man in zwarte kapmantel aan als mogelijke dader. De schout is duidelijk gecharmeerd door Mirabel en roept op tot een feestelijke maaltijd. Ondertussen zijn Dudek en de man in de kapmantel aangekomen in de dievenwijk, waar Dudek verantwoording moet afleggen voor de zware verliezen. Bjornoz beweert niemand gestuurd te hebben om Dudek te bevrijden, een raadsel! Bjornoz geeft hierop de opdracht Johan te doden. Zijn stiefdochter Yswolde weerlegt echter het plan, zij ziet meer heil in een list met Dudek als lokaas. Dudek, die zich aangevallen voelt wil Yswolde een lesje leren, maar krijgt een koekje van eigen deeg. Dudek kan niet anders dan gehoorzamen, maar zweert wraak. Hierop trekken een grote groep bedelaars de straten van de dievenwijk weer in. Johan en Kessul begeven zich ondertussen naar de schout, onderweg zullen ze Mirabel oppikken. Op hun weg bemerken ze plots de man in de kapmantel, Johan zet meteen de achtervolging in. Hij raakt het spoor kwijt, en eindigt zijn achtervolging aan Mirabel’s kamer. De jonge vrouw wacht hem daar op, in avondkledij. Johan wil meteen Mirabel’s kamer onderzoeken. Hij treft er een kist met wapens aan. De tocht wordt verdergezet onder begeleiding van een escorte. Onderweg konkelfoezen Kessul en Mirabel over de rol van Johan in hun plan. In de zwaarbewaakte woning van de schout worden Johan en zijn gezellen warm onthaald. Buiten duiken steeds meer rabauwen op, wachtende op het juiste moment om toe te slaan.
In de dievenwijk zet Yswolde Dudek onder druk, deze besluit dan maar te doen wat van hem verwacht wordt.
Johan lijkt als enige niet van de maaltijd te genieten, hij zit somber voor zich uit te staren. De schout vraagt Johan naar een reden. Deze spreekt vrijuit, het stoot hem tegen de borst dat er gegeten wordt uit gouden schotels, terwijl er met dat goud genoeg wapenknechten ingehuurd kunnen worden om de orde te handhaven. De schout wordt razend en wil Johan gevangen laten nemen. Mirabel windt de schout echter om haar vinger en Johan mag vrijuit gaan. Deze vertrekt meteen en merkt Dudek op. Meteen zet hij de achtervolging in. Na enkele nauwe straatjes botst hij op Bjornoz en zijn bende, hij zit in de val. Bjornoz zet Johan voor een keuze, een huwelijk met Yswolde en lid worden van de bende, of een tweegevecht op leven en dood met Berrold, een krachtpatser! Johan kiest voor het laatste, het gezelschap trekt naar de schuilplaats van de bende, de kamp vangt aan! Na een hevig gevecht is Johan de overwinnaar. Hij spaart echter Berrold’s leven, wat bewondering afdwingt bij de rabauwen. Johan is weer vrij te gaan en te staan waar hij wil. Zijn ongedeerd vertrek van bij de rabauwen maakt hem echter verdacht bij de schout. Yswolde beseft dit en besluit Johan te volgen.
Kessul en de man in kapmantel wachten Johan op, hierop vuurt de man in kapmantel op Johan, die getroffen wordt door een steen. Yswolde kan hem niet helpen, zij wordt onderweg aangevallen door Dudek, die haar tracht te wurgen. Na een hevig gevecht vindt Dudek de dood.
Wat later komt Johan bij in zijn kamer, waar blijkbaar hevig gevochten werd. In een hoek ligt Kessul, dood! Kort daarna beuken soldeniers van de schout de deur in, Johan wordt aangehouden op verdenking van moord. Johan zit nog niet lang in zijn cel, wanneer de man in zwarte kapmantel hem komt bevrijden. Het blijkt echter een val te zijn, want een groep booschutters staat hem op te wachten, de man in kapmantel geeft toe Johan te willlen laten doden. Als bij wonder duikt plotseling hulp op, Berrold en Yswolde geven Johan de ruimte om hen te vervoegen. De soldeniers, onder leiding van de schout zetten de achtervolging in. Een halksbrekende achtervolging die naar de dievenwijk leidt. Hier wacht Bjornoz met zijn bende, de schout moet de achtervolging staken maar zweert terug te keren. Johan verzekert de rabauwen dat hij aan hun zijde zal strijden, maar wil ondertussen de man in de kapmantel ontmaskeren. Terwijl Johan op zoek is, vangt Yswolde een glimp op van de man in kapmantel, zij zet meteen de achtervolging in. Johan is onderzoekt de kamer waarin kessul vermoord werd, een harde slag op het hoofd doet echter plots het licht uit. Wanner hij terug bij bewustzijn komt, is hij stevig gebonden, oog in oog met de man in kapmantel. Deze verklaart hem het gebeurde. Het is Mirabel, in opdracht van Kessul zou zij Bjornoz doden, maar deze bood nog een grotere som om Kessul om te brengen. Johan zou hiervoor als zondebok gebruikt worden. De schout tuimelde met open ogen in de intrige. Wanneer Mirabel het zwaard heft om Johan te doden komt Yswolde tussenbeide. Er ontstaat een gevecht, dat onbeslist eindigt in de vlucht van Mirabel. Ze wil nu afrekenen met heel het dievengilde en wil de ganse wijk platbranden. Snel staat de hele stad in lichterlaaie, Mirabel komt om in een instorting. Terwijl rabauwen en soldeniers samenwerken om de brand te blussen loopt de hebzuchtige schout de vlammenzee in om zijn kostbaarheden te redden. Het kost hem zijn leven.
Een regenbui betekent een miraculeuze redding voor de geteisterde stad. Ook voor de rabauwen breekt een gunstige tijd aan, onder bemiddeling van Johan zijn enkele gegoede bewoners bereid de rabauwen aan te nemen als arbeiders voor de heropbouw van de stad.
Het lichaam van Mirabel wordt niet gevonden, is zij wel dood?

Een duister verhaal, dat teert op intriges, bedrog en misdaad. Hoewel het thema vaak door Biddeloo gebruikt werd, zagen we het zelden zo duister; Niet het album waar je vrolijk van wordt, want zelfs het happy end heeft een nare bijsmaak. De gevoelens die het weet los te weken zijn dan ook de kracht van het album. Not my peace of cake, maar niettemin, voor liefhebbers van realistische verhalen een vette kluif!

Encyclopedie

Personages

091. Het grote geheim

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1980

Samenvatting

De Rode Ridder zwerft door het Zuid-Franse Acquitanië in 1314. Hij zoekt beschutting voor een onweer en vindt onderdak in een klooster. Terwijl de Rode Ridder in een gastenkamer een maaltijd nuttigt, komt een mysterieuze ridder in het klooster aan. Johan luistert het gesprek tussen de ridder en een monnik af. De ridder blijkt de Fresnoy te heten, een Tempelier. Dit schijnt Johan vreemd toe: in 1307 werden immers de meeste Tempeliers door Filips de Schone aangehouden. De Fresnoy komt echter niet zomaar op visite. Hij wordt achtervolgd door "de kinderen van de nacht" en zoekt in het klooster bescherming voor de nacht.

's Ochtends besluit Johan de Fresnoy zijn hulp aan te bieden, maar de Tempelier zette zijn tocht reeds verder. Enkele mijlen verderop liep de Fresnoy in een hinderlaag. Hij probeert wanhopig stand te houden, maar wordt lafhartig neergestoken wanneer Johan hem ter hulp snelt. Dan geeft de stervende de Fresnoy een opdracht aan de Rode Ridder: zijn dood melden aan de commanderij van Troyceaux. Hij krijgt ook de zegelring van de Tempelier en het wachtwoord mee: "Baphomet".

Van dan af concentreren de "kinderen van de nacht" zich op de Rode Ridder. Hij slaagt erin zich uit een eerste hinderlaag vrij te vechten en ontdekt dan tegenover welke vijand hij staat: één van zijn gevallen vijanden draagt het merkteken van Bahaal op de borst. Ook de tweede, nachtelijke hinderlaag bekomt zijn achtervolgers slecht. Maar de derde hinderlaag is te meesterlijk gespannen voor de Rode Ridder. Hij redt een schaars geklede, knappe rondborstige deerne genaamd Zorika uit de handen van een jachtgezelschap. In een boswachtershut, waar de opgejaagden onderdak zochten, dient Zorika de Rode Ridder een verdovend middel toe. Half willoos verklapt hij het wachtwoord aan Zorika. Ze slaagt er evenwel niet in de ring te ontfutselen.

Uiteindelijk belandt de Rode Ridder bij de commanderij. Hij meldt de dood van de Fresnoy aan de bewaker van de ruïne, Margith. Zijn lotgevallen met Zorika zijn echter uit zijn geheugen gewist. Margith geeft de Rode Ridder een magisch voorwerp dat de Witte Schaal wordt genoemd. Dit kleinood is niet alleen een wapen, maar tevens een soort "kristallen bol". Er is echter ook een Zwarte Schaal, die in handen is van Tenebrax - de leider van "de kinderen van de nacht". Uiteindelijk krijgt Johan een nieuwe opdracht: de Witte Schaal aan de grootmeester tonen, die zich in de Pyreneeën bevindt.

Van dan af wordt Johan op de hielen gezeten door Tenebrax en zijn krijgers. Met behulp van de Witte Schaal kan hij de krijgers van Tenebrax uitschakelen, zodat hij enkel nog met hem zal moeten afrekenen.

Het is nacht als de Rode Ridder de berg bereikt waar hij de grootmeester moet ontmoeten. Hij besluit te wachten tot de dageraad vooraleer de berg te beklimmen. Dan ontmoet hij de in kapmantel gehulde grootmeester. Althans, dat denkt Johan. De Witte Schaal verraadt hem tijdig dat de vermeende grootmeester eigenlijk Tenebrax is. Na een duel met de Schalen wordt de strijd met het blanke zwaard beslecht. Het is duidelijk dat Johan hier glorieus overwint.

Johan vindt de stervende grootmeester. In de Witte Schaal ziet deze de legendarische Tempelschat, waarin zich de Graal en de Steen der Wijzen bevinden. Op het einde van het verhaal probeert Bahaal Johan nog even om het hoekje te helpen. Gelukkig kan Galaxa hier een stokje voor steken.


Dit is wat mij betreft één van de betere Rode Ridder verhalen. Een historische achtergrond, al de clichés die een verhaal zo leuk maken, de verplichte welgevormde schone en de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.

Het tekenwerk bevalt me zeer. Ik heb net voor deze strip even zitten bladeren in de latere Rode Ridder strips, en het valt me op dat de verhoudingen en de perspectieven hier gewoon altijd kloppen. Geen Rode Ridders met waterhoofden, babyarmpjes of reuzenhanden dus.

Er zitten natuurlijk, voor de muggenzifters, een paar schoonheidsfoutjes in het verhaal. Het Grote Geheim speelt zich af in 1314, terwijl latere albums zich in volle vikingtijd afspelen (ten laatste 1000 n.o.j.), en nog latere in de late 13e/vroege 14e eeuw. Maar als je chronologie wil, moet je natuurlijk geen Rode Ridder-strips lezen. Dan zijn er nog een paar kleine dingetjes. De uiteindelijke bedoeling van Bahaal blijkt de dood van de grootmeester te zijn. Bahaal zet een grootse constructie op met Tenebrax, maar dan probeert hij Johan te doden door de hele grot van de grootmeester in lichterlaaie te zetten. Kon hij de grootmeester dan gewoon niet zelf het hoekje om helpen? Tevens vind ik de verwijzing naar de Steen der Wijzen en de Graal als onderdeel van de Tempelschat een beetje een goedkope poging om mysterieus te doen. Als de Tempeliers de Graal hebben, dan lijken mij de rest van de desastreuze, gewelddadige middeleeuwen enigszins overbodig?

092. Zygmud en de beren van Kragero

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1980

Samenvatting

Johan, de ons allen bekende Rode Ridder vaart weer een fantastisch avontuur binnen dat zich afspeelt in het frisse noorden. Johan meert aan te Kragero in Noorwegen. 

Voor Johan op avontuur vertrekt krijgt hij nog een waarschuwing van de kapitein van de drakkar waarmee Johan reisde. Het blijkt dat vreemdelingen niet langer welkom zijn in de streek vanwege een tovenaar die de streek een tijdje terug onveilig maakte, zijn naam was Zygmud. 

Dit schrikt onze onbevreesde ridder natuurlijk niet af en hij gaat in de streek toch op zoek naar onderdak. Hij vindt een herberg waar blijkbaar net een robbertje wordt gevochten, een jongeman vliegt pardoes door de door naar buiten. Johan zijn eergevoel zegt hem dat hij dit niet mag laten gebeuren en besluit de herberg binnen te gaan, mede omdat de jongen zijn voorraadzak nog binnen staat. Terwijl de jongeman een korte tijd bezorgd op Johan wacht hoort en ziet hij van buitenaf een geweldige orkaan losbarsten. Vlak daarna ziet hij Johan buitenkomen en zijn excuses aanbieden aan een beeldschone jonge vrouw, Ulrika. Yngram, de jongeman neemt een kijkje binnen en ziet de vier vechtersbazen bewusteloos op de grond liggen. De vier gebroeders Roldan, de broers van Ulrika zijn door Johan buiten strijd gemept. Yngram probeert nog een afspraak te maken met Ulrika maar weigert uit vrees voor haar broers. 

Yngram biedt Johan overnachting aan bij hem thuis en onderweg verteld hij hem alles over hoe hij Ulrika haar liefde poogt te winnen en hoe haar broers hem minachten. Plots duikt uit het niets een gestalte op. Yngram herkent Zygmud, de boosaardige tovenaar die bedreigingen naar het hoofd van Yngram en de bevolking van Kragero begint te slingeren waarna hij verdwijnt in dichte mistbanken. 

Wanneer de mannen aankomen in de blokhut van Yngram blijkt zijn vee doodgebeten te zijn en zijn honden blaffen luidkeels in de verte. Ze zitten een beer achterna. Na een achtervolging is het voor Yngram duidelijk dat het om Mankepoot gaat, een slim en gevaarlijk dier die ooit uit een berenklem is kunnen ontsnappen. De honden worden teruggevonden, één van hen bleek de confrontatie met Mankepoot niet te hebben overleefd. Mankepoot zelf valt de paarden van de mannen aan en doodt één van de twee met een monsterlijke klauw. Yngram slaagt erin Mankepoot daarna weg te jagen met een pijl. Zygmud heeft het hele schouwspel stiekem gevolgd… 

Omdat de versterkte hoeve van de broers Roldan en Ulrika niet ver is besluit Johan hen van het hele gebeuren op de hoogte te brengen. Daar aangekomen blijkt dat iemand hun hoeve die nacht in brand heeft proberen te steken en volgens Ulrika verdenken de broers, Johan en Yngram van deze lafhartige daad. Wanneer de broers Johan zijn aanwezigheid bemerken daagt hij hen uit voor een krachtproef die hij met glans wint. De broers zijn onder de indruk van prestatie van Johan en hij krijgt een paard mee. 

Hoog in de bergen blijkt Zygmud een kruidenmengsel te maken die hij via een list toedient aan de beren in de streek, hierdoor wordt hij hun heer en meester en kan hij hen controleren. 

Terug bij Yngram zijn blokhut geeft Johan het verkregen paard aan de nieuwe eigenaar waarna de mannen een strategie bespreken om de jacht op Mankepoot aan te vangen. De jacht zal van start gaan bij een oude eik in de streek maar eerst gaan de mannen nog naar Kragero. 

Het is marktdag en er is veel volk op de been te Kragero. Ulrika bevindt zich onder hen, en Yngram spreekt haar aan. Drie van haar broers zijn echter ook op de markt aanwezig en vallen Yngram weer lastig. Johan moeit zich met de barse uitspatting van de broers en zo ontstaat een robbertje vechten. Johan en Yngram versus de Reinald, Rudbert en Lothar Roldan. Johan en Yngram winnen het pleit maar vlak daarna blijken er nog veel gevaarlijker tegenstanders de markt te hebben bereikt, een horde beren… 

Bijna niemand is gewapend en iedereen is in paniek. Gelukkig houden Johan en Yngram het hoofd koel en redden ze samen een klein meisje van een gewisse dood. Terwijl Yngram de beren probeert af te leiden van de mensen die zich voor hen verstoppen bedenkt Johan een plan, en hij zoekt vuur om de beren op afstand te houden. Dit lukt voorlopig. Wanneer ook de gebroeders Roldan weer te been zijn vangen ze ook de strijd met de beren aan. Johan en Yngram redden het leven van Ulrika door een beer te doden die haar aanviel, hierna blazen de gevaarlijke beren de aftocht onder het bevel van Mankepoot. 

Johan faalt na deze aanval het volk van Kragero te overtuigen om een klopjacht te openen op Zygmud die de beren onder controle heeft. Hij wint echter wel het volle vertrouwen van de gebroeders Roldan. Yngram en Johan zetten hierna de jacht in wetende dat zij kunnen rekenen op de hulp van hun nieuw verworven bondgenoten wanneer zou een vuur ontsteken. 

Bij de dode eik vinden Yngram en Johan een doodlopend spoor van de gevaarlijke Mankepoot. Helaas zijn verdere aanwijzigen onvindbaar maar het is duidelijk voor Johan dat ze in de buurt moeten blijven om meer over de zaak te weten te komen. 

Ondertussen is Zygmud erin geslaagd, Ulrika te schaken met een list. Hij laat haar achter onder bewaking van een bende grommende beren. 

Johan en Yngram zijn echter toevallig in de buurt en Zygmud wordt ondekt door hun hond. Onder bedreiging verteld hij dat Ulrika in zijn macht is. Bij het horen van een kreet van Ulrika weet Johan dat hij niet bluft en gaat direct naar de plaats des onheils. Johan slaagt erin Ulrika van een gewisse dood te redden en jaagt de beren weg. 

Terug bij Yngram blijkt dat Zygmud bewusteloos is. Dat is tevens de reden waarom de beren de strijd zo vlug opgaven. Het drietal besluit Zygmud uit te horen. Omdat dit natuurlijk niet zonder slag of stoot kan besluit Yngram messen naar Zygmud te gooien om hem bang te maken. Deze truc blijkt te werken en Zygmud verteld dat de schuilplaats van Mankepoot de dode eik zelf is. De stam is uitgehakt. Wanneer de gebroeders Roldan hun zus ophalen, vatten Johan en Yngram de jacht op Mankepoot weer aan met Zygmud als gevangene. 

De mannen steken de dode eik in brand, zo heeft Mankepoot die al niet meer als schuilplaats. Mankepoot zelf bevindt zich echter in het gebergte. Zygmud slaagt erin hem via telekinese op de hoogte te stellen van hun komst. 

In het gebergte slaagt Zygmud erin aan de mannen te ontsnappen. Johan gaat de achtervolging aan maar doet een mistap en komt ten val. Terzelfdertijd stoot Yngram op Mankepoot en een ongelijke strijd vangt aan. Zygmud doet ook nog een poging om Yngram uit te schakelen maar een goed geworpen steen van Johan, die net op tijd terug bij bewustzijn is, schakelt hem uit. Zygmud komt om door een klauwslag van zijn vroegere bondgenoot Mankepoot. Yngram overwint tenslotte de woedende beer.

De volgende ochtend wachten de gebroeders Roldan en Ulrika nieuws af. Tot ze een stofwolk zien van de mannen te paard. Ze hebben hun missie volbracht. Een tijdje nadien vieren Ynram en Ulrika in een versierd Kragero hun bruiloft. Na het feest kiest De Rode Ridder weer het ruime sop, op zoek naar nieuwe avonturen…

093. Nevelsteen

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1980

Samenvatting

Johan rijdt haastig met zijn paard door een bos heen. Hij heeft een afspraak met een bekende en is bijna te laat. Hij heeft nauwelijks tijd om een oude bedelmonnik een aalmoes te geven. Maar als hij de stem van de bedelmonnik hoort, beseft Johan dat hij zijn afspraak is tegengekomen. Het is Merlijn die uit voorzorg vermomd was. Merlijn heeft een lastige opdracht voor Johan. Hij moet de tovenaar Kirzillian helpen. Kirzillian woont in Nevelsteen, een burcht die sinds de magische praktijken van Kirzillian door grote problemen wordt getroffen. Merlijn en Johan spoedden zich naar de burcht, die door vele monsters en een dichte mist afgeschermd wordt.

Eenmaal binnen wordt het tweetal overvallen door een reuzenspin. Na enkele bezweringen van Merlijn kunnen ze verder en bereiken ze Kirzillian die helemaal verlamd lijkt te zijn. Direct worden de twee door schorpioen-achtige monsters overvallen. Terwijl Merlijn probeert om Kirzillian bij bewustzijn te krijgen, gaat Johan de schorpioenmannen te lijf. De Rode Ridder schakelt de twee monsters uit en hoort van Merlijn dat Kirzillian vergiftigd is door de angel van een schorpioenman. Johan vindt het tijd om de burcht beter te onderzoeken. In de kelders van Nevelsteen vindt Johan een bodemloze schacht in de vorm van een Pentagram. Iets verderop vindt hij een levensecht schilderij van een jonge vrouw.

De inmiddels bijgekomen Kirzillian vertelt hem dat het zijn dochter, Jorada, is. Jorada is vlak voor de komst van Johan en Merlijn door de schorpioen-mannen ontvoerd. De schorpioenmannen konden via de schacht van het Magisch Pentagram in de kelders binnendringen. Kirzillian ontdekte dat aan de andere kant van de schacht een Nevenwereld is, met hun eigen wetten. De heerser van de Nevenwereld is de opperdemon Zerahemnah. De toegangspoort tot Nevenwereld kan slechts om beurten gebruikt worden. Voor Merlijn, Kerzillian en Johan is het nu dus mogelijk om Nevenwereld binnen te gaan en Jorada terug te halen. Via het schilderij van Jorada is het ook nog mogelijk om in de Nevenwereld te kijken. Na een kijkje besluiten Johan en Kirzillian, gewapend met 'n explosieve katapult, om Jorada terug te halen. Merlijn blijft op de uitkijk bij het schilderij.

Johan en Kirzillian krijgen een warm onthaal in Nevenwereld. Het ene monster is nog niet met de katapult verslagen, of een volgende troep schorpioenmannen, Oumi's geheten, doemt al weer op. De Oumi's worden door Kirzillian, die een zandstorm opwekt, verslagen. Het tweetal spoedt zich verder richting Jorada. Inmiddels ziet Merlijn in het schilderij dat Jorada aan Zerahemnah wordt voorgeleid. Zerahemnah tovert zich om, zodat hij er wat minder angstaanjagend uitziet en probeert dan Jorada over te halen om zijn vrouw te worden. Zerahemnah wil niet alleen heerser over Nevenwereld zijn, maar ook over Jorada's wereld. Jorada weigert alle medewerking te verlenen en beraadt zich al over een vluchtpoging. Na dit aanschouwt te hebben, denkt Merlijn na over de manier waarop hij de nieuwe toestand aan Johan en Kirzillian kan duidelijk maken.

Johan en Kirzillian zijn op hun tocht weer op een nieuwe monster gestuit. Johan vecht een zware strijd uit met een grote slang. Dit terwijl de Rode Ridder zich ook nog eens op een kleverige bodem bevindt. Elke stap kan fataal zijn. Toch overwint de ridder. Kirzillian komt dan lekker op tijd met een bevrijdingsactie voor Johan. Hij ontwikkelt een onweer, waardoor de grond niet langer kleverig is. Johan en Kirzillian gaan voort en worden onderweg ook nog geïnformeerd over de toestand door Merlijn. Het gesprek wordt abrupt onderbroken door enkele vliegende bespieders van Zerahemnah. Opnieuw moet het duo proberen om de monsters te verslaan. Maar deze keer is de overmacht te groot. Johan en Kirzillian worden in een glazen bol in het hoofdkwartier van Zerahemnah opgesloten. Jorada heeft ondertussen van Zerahemnah te horen gekregen dat ze moet kiezen: of ze wordt de vrouw van de opperdemon, of haar twee redders worden gedood. Wanhopig besluit ze de twee te bevrijden. Dit is voor Johan het sein om met een verborgen gehouden pijl de glazen bol door te prikken.

Direct ontstaat er een groot gevecht tussen Johan, Kirzillian en Jorada aan de ene kant en Zerahemnah en zijn Oumi's aan de andere kant. Tijdens het gevecht verschijnt het Magisch Pentagram weer in de vloer. Het drietal ontsnapt uit Nevenwereld. Kirzillian nodigt Zerahemnah daarbij uit tot een laatste confontatie in Nevelsteen. In Nevelsteen aangekomen overleggen Merlijn, Johan, Kirzillian en Jorada hoe ze Zerahemnah kunnen verslaan. Zerahemnah is per slot van rekening nauwelijks te verslaan. Merlijn en Kirzillian gaan proberen om Zerahemnah met behulp van hun magie te verslaan.

Niet veel later vallen Zerahemnah en de Oumi's opnieuw Nevelsteen binnen. De katapult is in deze strijd niet te gebruiken. De ontploffingen zouden de hele burcht doen instorten. Op een gegeven moment komen Johan en Zerahemnah tegenover elkaar te staan. Zerahemnah keert weer terug naar zijn oude, ware gedaante en er ontstaat een zwaar duel. De Rode Ridder lijkt de strijd op het laatst toch te verliezen, maar… dan is de redding natuurlijk daar. Een wolk met gevaarlijke monsters suist voorbij en neemt Zerahemnah en de Oumi's mee het luchtruim in. De overwinning is binnen en het is tijd geworden voor Merlijn om alles te verklaren. De soortgenoten van Zerahemnah zijn ook demonen. Zij hadden weinig met de heerser van Nevenwereld en kwamen Zerahemnah daarom op Merlijn's verzoek ophalen. Johan geeft Kirzillian nog een wijze raad: niet meer van die gekke magische proeven doen! Kort daarop wordt het Magisch Pentagram dichtgemetseld en Johan en Merlijn nemen afscheid van hun vrienden Kirzillian en Jorada.

Het eerste wat opvalt aan het verhaal Nevelsteen is dat het zoveel opvallende overeenkomsten heeft met het verhaal De Toverspiegel. Ook daar bestaat er een andere wereld waarin een vrouw gevangen is (Galaxa). Ook in de Toverspiegel ontmoet Johan een monster (Gorgontar), die de vrouw gevangen houdt. Ook in de Toverspiegel is er een medium (de spiegel) wat een verbinding maakt tussen de twee werelden.

De tekeningen zijn in Nevelsteen zoals ze moeten zijn: redelijk goed. Vooral de eerste helft is mooi getekend. De griezelige sfeer van het verhaal wordt door de donkere tekeningen goed vastgehouden. De verhaallijn komt dus erg overeen met die van De Toverspiegel. De spanning is erg hoog in dit verhaal en dat komt dus goed over. Tot het einde dan. Dat valt tegen. De laatste strijd in dit spannende verhaal zou toch met een mooie afloop moeten eindigen. Maar dat gebeurt niet. Een stel spoken komt langs en zij nemen Zerahemnah maar even mee, want Merlijn moest er toch nog van af. Jammer dat zo'n sterk verhaal zo moet eindigen. Maar toch is Nevelsteen een van de betere subtoppers.

094. Xanador

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1981

Samenvatting

Johan nadert een kleine nederzetting. Er heerst een drukte van jewelste, iedereen staat ongeduldig te wachten aan de herberg, waar Gaetan de minstreel veel succes heeft. De bewoners schreeuwen om de ballade van Xanador nogmaals te mogen horen. Gaetan begint de ballade, die over goud en mooie vrouwen gaat. Johan staat mee tussen de toeschouwers. Hij bemerkt ook een knappe vrouw, die de minstreel strak aankijkt. Gaetan beëindigt de ballade en zet het op een lopen. Een oude man houdt hem echter tegen, hij vertelt hem dat zijn drie zoons op zoek gingen naar Xanador, maar niet terugkeerden. Ook een ander heerschap spreekt Gaetan aan. Het is Mitje, die samen met zijn vrienden Ward en Jakke naar Xanador willen. Ze zetten Gaetan onder druk om hen alles te vertellen over Xanador. De oude man blijft echter aandringen op de feiten omtrent zijn zoons. Het dreigt tot een handgemeen te komen tussen de oude man en de drie andere belagers van Gaetan. Johan stapt naar voor en werpt zich beschermend voor de oude man. Er ontstaat een gevecht tussen Johan en Mitje. Mitje krijgt een rake klap en zakt in elkaar. De oude man, Ebert, krijgt intussentijd een beroerte die hij niet zal overleven. Ward en Mitje druipen af, maar Jakke benadert Johan langs achter en wil hem laffelijk neerslaan. De jonge vrouw waarschuwt Johan echter tijdig zodat Jakke een lage scheervlucht maakt, en het op een lopen zet.
Eberts laatste woorden waren aan Johan gericht. Hij smeekte Johan om naar Xanador te gaan en zijn zoons terug te brengen. Johan’s riddereed verplicht hem op het verzoek in te gaan. Hij besluit dan ook eens met Gaetan te praten. Gaetan houdt vol dat de ballade de volle waarheid spreekt, en laat een gouden munststuk met een afbeelding van Xanador zien. Johan vraagt Gaetan om voor gids te spelen. Hij roept tevens vrijwilligers op om mee te gaan, maar niemand durft het aan. Gaetan zegt nog een poging te doen bij andere mannen. Hij verlaat de herberg maar wordt al snel tegengehouden door de jonge vrouw. Het is Vida, en ze bezorgt Gaetan blijkbaar de stuipen. Er volgt een gesprek over de gevraagde levering, waar Gaetan niet voor kan zorgen. Mitje, Ward en Jakke willen nog steeds naar Xanador. Gaetan stemt ondertussen toe Johan te zullen gidsen. Wanneer ze de nederzetting de volgende dag verlaten zetten de drie schurken meteen de achtervolging in. Zij worden op hun beurt dan weer geschaduwd door Vida. Onderweg vertelt Gaetan over zijn eerste kennismaking met Xanador, de gouden stad en de zwaarbewapende amazones. Hij vertelt over zijn kennismaking met Alena, de koningin en haar rivale, Vida. Alena profiteerde destijds van de afwezigheid van Vida om koningin te worden. Nu tart Vida haar gezag door Gaetan als slaaf te willen nemen. Later vertrouwt ze Gaetan toe dat ze hem spaarde zodat hij in de buitenwereld hulp zou kunnen halen. Hulp om het schrikbewind van Alena omver te kunnen werpen. Vida helpt Gaetan te ontsnappen, onderweg komen ze een mijn tegen, waar mannen gewillig werken. Het is een goudmijn. Hermax een alchimist brouwt een verdovend middel, dat de mannen een vals gevoel van geluk bezorgt. De mannen die in de stad leven zijn ’s werelds beste goudsmeden. Gaetan was nu overtuigd van het belang van zijn missie. Hij ging voortaan zingen over Xanador, om krijgers te ronselen.
Na het relaas van Gaetan bemerkt Johan in de verte de drie achtervolgers. Nog meer op de hoede zijn is nu de boodschap.
Die nacht houdt Jakke de wacht in het kamp van de drie. Hij valt echter in slaap. Het kampvuur slaat gretig om zich heen en veroorzaakt al snel een heuse brand, die de grasvlakte dreigt te bereiken. Johan en Gaetan zitten in de val, de enige uitweg is een levensgevaarlijke sprong over een droge rivierbedding. Op het nippertje redden Johan en Gaetan het. Gaetan heeft echter nog wat in petto voor de achtervolgers. Het tweetal haast zich naar de enige waterbron in de omgeving. Gaetan strooit een slaapverwekkend poeder in het water, en beiden zetten hun tocht verder. Ze naderen het moeras der dampende meren, waar ook een moerasgeest huist. Na een fikse mars hoort Johan het hinniken van zijn paard, slachtoffer van de moerasgeest. Nu de nacht valt besluiten hij en Gaetan halt te houden.
Ondertussen ontwaakt het drietal uit een diepe slaap. Vida en haar krijgers hebben het drietal omsingeld en in de boeien geslagen. Vida biedt hen de keuze, als slaaf eindigen in de mijnen of haar helpen de troon te veroveren. In ruil voor goud willen de drie zich achter Vida scharen.
Johan en Gaetan zetten hun tocht verder, Hermax volgt hen op de voet en merkt Johan op, de aardsvijand van zijn meester, Bahaal. Hij beveelt de moerasgeest Johan aan te vallen. Johan rekent echter met de moerasgeest af. Gaetan bedreigt Hermax, die echter gaat lopen. Hij zakt dood in elkaar, getroffen door Gaetan’s dolk. Ondertussen omsingelen de Amazones Johan en Gaetan. Ook Vida duikt op. Ze vraagt haar krijgsters om trouw te zweren. Hetgeen ze beloven te zullen doen, van zodra Vida Alena verslagen heeft. Vida begeleidt Johan en Gaetan naar Xanador, waar ze de koningin zullen ontmoeten. Johan en Gaetan staan onder zware bewaking. Ze worden door enkele krijgsters naar Alena begeleidt. Alena tracht Johan achter haar kar te spannen, deze laat echter weten enkel de slaven te willen bevrijden. Alena daagt Vida uit om een gevecht te leveren in de verlaten mijnschacht. Vida accepteert de uitdaging. Gaetan wil de koningin nog laten drinken van het slaapmiddel, maar dit mislukt.
Alena en Vida verdwijnen in de mijnschacht, waar een ongelijke strijd losbarst. Alena stuurde eerst nog twee andere Amazones op Vida af.
Terwijl de dames vechten besluiten Johan en Gaetan de slaven te bevrijden. Jakke, Ward en Mitje hebben nog niet van het verdovende brouwsel gedronken, ze scharen zich aan de zijde van Johan en Gaetan. Het enige wat ze nu kunnen doen is afwachten tot het brouwsel uitgewerkt is.
In de mijnschacht heeft Vida haar twee tegenstandsters verslagen, maar hierbij raakte ze wel gewond aan de schouder. Alena’s speer mist zijn doel, waarop de strijd met het zwaard verder gaat.
De ontwaakte slaven komen ondertussen in opstand. Gelukkig net op tijd, want de zwakke stutsels begeven het door een aardschok. Er ontstaat paniek en chaos in de stad, die langzaam maar zeker in stukken uit elkaar barst.
Net wanneer Vida lijkt te bezwijken door de pijn tengevolge van haar verwondingen bezorgt de woede jegens Alena haar nieuwe krachten. Ze behaalt de overwinning, maar is te zwak om op te staan. De mijnschacht is bezig in te storten! Gelukkig duikt Gaetan plots op. Hij draagt zijn amazone naar buiten.
Even buiten de stad, zijn de overlevenden getuigen van de ondergang van Xanador, de stad die voortaan een legende zal zijn. Gaetan en Vida hebben elkaar gevonden, Johan begeleidt de drie zoons van Ebert naar de nederzetting en onze drie vrienden zetten kibbelend hun bestaan verder!

Biddeloo’s voorliefde voor een bepaald type vrouw komt in dit album enorm tot uiting. Het mag gezegd worden, dit album bevat geen lelijke vrouwen. Alleen al daarvoor zouden we dit album lezen. De legende rond Xanador en het verloop van het verhaal zijn vrij standaard. De spanningopbouw verloopt steeds sneller naar het einde toe, wat dit album een doorlezer maakt. 20 minuten ontspanning!

Encyclopedie

Personages

Locaties

Voorwerpen

095. Heerser der diepten

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1981

Samenvatting

Dit verhaal vangt aan op een rustige dag terwijl de Rode Ridder aan boord van een driemaster over de Grote Oceaan reist. Alhoewel, zo rustig blijft het niet, want plots roept iemand vanuit het kraaiennest: “Kapitein! Ginds aan de horizon begint de zee te schuimen! Iets van reusachtige afmetingen komt op ons af!” De kapitein geeft nog het bevel om het roer om te gooien maar het is te laat. We zijn getuigen van de slachtpartij die de haaien onder de bemanning aanricht. Gelukkig weet de Rode Ridder te ontsnappen nadat hij een haai verwondde. Op deze gewonde haai komen snel nieuwe af die deze haai zonder mededogen afmaken. Wanneer Johan bijna het vasteland heeft bereikt merkt hij in de verte op de plaats van de schipbreuk de vin van de reuzenhaai op.

Eenmaal aan land vindt hij zijn paard terug. Hij merkt tevens een dame in nood op. Onmiddellijk redt hij haar van de offerpaal. Minder voor de Rode Ridder is dat de jonge dame niet gered wil worden. Na de redding komt ook haar vriendje opdagen om Johan duidelijk te maken dat hij niet blij is met de huidige stand van zaken. Nadat Oona, het geredde meisje, uitleg geeft waarom dat zo erg is komt de hogepriester van het dorp langs met zijn gevolg. Gelukkig voor Johan hebben de Bukauska’s nog nooit een paard gezien,waardoor ze op de vlucht slaan. Vanuit een palmboom heeft echter een Bukauska de wacht gehouden. Hij gooit een met lood verzwaard visnet naar Johan. Johans paard vindt deze gebeurtenis niet meer zo interessant en kiest verstandig het hazenpad.

Aangekomen in het dorp wordt Johan tegen de wil van Irshales, de hogeprieser, opgesloten. Voordat Oona’s vader ook maar kan beslissen of Johan geofferd moet worden, ontsnapt hij met de hulp van Nyaluk. Onze held luistert samen met Nyaluk een gesprek af tussen Oona en Irshales. Hierin wordt duidelijk uitgelegd dat Irshales enkel geïnteresseerd is in Oona. Gelukkig voor haar kan ze op tijd de verliefde Irshales van haar afduwen. Maar voor Irshales zijn woede kan bekoelen op Oona komt de Rode Ridder tussenbeide en slingert Irshales door de kamer.

Na deze actie ziet Johan zich genoodzaakt om zich terug te trekken in de bergen bij de Grokkors. Voor hij echter naar dat oord vlucht moet hij eerst onderzoeken hoe Gorgoladon gehoorzaamt aan de wil van de hogepriester. Hij ontdekt op de bodem van de zee een gong die signalen kan uitzenden naar Gorgoladon. Nu hij dit te weten is gekomen zet hij eindelijk zijn tocht verder naar de Grokkors. Hij merkt echter niet dat hij bespied wordt door een Grokkor. Wanneer hij verder wil gaan ziet hij dat een jachtluipaard zijn berspieder, als middagmaal heeft uitgekozen. Alleen rekende dit jachtluipaard niet op de tegenwerking van de Rode Ridder. Johan helpt de Grokkor maar hij stelt vast dat het gewoon een behaard wezen is, dat veel wegheeft van “de mens”. Wanneer hij dichter bij hun kamp komt krijgt hij de nodige voorwerpen naar het hoofd geslingerd. De Grokkor die hij heeft gered, genaamd Khanda-Kor, spreekt echter in zijn voordeel en hij mag mee naar hun kamp. Wanneer hij in het kamp aankomt geeft zijn redder de nodige uitleg en verklaart Jo-Han tot een van de hunnen. Dit alles wordt bezegeld met een feestmaal en wat later toont Khanda-Kor hem ook nog een tand van Gorgalodon.

De volgende dag leert hij Johan jagen op haaien door vruchten in een vulkanische bron te gooien en ondertussen de haaien te lokken met bloed en visafval. Nadat de haaien de opgewarmde vruchten binnenkrijgen ziet Johan dat de haaien binnen levend verbrand worden. Later op de dag gaan ze ook nog het Bukauskas dorp bespieden. Daar zien ze tot hun grote verbazing dat Irshales een jacht heeft georganiseerd op tweevoetig wild: langmes. Tijdens hun vlucht ontdekt Johan de perfecte plaats om Gorgalodon voorgoed uit te schakelen. Terwijl Irshales een mensenjacht houdt, besluipt de Rode Ridder met zijn nieuwe vriend het dorp om Oona en Nyaluk te redden. Na het helpen ontsnappen van deze mensen wil Johan ook nog controleren of het wel klopt dat Gorgalodon snel afkomt wanneer de gong afgaat. En het klopt! Gorgalodon en de hogepriester komen af. Terwijl Johan vreest dat de reuzenhaai het dorp zal vernielen is Nyaluk zeker van niet. De drie gezellen krijgen de opdracht om het oerwoud in te vluchten terwijl Johan de aftocht dekt door de Bukauska-krijgers op een dwaalspoor te zetten. Op hetzelfde moment ontdekt een stamgenoot Oona. Hij brengt hen op de hoogte van het feit dat de hogepriester bijna geen macht meer heeft en dat Mbandaka vermoord is. Khanda-Kor heeft moeite om zijn stamgenoten ervan te overtuigen Oona en Nyaluk als bondgenoten te zien maar uiteindelijk lukt dit. Hierna komt Johan toe en wijst ze de zee-inham waar ze misschien Gorgalodon kunnen vangen.

Terwijl de werken starten is er in het Bukauska dorp weer rust. Irushales zoekt contact met zijn beste (en enige) bondgenoot: de Heerser der Diepten. Ondertussen gaan de werken heel erg goed door. Maar dan komt het slechte nieuws: Irushales heeft Oona geschaakt terwijl ze water aan het putten was. Johan aarzelt geen ogenblik en haast zich naar het dorp om het vriendinnetje van Nyaluk te redden. Bij deze reddingsactie wordt Irushales getroffen door een harpoen en stort dodelijk gewond in zee. Toch kan hij nog aan het touw trekken zodat de gong afgaat. Johan probeert de overige dorpsgenoten van de Bukauska’s te verwittigen door het dorp in brand te steken. Maar dit mislukt en de heerser der diepten is reeds op komt. Gorgalodon is helemaal niet tevreden met de lege offerpaal, dus gaat hij snel op de kano’s die nog vrolijk ronddobberen op de openzee af. Bij de eerste aanblik van het afschuwelijke monster grijpen ze hun harpoenen en doen een collectieve aanval. Deze wordt echter afgeslagen slechts enkele kano’s kunnen ontsnappen. Deze vluchten snel naar de inham. Hier springen de inzittenden uit hun boten en wordt de Heerser der Diepten bedolven onder een lawine van rotsblokken.

Dankzij de dood van de diepzeegod kunnen de Grokkors en Bukauskas naast elkaar leven. Johan wordt naar de open zee gebracht waar hij wordt opgepikt door een voorbijvarend handelschip.

Dreggingen op de bodem van de Stille Oceaan leverden tanden op van de Carcharadon Megalodon een voorhistorische diepzee-haai. (+20 ton en 30 meter lang!) Deze tanden blijken echter geen fossielen te zijn maar van recente oorsprong. Zou de heerser der diepten dan toch nog in leven zijn?

Zelf vond ik dit een mooi avontuur. Het was 1 van mijn eerste zwart-wit strips en dat heeft altijd wel iets extra’s. Voor de rest vind ik het een mooi album met een duidelijke taal. Eveneens wordt ook nog eens duidelijk gemaakt dat de Rode Ridder geen oorlog duldt tussen verschillende volkeren of dat hij nooit een mooie dame in nood zal laten zitten.

096. De Dame van de Poorten

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1981

Samenvatting

De Rode Ridder trekt door een troosteloos gebied, waar hij de legende van de Heer der Poorten wil doorgronden. Samen met Huon , een andere dolende ridder , trekt hij naar Castellamar , het kasteel van de Heer der Poorten. Achterna gezeten door het Nachtvolk bereiken ze de burcht waar ze Ingrid , de Dame der Poorten ontmoeten. Vrouwe Ingrid vertelt de mythe van de strijd tussen de Heren van het Licht en de Meesters der Duisternis en hoe na afloop van deze oorlog Castellamar ontstond. Toen de Heer der Poorten verdween begon het Nachtvolk weer naar boven te komen. In het kasteel houden de vergrendelde poorten hen echter tegen.

Maar wanneer de zevende zegel verbroken wordt valt het Nachtvolk aan , onder leiding van Gardian , de Heer der Poorten. Na een eerste hevige aanval neemt de Rode Ridder de uitdaging van Gardian aan. In een magisch duel lijkt de Rode Ridder het onderspit te delven. Hij herpakt zich echter en verdrijft de Heer der Poorten. Wanneer deze een verraderlijke aanval poogt op de Rode Ridder grijpt Zero, de knecht van de Dame der Poorten in en vermoordt Gardian. Nu de Heer der Poorten dood is trekt het Nachtvolk zich terug, de ongelukkige Zero meesleurend. Om de poorten weer af te sluiten slopen de ridders gehele muren. Huon besluit de nieuwe Heer der Poorten te worden en zal samen met Ingrid over het Nachtvolk waken.

Persoonlijk vind ik dit een van de betere albums uit de reeks. De spanning ligt erg hoog , vooral wanneer de laatste zegel der poorten wordt verbroken en het Nachtvolk aanvalt. Ook Gardian is een machtige vijand , een van het soort dat we zelden ontmoeten in de albums.

097. De vesting

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1981

Samenvatting

We vinden Johan terug op de Grote Steppe, een gebied tussen Azië en Europa. Zijn reisdoel is Arkaddon, een massieve burcht. Op weg naar de burcht kruist een karavaan Johans pad. Daar maken we kennis met Kebir, de koopman en Jarmilla, een blanke schoonheid, die met de karavaan meereist. De karavaan is echter ook opgemerkt door de bewakers van Arkaddon en het komt tot een schermutseling wanneer Sabin (de dienares van Jarmilla) het voor haar meesteres opneemt. Johan kan natuurlijk niet anders dan tussenkomen. Markies Tordrach, hoofd van de lansiers van Arkaddon, komt echter tussenbeide om de wonden te zalven. De karavaan mag de nacht doorbrengen even buiten de muren van Arkaddon; Johan mag de burcht binnen.

Het valt onmiddellijk op dat in de vesting een staat van opperste paraatheid heerst. Dit moet wel, omdat de stepperuiters zouden kunnen aanvallen. Het is echter al twintig jaar geleden dat er nog eens een aanval geweest is. De stepperuiters zouden echter onlangs een nieuwe leider gekregen hebben, Morduk Slindar, een sluwe strateeg die de ondergang van Arkaddon gezworen heeft.

We maken kennis met Baron Brinstaan, hoofd van het voetvolk, Rassam de heelmeester, en graaf d’Ysdemir, de eigenlijke bevelhebber van Arkaddon. Johan geniet van de gastvrijheid en wordt gevraagd om de volgende dag enkele krijgsoefeningen te inspecteren. ’s Avonds is er echter een alarm. Jarmilla is gebeten door een slang. De toegang tot de burcht wordt verleend zodat Rassam de wonde kan onderzoeken. Kebir en Sabin vergezellen Jarmilla. Als dank laat Kebir 2 vaten wijn overbrengen naar de burcht.
Van dan af gaat het snel. De vaten wijn bevatten in werkelijkheid 2 steppenruiters. Kebir blijkt niemand minder te zijn dan Morduk Slindar. De slangebeet en de karavaan was niets anders dan een groots opgezette list om de burcht te naderen. Een zandstorm maskeert het dichter komen van de hoofdmacht der stepperuiters.

Ondertussen is men zich op de burcht zelf nog van geen kwaad bewust. De oefeningen met het voetvolk en de proef met het Griekse vuur zijn indrukwekkend… Wanneer Jarmilla echter wroeging krijgt en alles opbiecht aan Johan, gaan de poppen aan het dansen. Enerzijds wordt d’Ysdemir voor dood achtergelaten door Kebir, de poortwachters worden bestookt door de karavaansleden en de hoofdmacht van de stepperuiters valt aan. In de beginfase lijkt de aanval afgeslagen, maar als Kebir erin slaagt om de poort te openen, is er geen houden meer aan. Uiteindelijk ontaardt het gevecht in een slachtpartij, waarin Johan tenslotte ook Kebir uitschakelt. De vesting is echter tot ondergang gedoemd. Een zwaargewonde d’Ysdemir slaagt er in om de voorraad Grieks vuur tot ontploffing te brengen. Verdedigers én aanvallers worden allen uitgeroeid. Uiteraard behoort Johan tot de overlevenden. Van Arkaddon blijft slechts een mythe over…

Dit is een verhaal dat ik al vele malen gelezen heb, en dat blijkbaar niet gaat vervelen. Het plot zit nochtans vrij eenvoudig in elkaar. De list met de karavaan is echter goed gevonden. Ook het spanningselement wordt systematisch opgebouwd. Eigenlijk weten we als lezer wel vrij snel dat Kebir eigenlijk Morduk Slindar is. Zijn plan wordt nauwgezet opgevolgd en we zitten als lezer eigenlijk in spanning te wachten tot het bedrog uitkomt. Dit moment komt een paar keer in het boek dichtbij, maar telkens wordt het afgewend. Het is pas op het moment dat Jarmilla gaat klikken, dat alles uitkomt. En net op dat moment is het te laat, want Kebir is reeds in actie gekomen, met alle gevolgen vandien…

Er is nog een persoonlijke anecdote aan dit verhaal verbonden. Toen ik het album voor de eerste keer doornam, was dat op reis in Zwitserland. Ik was toen een jaar of 10, en had toen pas m’n eerste walkman gekregen. Toen ik dat verhaal las, lag er een cassette op van Mike Oldfield, nl. Tubular Bells. Het was precies of die muziek geschreven was voor dat verhaal. Nu is het telkens ik dit verhaal nog herlees, ik aan die muziek moet denken of dat ik instinctief die CD ga opleggen. Dat is bij deze dan ook een aanrader voor elke RR lezer.

Soit, het album ‘De vesting’ is een klassiek ridderverhaal, met een vrij voorspelbaar plot, maar wel geschreven op een manier dat je dat niet merkt. En dat maakt het een heel goed album om te lezen.

098. Het bronzen gevaar

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1982

Samenvatting

Op een van zijn zwerftochten nadert Johan een op het eerste zicht rustig dorpje. Een eerdere ontmoeting met een wel erg bijzondere veerman, Karadegh genaamd wekt zijn zesde zintuig dat hem aanmaant zich in te zetten voor een goede zaak. Aangekomen in het dorp komt Johan net op tijd om de Schout, Gawein, en zijn helper Dorick te helpen. Met succes wordt een groepje rabauwen in hechtenis genomen, waarna Johan meer verneemt over de man die slechte bedoelingen heeft met het dorp. Vanuit een sinistere ruïne aan de overkant van de rivier smeedt Xilas snode plannen. Met behulp van de alchemist Zaltar bouwt hij aan het het bronzen gevaar…

Het bronzen gevaar is een album dat alles heeft wat een oerdegelijk avonturenverhaal nodig heeft! Niet alleen creëerde Karel Biddeloo een epische strijd tussen 2 onoverwinnelijk geachte harnassen, centraal in dit met sci-fi fantasy doorspekte verhaal vinden we ook een heleboel drama. Zo is er Dorick, vroeger een veelzijdig krijger, nu een aan de drank verhangen loser. Om dit alles nog wat cachet te geven is er de beeldschone Lavinia. Dorick is smoorverliefd op het meisje, maar Lavinia’s vader, de dorpssmid verbiedt een relatie. In plaats van zich te herpakken glijdt Dorick verder weg in zijn miserie.
Het bronzen gevaar zou geen rode ridderverhaal zijn, indien er geen happy end in de lucht hing… Dat zelfs de drankduivel overwonnen kan worden is een moraalles van jewelste en een zeer duidelijke boodschap die Biddeloo in dit album verweefde. We zijn overigens van Biddeloo zo geen expliciete moraallessen gewend!
Opmerkelijk is ook de scène waarin de herboren Dorick met Johan, Gawein en de smid in ware westernstijl op de rabauwen afgaan. Westernfans herkennen zeker en vast een bepaalde tekening die erg hard doet denken aan Tombstone. De inwoners die bang vanuit hun woningen toekijken, hoe 4 vastberaden mannen hun noodlot tegemoet gaan. Heerlijk is dat!

Dat dit album uit de glorieperiode van Karel Biddeloo stamt mag duidelijk wezen, zowel het verhaal als de tekeningen zijn top (wat in latere tijden wel anders durfde uit te draaien). We vragen ons trouwens af waar Biddeloo de inspiratie vandaan haalde om dit album te schrijven.

Subcategorieën

Pagina 8 van 18