Back to Top

Albums

196. Het magische licht

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

4/2003

Samenvatting

De rode ridder is te gast in kasteel "Graustein".De burchtheer doet zijn beklag tegen Johan over een "bergkoning" die rooft,plundert,ontvoert,losgeld eist,....Natuurlijk vraagt de burchtheer(Herr Grolscher) of "Herr Johan" hier iets aan zou kunnen doen.Opeens stormt er een wachtpost de kamer binnen,hij meld dat soldeniers van de burcht de lichamen van de soldaten gevonden hebben aan de voet van het hooggebergte die Grolscher eerder al op onderzoek uitstuurde.De burchtheer is woedend en vertrekt samen met Johan onmiddelijk naar de plaats van het onheil.Wanneer de ridders aankomen blijkt er nog 1 man in leven te zijn.Hermann,een van Grolscher's beste soldaten.In zijn laatste woorden vertelt hij over de bergkoning die hun in de val lokte met een magisch licht.Johan besluit dat hij de zaak zal uitpluizen en beklimt het gebergte terwijl Grolscher en zijn mannen terugkeren naar Graustein.Hij wordt echter al in het oog gehouden door een krijgshaftige vrouw die denkt dat Johan een spion van Grolscher is. Net als ze besluit om Johan uit te schakelen door een goedgemikte steenworp,bemerkt ze een grote,hongerige holenbeer achter haar.

Maar plots flitst het lemmet van een zwaard voor de neus van de holenbeer.De beer richt zich op,maar Johan blijft kalm staan met het zwaard in de aanslag,de beer besluit dat hij zich maar beter uit de voeten kan maken en verdwijnt.Johan kijkt de vrouw die hij gered heeft aan en hierop springt de vrouw van de richel.Het is al bijna donker en Johan begint aan de afdaling van de richel,de volgende dag zal hij terugkomen met klimijzers en touwen.Die avond spreekt hij in Graustein met Grolscher af dat hij met losgeld Ingeborg,Grolscher's dochter zal vrijkopen om zo het vertrouwen van de bergkoning te winnen en om uiteindelijk het magische licht uit te schakelen en de bergkoning te doden.Opeens vliegt Johan naar de deur,hij duwt ze open en hij ziet nog net dat iemand zich uit de voeten maakt.Hij loopt erachteraan en met een halsbrekende sprong beland hij op de vluchteling.Door middel van een stevige vuistslag van Johan wordt de man onschadelijk gemaakt.Grolscher herkent in de spion zijn eigen stalknecht,Gerolf.Weer krijgt de man een vreselijke woede-uitbarsting,gelukkig kan Johan hem kalmeren.Ook de schildwachten die voor Grolscher's deur zouden moeten staan ontsnappen niet aan het schelden en vloeken(VERDAMPFT!!!) van de driftige burchtheer.

De volgende dag trekt Johan weer de bergen in,maar weer wordt hij in het oog gehouden door 3 krijgers van de bergkoning.Johan ziet steengruis naar beneden dwarrelen en hij kiest een andere klimrichting.Zo komt hij uiteindelijk uit op de richel boven de 3 verkenners van de bergkoning.Met een kleine boog houdt hij ze alle 3 onder schot.Johan legt uit dat hij bij de groep van de bergkrijgers wil en hierop legt Irina(een van de verkenners,en tegeljik ook de vrouw die door Johan de vorige dag gered werd)uit dat zij de stiefdochter van de bergkrijgers is en dat ze hem bij de Bergkonin,Grobulark genaamd zal brengen.Aangekomen bij de schuilplaats van Grobulark en zn mannen,maakt Johan kennis met de bergkoning,en als proef moet hij het al dadelijk opnemen tegen de lijfwacht van Grobulark:Yom met de zweep.Johan mag zijn zwaard niet gebruiken.Hij is snel genoeg om de eerste aanval te ontwijken en de tweede vangt hij op door de zweep rond zijn malienkolder op te vangen.Door een stevige trap in de buik maakt hij Yom onschadelijk.De bergkoning is in zijn nopjes en hij benoemt Johan onmiddelijk al tot zijn nieuwe lijfwacht.

Daarna koopt hij Ingeborg vrij en die brengt hij terug naar Graustein.Daarna klimt hij terug naar de bergkrijgers.Maar Johan weet niet dat Gerolf ondertussen ontsnapt is,Gerolf is van plan de waarheid omtrent Johan aan het licht te brengen bij Grobulark.Ondertussen wil ook ya-hi(een krijger van Grobulark) de ridder uitschakelen en staat ook Yom nog te wachten op een kans om Johan te doden.(Yom zint nog altijd op wraak nadat hij door Johan werd verslagen...)Maar,Irina waakt en ze werpt Yom een dolk in de rug,en ze jaagt ook Ya-Hi weg.Dan biecht ze alles op tegen Johan,wat haar werkelijke plannen zijn(Ze heeft genoeg van de bergkoning en ze wil de wereld verkennen en rondzwerven).Johan maakt nu ook zijn ware identiteit bekend en zegt ook wat hij van plan is met de bergkoning.Irina beweert het geheim van het Magische licht te kennen,maar Gerolf waarschuwde ondertussen Grobulark,en Johan en Irina worden gevangengenomen.De bergkoning belooft Irina een gruwelijke dood en Johan zal tegen hem moeten strijden in een ultiem gevecht met Grobulark zelf op de bergtop.

Het gevecht zal de volgende dag gebeuren,dus Johan en Irina worden opgesloten in de kerker,en daar vertelt Irina het geheim van het Magische licht aan Johan.Dan breekt de volgende dag aan en Johan wordt naar de bergtop gebracht waar Grobulark hem al opwacht met zijn rare helm en een grote strijdbijl.Als ze klaar zijn om te beginnen vechten,breekt plots het zonlicht door en Johan schreeuwt het uit van de pijn.Het magische licht blijkt alleen maar de weerkaatsing van daglicht op de sneeuw te zijn.Dit deert de bergkoning niet omwille van zijn speciale helm,die de felle gloed wegneemt.Maar Johan is hierop voorbereid en bindt een stuk van zijn malienkolder voor het gezicht,dit neemt de felle gloed weg en door de kleine gaatjes in de malienkolder ziet Johan nog voldoende.Nu zijn de kansen gelijk en is het voordeel van de bergkoning weg.

De strijd begint en Grobulark is niet opgewassen tegen de felle slagen van de rode ridder.Na een stevige houw van Johan wordt de bergkoning ontwapent en door de felle schok van het zwaard tegen de bijl,verliest hij ook zijn helm.Hierdoor wordt hij verblindt door het magische licht en de bergkoning stort de diepte in.Johan daalt terug af naar de Irina en de rest van de krijgers,die verbijsterd zijn wanneer ze Johan zien afkomen met de helm van Grobulark in zijn handen als teken dat die verslagen is.Hierop vluchten de bergkrijgers ijlings van de berg weg.Maar wanneer ze onder zijn vallen ze in de handen van de woest Grolscher die ze onmiddelijk gevangenneemt.Het mysterie van het magische licht en de wrede bergkoning is opgelost en na een luisterrijk feest nemen Johan en Irina afscheid van Grolscher en ze laten het dodelijke gebied van het magische licht achter zich........

Na het zeer degelijke "Olavinlinna" is het nu weer iets minder met "Het magische licht".De verhaallijn is eerder wat aan de dunne kant en het magische licht is helemaal niet magisch!Gewoon de terugkaatsing van het zonlicht op de sneeuw...poeha! Wel leuk is dat we Ya-Hi weer terugzien.(Hij verscheen al onder andere namen in "Medusa","Reis naar Atlantis","Magiërs van Atlantis",...) Ook Grolscher is wel leuk met zijn woedeuitbarstingen die op den duur grappig beginnen te worden...
De ultieme eindstrijd op de bergtop is niet slecht getekend en mooi in beeld gebracht.Al bij al dus een iets minder album dan nr.195,maar toch niet echt barslecht...net genoeg voor een halfuurtje bezigheid als je je verveelt..

197. De vloek van Tupilak

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

6/2003

Samenvatting

We vinden de rode ridder terug nabij Ultima Thule,(Groenland).Hij is er samen met nog 6 andere krijgers uit de vier windstreken:Mongo,de Afrikaan,Haroed,de Arabier,Woe-Li,de oosterling,Myriah uit de siberische steppe, Gunwald,de stuurman van hun schip.En Aranja,een amazone. Deze zeven zijn er met een opdracht die werd gegeven door een "onbekende" opdrachtgever.Met een speciaal elixir zijn ze ook bestendig tegen de ijzige kou.Hun opdracht is om een deftig onderzoek te voeren naar de handelspost op Thule,die al geruime tijd geen teken van leven meer geeft.Ze worden eerst nog gehinderd door een vloedgolf,en als toetje komt er ook nog eens een maalstroom bij.Aranja komt in het water terecht en natuurlijk duikt de onverschrokken Rode ridder haar achterna,maar deze keer lijkt het erop dat ook Johan zijn reddingspoging niet tot een goed einde kan brengen,ware het niet dat Woe-Li hen tegemoet zwemt met een stevig touw.De drie worden uit het water terug in het schip gehesen door de vier anderen die op het schip de touwtjes in handen hadden(Letterlijk bedoeld!!)Plots verdwijnt de maalstroom en Johan legt uit dat dat door de sterkte van de samenhorigheid komt,ze dreven dus de Boze kracht terug door samen te werken.Hierop gaat het zevental aan land.Ze bereiken zonder problemen de handelspost.Mongo voelt dat er geen menselijke aanwezigheid is maar merkt toch op dat daarbinnen iets boosaardigs huist...

Woe-Li haalt zijn vuurspuit tevoorschijn en "vlamt" de deur aan gruzelementen.Er is niks ongewoons te bespeuren en ze doorzoeken het huis tot Aranja op "Tupilak" stoot.Ze is op slag verlamd,de rest stormt het berghok waar het beeld zich bevind binnen en ondanks de waarschuwing van Gunwald staat even later toch iedereen aan de grond genageld.Alleen Woe-Li heeft nog de wilskracht om de "tlekkel" van zijn "Vuulspuit" "ovel" te halen.Een loeiende vuurstraal en het beeldje word in stukken gereten.Daarna komt de ziel van het beeld vrij en het blijkt dat deze ziel in een vorig leven behoorde tot een van de mensen van de nederzetting.De ziel legt uit dat hij in het beeld opgesloten werd door een machtige tovenaar die zich ophoud in de "Grote ijsgrot".Vastberaden om de rest van de zielen te bevrijden gaan de zeven op zoek naar de Grote ijsgrot.

Gelukkig weet Gunwald de weg naar de Grot.Maar...het zevental word reeds in het oog gehouden door de boze tovenaar die het zevental in zijn kristallen bol volgt.Het blijkt niemand minder dan Kerwyn de magier te zijn.Hij werkt in Thule aan een boosaardig plan terwijl zijn discipel Bahaal in Brittanië een leger kweekt om Arthur te bestrijden.Om de zeven te vernietigen stuurt hij een tupilak met knots naar buiten,die zal uitgroeien tot een reus als hij in aanraking komt met het daglicht.Mongo voelt aan dat er iets groots nadert en de zeven verspreiden zich...de vorstreus heeft de indringers bemerkt en wil toeslaan met zn verschrikkelijke knots..gelukkig wordt de slag ontweken.Dan springt Haroed te voorschijn en met zijn blaaspijp zorgt hij er met een speciaal projectiel voor dat het been van de reus in duizend stukken vliegt.En natuurlijk kun je niet op een been blijven staan en de reus komt ten val en valt in grote stukken ijs uit elkaar.Dit had Kerwyn niet verwacht maar hij heeft gelukkig nog iets in de hand:hij stuurt een nieuwe tupilak eropaf.En daar is Mongo weer met zn speciale zintuig.Hij voelt iets ondergronds en het volgende moment wordt hij omhooggeslingerd door een gigantische "sneeuwrups",die wordt al vlug onschadelijk gemaakt door een pijl met een glazen ampul(bevat een bijtende vloeistof) van Myriah.

Daarna dringen ze de ijsgrot binnen en al vlug botsen ze op 7 doorgangen,1 voor elke krijger.Kerwyn heeft ook nog 7 tupilaks,en ja iedere indringer mag er in zijn grot 1 verwachten.Dus ieder kiest zijn spelonk en al snel worden Haroed,Mongo en Gunwald door hun Tupilaks onschadelijk gemaakt.Nog 4 krijgers zijn nog over en dus ook nog 4 tupilaks,die verspreiden een dichte nevel die het onmogelijk maakt om nog iets te zien.In de verwarring schiet Myriah op Aranja,die weet de pijl te ontwijken en overvalt op haar beurt Myriah.Dan merken ze dat ze elkaar ongewild probeerden te doden en dat dat de bedoeling van de tupilaks was.Even later verschijnt ook Woe-Li,die door de dichte mist ook al het vuur wou openen op de twee vrouwen.Ze herkennen elkaar gelukkig en net op tijd door te roepen en even later komt ook Johan uit zijn spelonk.Samen vinden ze de bewusteloze Haroed,die echter weer hersteld is,en met 5 gaan ze uiteindelijk op weg naar de schuilplaats van de tovenaar.

Die heeft voor alle zekerheid een vliegend toestel in gereedheid gebracht waarmee hij mogelijk kan ontsnappen.Van achter een ijsmuur brult Kerwyn dat hij de 5 gaat verpulveren en dat ze zijn macht tot nu toe nog konden breken door dat ze met 7 waren(het magische getal)Maar dan komen plots Gunwald en Mongo opzetten,ook zij overleefden het gevecht met hun Tupilaks,en...nu zijn ze weer voltallig,dus met 7.Kerwyn's macht is gebroken en hij kiest het hazenpad door weg te vliegen met zijn vliegend toestel.een paar seconden nadien komen de 7 helden aanlopen(Woe-Li verpulverde de ijsmuur),helaas zien zij het vliegende tuig al in de nachthemel verdwijnen....Toch hebben de helden hun doel bereikt,de zielen zijn uit de Tupilaks bevrijd en zullen geen kwaad meer aanrichten...

Het verhaal is niet slecht,maar we kregen maar van een paar van de 7 helden hun trucjes en kunsten te zien,maar dat komt waarschijnlijk omdat er maar 30 blz. ter beschikking staan,ipv 36...

Waarom weer Kerwyn?Net als in "Het veemgericht"(Dit verhaal was ook zeer goed geweest zonder kerwyn!!) hoefde hij er niet per se rond te lopen.Een of andere boosaardige ijstovenaar was ook wel mooi geweest..dat was eens iets anders..Maarja..

Over de tekeningen zal ik niet al te veel zeggen,buiten het foutje op de cover(Mongo flaporen????)Wel vond ik de vorstreus en de sneeuwrups niet slecht getekend.

Weinig humor in dit verhaal,alhoewel:Als de sneuuwrups komt opzetten,brult gunwald:"Een...een SNEEUWRUPS!!!",Waarop de Rode ridder zegt:"Ik wist niet eens dat die bestonden!" Waarop Gunwald weer brult: "IK ook niet ,maar hoe moet je zo'n gedrocht anders noemen?"

"De vloek van de tupilak" is geen topper,maar ook weer geen slecht album! Niemand kan zeggen dat het niet spannend was...

198. Zimbabwe

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

8/2003

Samenvatting

In alle stilte varen drie schepen van Arabische slavenhandelaars de Sabi-Rivier in Zuid-Afrika op...In 1 ervan bevindt zich Johan, De rode ridder. Onze held is in een diep gepeins verzonken...enkele weken geleden kreeg hij te Camelot een vreemde droom, waarin hem gevraagt werd naar Z.- Afrika te trekken, naar een plaats met de naam Zimbabwe...Plots wordt hij ruw vastgegrepen. Twee soldaten willen hem aan dek brengen , maar zover komen ze niet, plots springt Johan recht en kan hij de zweepslagen afweren met zijn ketens. Even later zijn de rollen omgekeerd. Op zijn dooie gemak wandelt Johan naar het dek, waar Kebir, de hoofdman van de Arabische slavenhandelaars hem opwacht. Wanneer hij Johan vrank en vrij in zn eentje naar boven ziet komen, laat hij woedend de twee wachters halen (Omar en Ramoud) Prompt laat hij ze voor de krokodillen werpen, maar Johan weet hen te redden met een speer, waardoor omar en Ramoud in de jungle kunnen ontkomen. Kebir is onder de indruk van die sterke, blanke ridder, en na een lang gesprek met Johan, worden ze Vennoten. De rode ridder, die beseft dat hij nu moeilijk kan ontsnappen, speelt het spelletje mee. Die nacht krijgt Johan weer een droom: een vreemde inboorling vertelt hem dat ze elkaar spoedig zullen ontmoeten. De volgende morgen gaat het gezelschap aan land om slaven te vangen. Plots ziet de rode ridder dezelfde man als in zijn droom wegrennen door het struikgewas, hij gaat erachteraan en weet hem te beschermen door hem als slaaf op te eisen.

Niet lang daarna ontsnappen Johan en de medicijnman (Yohkk genaamd) door een list. De defenitieve toch naar Zimbabwe wordt aangevat. Kebir is echter RAZEND en gaat met zijn mannen onmiddellijk achter de rode ridder aan. Zij worden echter in een hinderlaag gelokt door de luipaardgarde van de Zimbabwaanse Koningin en alleen Kebir kan ontkomen. Ondertussen zijn Johan en Yohkk in Zimbabwe aangekomen en worden ze ontvangen door Koningin Shahira. Deze vertelt in een onderonsje met Johan zelf dat ze nieuw grondgebied wil veroveren en daarom een "onverschrokken" aanvoerder nodig heeft. Johan wimpelt haar af met een troebele respons en wanneer de avond valt wordt Johan eindelijk duidelijk wat van hem in Zimbabwe verwacht wordt: Hij moet in De Toren afdalen, (hier was tot nog toe niemand in staat)..wanneer hij in de Toren is...zal hij verder te weten komen wat hem te doen staat. Hij daalt af maar vanop Toren wordt hij in de gaten gehouden door...Kebir die de stad is binnengedrongen op zoek naar wraak. Maar deze wordt op tijd onschadelijk gemaakt door M'Tembe, de hoofdman van de luipaardgarde, die van zijn koning (idd, er is ook een afgeschreven koning!) de opdracht kreeg de rode ridder uit te schakelen. en enkel Hij wil dit alleen doen. Ondertussen vindt Johan in de Toren het gebeente van een niet-menselijk wezen en een zilveren plaat met de plattegrond van Zimbabwe op, als baken voor andere niet-menselijke machten. Zijn opdracht is nu volledig duidelijk: hij moet deze spullen op een plaats buiten Zimbabwe begraven. Hij verlaat de Toren, maar wordt dan opgewacht door M'Tembe, die gereed is om toe te steken..maar plots boren er zich twee kromzwaarden in de rug van de luipaardsoldaat...het zijn Ramoud en Omar, die nog bij Johan in het krijt stonden. Samen ontsnappen ze uit Zimbabwe MAAR ze worden achtervolgd door Shahira en haar krijgers! Bij de oevers van de Sabi-Rivier komt het tot een bloedig treffen waarbij iedereen buiten onze onverschrokken rode ridder om het leven komt...

Er rest Johan nog 1 taak: het begraven van de resten van het ruimtewezen en het baken. Wanneer ook dit werk voltooid is verschijnt de God Nommo aan hem: Hij vertelt de rode ridder dat hij werd uitgekozen omdat hij al eerder ervaring had met ruimtewezens, ook al weet Johan dat zelf niet meer. Eens te meer loopt het verhaal goed af, en is het geheim van Nommo bewaard gebleven dankzij... Johan, De Rode Ridder !

Aan een album zoals "Zimbabwe" vallen weinig woorden vuil te maken: Dit is gewoonweg HET beste rode ridder album van de laatste jaren !
De lezer weet pas op de laatste blz. hoe de vork aan de steel zit..en dan die spanning, zo opbouwend..schitterend gewoonweg!!!

199. Loch Ness

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

10/2003

Samenvatting

Urquhart Castle, Loch Ness, Schotland.

Heer Johan arriveert er bij de Schotse Clan McLaury, met een speciale opdracht van Koning Arthur: hij moet er de mysterieuze gebeurtenissen gaan onderzoeken die door verscheidene vissers gemeld werden omtrent een gigantisch monster dat in het meer zou wonen.

Aanvankelijk wordt Johan zeer gemoedelijk onthaald door de McLaury’s, waarop hij ook gebruik maakt van de situatie om eens te informeren naar de onderlinge samenleving tussen de Schotse clans. Tot zijn grote verbazing vetelt Aodh, de burchtheer, hem dat de clans vredevol samenleven en het best met elkaar kunnen vinden. Wat Johan hem echter niet vertelde is dat juist het tegenovergestelde reeds lang vastgesteld was, er zijn constant meningsverschillen en oorlogen aan de gang tussen de clans, soms met een fatale afloop.

In het geval van de McLaury’s is er de vete met de McClantons. Van in het begin proberen de McLaury’s Johan dan ook zo snel mogelijk gerust te stellen dat er in het meer niks te vinden is, Johan kan dus volgens hen maar beter naar huis weerkeren. Johan wil er echter niet van weten en staat er op dat Lord Aodh hem een bootje ter beschikking stelt om het meer te onderzoeken. Zo ontmoet Johan Aodh’s dochter Dollidh, haar vader had haar nochtans verboden om de burcht te verlaten. Zij vertelt De Rode Ridder echter dat zijn op weg is naar de McClanton’s om bij haar geliefde Billy, zoon van Old Man McClanton, te kunnen zijn. Plots begrijpt Johan dat Aodh tegen hem gelogen heeft en dat de vete tussen de McLaury’s en de McClantons in alle hevigheid dreigt op te laaien.

Eenmaal in de burcht aangekomen is Lord Aodh zijn troepen reeds aan het verzamelen om samen met Earnan, de wachtmeester, goedschiks of kwaadschiks zijn dochter terug te halen. Johan stelt echter voor dat hij en Carmag, die Johan voordien in een duel had veslagen, eerst proberen om te onderhandelen met Old Man McClanton om verder bloedvergieten te vermijden. Bij de McClantons aangekomen loopt het echter uit de hand, want van zodra Dollidh beseft hoeveel bloed er zou vloeien indien ze blijft, besluit ze om terug te keren naar haar vader. Old Man McClanton word echter woedend en het trio moet zich een weg naar buiten vechten. Ze kiezen er voor om pr boot Loch Ness over te varen tot aan Urquhart Castle. Spijtig genoeg zijn de McClantons veel sneller en dreigen zijn Johan, Carmag en Dollidh in te halen. Plots echter worden de boten van de McClantons tot zinken gebracht waardoor het gezelschap de burcht veilig kan bereiken.

Het onverklaarbare zinken van de boten motiveert heer Johan slechts meer om de mysteries van het Loch te doorgronden. In de tussentijd overleggen Lord Aodh en Earnan hoe ze het snelst van Johan af kunnen raken om op de McClantons wraak te kunnen nemen. Ze besluiten om een groot houtblok in de vorm van het monster te water te laten en zo proberen De Rode Ridder te ontmoedigen in de hoop dat hij terugkeerd naar Camelot. Spijtig genoeg is Johan niet zo makkelijk te overtuigen en blijft hij het Loch afspeuren … wanneer hij zich uiteindelijk een laatste maal te water begeeft ziet hij iets bewegen. Voor hij het weet ziet hij een gigantisch vrouwtjesdier met kroost in het water. Johan probeert dichterbij te komen maar Nessie merkt hem op en slaakt een waarschuwende kreet, de jongen verdwijnen en een mannetjesdier stormt op Johan af. Op het laatste moment echter werpt Nessie zich tussen beide, alsof ze begrijpt dat Johan geen kwade bedoelingen heeft. Hierop volgt Johan hen naar hun geheime ondergrondse schuilplaats en belooft dat hij deze steeds geheim zal houden …

Ondertussen echter heeft Earnan echter reeds gemeld dat de list mislukt is, tot groot ongenoegen van Lord Aodh. Bij de McClantons heeft Old Man McClanton in de tussentijd echter besloten dat het tijd wordt dat hij zijn wraak op de McLaury’s en De Rode Ridde uitoefend, wat hij echter niet merkt is dat zijn zoon Billy, er in alle stilte vandoor gaat.

Johan is nog maar net naar Urquhart Castle teruggekeerd of Billy arriveert en doet uit de doeken dat zijn vader van plan is om het kasteel via het meer aan te vallen, als blijk van vertrouwen vraagt hij Lord Aodh om de hand van Dollidh, aangezien een familieband voor de Schotten heilig is. Dit gezegd zijnde bereiden de McLaury’s zich op de aanval voor en verschansen zich in het riet in afwachting van de vijand. Na verloop van tijd zien ze deze op een groot vlot naderen , net voor ze binnen bereik zijn echter, verschijnen er twee grote schaduwen onder water, uit het niets duiken Nessie en haar partner op uit het water en herleiden het vlot tot splinters. De meeste opvarenden komen om het leven, maar Old Man McClanton weet zich toch nog te redden en wordt door de McLaury’s aan boord getrokken.

Dankbaar voor het redden van zijn leven besluiten de twee clanleiders dat het nu maar eens gedaan moet zijn met die vete, hierop wordt een groots huwelijksfeest georganiseerd voor Billy en Dollidh. Wat er van Nessie en haar kroost geworden is ? Om het met de woorden van Old Man McClanton te zeggen: “Die krijgen onze nakomelingen misschien ooit nog wel eens te zien …”

De kwaliteit van de Rode Ridder verhalen is de laatste tijd weer zeer sterk gestegen, en deze Loch Ness vormt daar geen uitzondering op. Een spannend verhaal over een van de meest mysterieuze plaatsen in Europa, neem daar nog eens 2 heethoofden van clanleiders bij, en Johan heeft weer de handen vol.

Tekeningen zijn sfeerscheppend en kleurrijk ingekleurd. Een zeer waardige opvolger van het vorige album, Zimbabwe, wat ons betreft.

We kijken alvast uit naar album 200 : Oude Vijanden !

200. Oude vijanden

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

12/2003

Samenvatting

In het helse rijk van Bahaal, wacht Demoniah vol ongeduld op 7 gasten. Zijzelf en deze 7 gasten zullen de ondergang van de Rode ridder trachten te bewerkstelligen. Een voor een stellen de personen in kapmantel zich voor, het zijn respectievelijk; Vlad drakul, Murena, de Obscurant, Delira, graaf Klingsor,Yppolita en Qrandar. Stuk voor stuk vijanden die Johan ooit versloeg…...oude vijanden. Er wordt gedronken op de goede afloop, waarna Bahaal het bevel op Demoniah overdraagt. Zelf tussenkomen kan niet, gezien hij dan Galaxa tegen zich krijgt. Gewapend met hun toverkunsten en een kist wapens vertrekt het bonte gezelschap.

In het hemelse rijk van Galaxa, voelt Johan’s geliefde dat Johan in groot gevaar verkeert. Onmiddellijk zoekt ze haar wapenrusting bij elkaar. Ze staat er echter niet alleen voor, een zwaarbewapende Ishtar zal haar vergezellen.

Wat Johan zelf betreft, die bevindt zich in een zeer benarde situatie, namelijk opgesloten in een kerker van het slot Krödzkarr. Hoe hij daar verzeild geraakt is…
Enkele dagen eerder naderde hij het vlakbij gelegen Brettelburg, waar een koopman en zijn beeldschone dochter overvallen werden door rovers. Het meisje wilden ze houden voor losgeld, de oude man zou het met zijn leven moeten bekopen. Johan liet dit niet zomaar gebeuren, hij stormde op de rovers af en gaf hen een pandoering. De hoofdman raakte lichtgewond, Johan spaarde hem en liet hem vertrekken. Yacob, de koopman en zijn dochter Kara waren Johan zeer dankbaar en zetten hun tocht verder naar de burcht Krödzkarr.
Johan reisde met hen mee. Johan ontmoette er Graaf Ruffian, die hem uitnodigde te blijven. Johan bemerkte plots het paard van 1 van de rovers. Bewust van de hinderlaag spoorde hij Yacob en Kara aan te vluchten terwijl hij de aftocht zou dekken. De soldeniers waren echter geen partij voor Johan. Rascal, de alchimist wierp een glazen bol met verdovend gas naar Johan, die bewusteloos in elkaar zakte. Wanneer hij ontwaakte lag hij in een cel.

Yacob en Kara besluiten in Brettelburg hulp te zoeken. De plaatselijke bevolking haalt zijn neus op voor de goudstukken van Yacob. Een vreemd heerschap wil zich echter gratis inzetten om Johan op te sporen. Demoniah’s bende is klaarduidelijk aangekomen. Vlad Drakul werpt zich voor yacob en schakelt zijn belagers uit.
Ondertussen komen ook de soldeniers van Graaf Ruffian aan, op zoek naar Yacob en Kara. Al snel hebben ze hun doelwit gevonden. Demoniah en haar duivelse krijgers zijn er echter om hun van hun doelwit af te houden. Ze richten een waar bloedbad aan. Demoniah weet nu waar Johan zich bevindt, ze zullen hem eerst moeten bevrijden alvorens ze hem kunnen doden, ze vatten meteen de tocht naar het slot aan. Demoniah bemerkt dat er nog 2 hemelse figuren op aarde geland zijn, ze zullen moeten voortmaken.
Ondertussen tracht Graaf Ruffian Johan nog een laatste maal te overhalen om zich aan zijn zijde te scharen. Johan weigert, hij zal opgehangen worden.
De redding komt echter vanuit onverwachte hoek, Borbaz, de soldenierskapitein en tevens de rover wiens leven Johan spaarde komt Johan zijn zwaard teruggeven, waardoor hij zich kan bevrijden. Galaxa en Ishtar zijn inmiddels ter plaatse aangekomen en banen zich een weg naar het centrum van de burcht. Johan vecht zich een weg doorheen de rangen van de soldeniers en komt Galaxa en Ishtar tegen. Samen staan ze nu een pak sterker.
Demoniah en haar manschappen vorderen ook maar ontdekken dat Johan reeds wist te ontsnappen. Hun dag wordt pas compleet verknald wanneer Rascal achter hen opduikt en enkele van zijn verdovende glazen bollen werpt. Enkele momenten later bevinden zij zich in een kerker. Graaf Ruffian valt Johan, Galaxa en Ishtar aan maar wordt uitgeschakeld door een straal uit Galaxa’s zwaard. Blijft nog Rascal over die 1 van zijn bollen richting Johan wil werpen. Ishtar schiet echter een pijl af, die met de alchimist afrekent. De strijd is beslecht!
Murena werpt wat druppels zeewier uit een flesje op de grond, een ogenblik later is de burcht onbewoonbaar overwoekerd. Johan’s oude vijanden worden terug naar de hel gebracht, waar ze het mogen gaan uitleggen aan Bahaal.
Er volgt nu nog een passioneel afscheid tussen Johan en de beide hemelse schoonheden.
Johan neemt ook afscheid van Yacob en Kara, weer een avontuur tot een goed einde gebracht.

Waar te beginnen, bij zulk een memorabel nummer?
De positieve punten, Het uitgangspunt was uiterst origineel en werd overigens aangebracht door ons forum. Het zou een feestelijke bedoening worden. Met de gouden cover en oude vijanden die champagne drinken is dit wonderwel geslaagd. Demoniah, Galaxa en Ishtar tezamen in 1 album, dat was lang geleden en we keken er allemaal naar uit.
Het negatieve… Alvorens een opsomming te maken, toch even iets nuanceren, dit is een uitzonderlijk album, geen doorsnee verhaal dus en dat is het ook niet geworden. Karel heeft resoluut gekozen voor een hoog humoristisch gehalte en niet zozeer een doodspannend album. Bovendien veroorzaakte de hetze rond de luxe uitgave een negatieve sfeer rond het album. Dit was vanzelfsprekend niet bevorderlijk voor de interpretatie van het album. Wie iets verwachtte zoals Klingsor en De vervloekte stad kwam bedrogen uit, geen extra aantal pagina’s…
Begrijpelijke kritiek is het feit dat de vijanden niet volledig uitgespeeld worden, slechts Murena kan een van haar specialiteiten laten zien. Bovendien worden ze uitgeschakeld door een miezerig alchimistje, toch wel zielig voor zulke helse slechterikken. Ook Galaxa en Ishtar hadden wel wat meer werk kunnen krijgen. Er is dus duidelijk iets mis met prioriteiten in dit album, en eens te meer schreeuwt dit album om 30 extra pagina’s.

Dit album geeft me het gevoel dat Karel Biddeloo zijn fans iets speciaal wilde geven, iets ongezien. Vergelijk het met een ex-libris of originele plaat. De gedachte erachter was speciaal, met een knipoog naar zijn eigen oeuvre. Humor en zelfkritiek staat centraal, eigenlijk mag je niet op zoek gaan naar een verhaal. Wanneer je jezelf dit laatste voorhoud, dan is het een kwartiertje ontspanning, niet meer en niet minder.
De lage score is op gebied van verhaal zeker terecht!

201. Het boze oog

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

18/02/2004

Samenvatting

We bevinden ons in Jarapur een handelsstad in het verre Oosten. Een gemaskerde dringt het paleis van de Radja binnen. 2 geheimzinnige mannen Zauch en Zaïm kijken toe. De onbekende is intussen diep in het paleis binnengedrongen maar de bewakers ruiken onraad. De onbekende kan niet anders dan de wachten uit te schakelen. Daarop verlaat de onbekende het paleis. De onbekende noemt yurik en was op missie om toegelaten te worden tot” Het boze oog” een geheim genootschap. Hij moest bewijzen dat hij de garde van de Radja getrotseerd heeft. De insignes van de vermoorde paleiswachten die Yurik meenam voldoen perfect.

De volgende morgen worden de 2 lijken ontdekt. Johan blijkt ook in het paleis te verblijven en onderzoekt de lijken. De Radja kent de reputatie van Johan en vraagt hem om hulp, gezien de raid van deze nacht niet de eerste was. Johan maakt kennis met Hissar, de rechterhand van de Radja. Hissar uit zijn bewondering voor Johan. De 3 mannen worden echter afgeluisterd. Johan trekt een gordijn weg waarachter een jonge vrouw staat. Het is Yasmina, zuster van de Radja. Hissar heeft een serieus boontje voor Yasmina, maar de liefde is allerminst wederzijds. De Radja vertelt Johan ondertussen dat “ Het boze oog “ een genootschap van meesterdieven is, en dat hij vermoedt waar ze op uit zijn. Johan volgt de Radja naar een zwaarbewaakte zaal die op een kluis lijkt. Het slot is een vernuftig systeem dat reageert op de warmte van de hand van de Radja.
Centraal in een schrijn staat de avondster, een kolossale ammethist die door Adam uit het paradijs zou weggenomen zijn en die de macht van de Radja’s voorstelt.
Terwijl Johan en Hissar de nodige defensiemaatregelen treffen vindt een eigenaardige ontmoeting plaats in het schuiloord van “ Het boze oog “.

Yurik betreedt de geheime tempel van “ Het boze oog “ en maakt er kennis met de vrouwelijke leider van het genootschap, Ziyoe.
De proef was geslaagd en Ziyoe wil Yurik lid maken van het genootschap. Hij moet zijn hand geven. Ziyoe maakt een snede in Yurik’s hand en plaatst er een lichtgevende blauwe bol in. De wonde heelt ogenblikkelijk en er blijft een gesloten ooglid over.
Al snel ervaart Yurik de kracht van het oog , het geeft licht en wijst de juiste weg.
Yurik wordt aanvaard in het midden van de andere leden.
Meteen krijgt yurik een opdracht , die hij gretig aanneemt.

Yurik baant zich met behulp van het boze oog een weg door de rioleringen van Jarapur.
Hij ontwijkt de hindernissen die Johan en Hissar voor hem gelegd hebben en doodt verscheidene paleiswachten. De laatste hindernis is Johan zelf, die door het licht van het boze oog neergebliksemd wordt. Bijgekomen gaat hij in de achtervolging.
Ondertussen zijn de Radja, Yasmina en Hissar ter plaatse gekomen , waarbij ze meteen opmerkten dat de avondster verdwenen is , alsook de rode ridder. Hissar verdenkt Johan ervan mededader te zijn. Yasmina reageert hier fel op, waarna Hissar haar uitnodigt om mee op zoek te gaan naar Johan.

Yurik heeft de tempel ondertussen weer bereikt en overhandigt Ziyoe de avondster. Ziyoe nodigt Yurik uit om haar naar haar vertrekken te volgen. Ze geeft hem gif te drinken en terwijl hij sterft vertelt ze dat de blauwe stenen parasieten zijn die krachten geven maar tegelijkertijd ook levenskracht nemen. Nu ze de avondster heeft, heeft het genootschap voor haar geen betekenis meer. Hissar en Yasmina komen ondertussen aan in de tempel. Blijkbaar werden ze verwacht . Hissar bekent een spion te zijn en dat hij Yasmina meelokte om haar uit te leveren aan Ziyoe, die losgeld voor haar wil eisen.
Johan is ondertussen ter plaatse en heeft na een tempelgenoot uitgeschakeld te hebben zich vermomd als een van de tempelgenoten. Johan komt in actie en bevrijd Yasmina. De paleiswacht komt vergezeld van de Radja ter plaatse en doodt bijna iedereen van het tempelgenootschap. Ziyoe en Hissar weten te ontsnappen. Yasmina kan echter zeer goed schieten met pijl en boog, Hissar betaald zijn verraad met de dood. Johan gaat ondertussen achter Ziyoe aan. Hij haalt haar in en Ziyoe doet haar masker af. Het is demoniah!
Er springt een vonk over tussen Johan en Demoniah, Johan geeft demoniah de kans om te ontsnappen en veinst dat hij te laat kwam.
De avondster wordt terug naar zijn schrijn gebracht en er volgt een enorm feest.

Een enorm boeiend en vrij origineel verhaal. Het opmerkelijke heroptreden van publiekelijke vijand nummer 2 “Demoniah”. Prachtig aan het einde is de vonk die er tussen Johan en Demoniah overspringt. Origineel in die zin dat Johan Demoniah bewust laat ontsnappen. De donkere sfeer benadrukt het stil sluipende personage van Yurik en komt de sfeer ten goede.
Uiteraard laat het beperkte aantal bladzijden niet toe om de verhaallijnen deftig uit te diepen, maar that’s the way is is. Die dingen in acht genomen en het mooie tekenwerk van Biddeloo is het een mooi album dat het gestaag stijgende niveau ( na het tegenslagende “ Oude vijanden “ )voortzet.

Naar Biddeloo’s gewoonte duiken er een aantal eigenaardige snufjes op, zoals de deur die opent naargelang de lichaamstemperatuur van de Radja. Zo kennen we Biddeloo!
Het allereerste prentje van het album toont ons Jarapur by night. Hoewel fototechniek vind ik het een adembenemend plaatje !

202. De piraten van Sluis

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

21/04/2004

Samenvatting

Enkele weken na de guldensporenslag blokkeren de Fransen uit wraak voor hun nederlaag tijdens die slag de ingang van het Zwin, nabij Cadzand. Johan merkt de Franse vloot op en haast zich richting Cadzand, waar gewapende burgers hem opwachten. Op zijn vraag of Franciscus reeds aangekomen is, verwijzen ze hem naar de herberg van Franciscus “De piraat”. Daar aangekomen wordt hij begroet door Franciscus. Deze stelt Johan voor aan een groepje mannen die de Fransen piraten noemen. Johan is in opdracht van de Graaf van Vlaanderen op zoek naar krijgsmakkers die hem willen helpen het Zwin open te houden.
De piraten staan vrij sceptisch tegenover Johan en Yoppe, 1 van de ruwe zeelui werpt een mes rakelings naast Johan, die koelbloedig het lemmet ontwijkt. Yoppe krijgt zijn mes terug, met daarbij een beker wijn op zijn hoofd!
Om de Fransen te kunnen verslaan moeten de piraten verenigd worden, een hele uitdaging! Alvorens te recruteren wil Johan een gesprek met Gwijde, de graaf van Zeeland. De beeldschone Marina zal zijn gids zijn!

Johan gaat het kasteel van de Graaf alleen binnen, Marina, die ook piraat is blijft wachten aangezien de Graaf niet zo gesteld is op piraten. Johan geeft de brief van de Graaf van Vlaanderen af, waarop de Graaf van Zeeland zijn twijfels uit en Johan laat arresteren. Johan laat dit niet zomaar gebeuren en breekt los, wanneer echter blijkt dat er bloedvergieten aan te pas komt om te ontsnappen werpt hij zijn zwaard weg en geeft zich gewonnen. Wanneer Johan vastzit trekt de Graaf een kapmantel aan, geeft zijn soldeniers enkele bevelen en zoekt Marina op, die buiten het kasteel wacht. Graaf Gwijde vraagt Marina om hem tot bij Jan Crabbe te brengen. Bij de herberg aangekomen verlaten 2 ongure mannen horizontaal de herberg via het raam. Het zijn valsspelers, ze maken zich uit de voeten maar zweren wraak te nemen. Jan Crabbe vertoont zich, het is een reus van een man, en ijzersterk. De Graaf geeft Crabbe en Marina zijn zegel en het zwaard van Johan, ze mogen hem gaan bevrijden. Achter de schermen zal hij de piraten steunen.
Tijdens de bevrijdingsopdracht is geen soldenier te bekennen, die zitten halfdronken te feesten dankzij de wijn die de graaf hen schonk. Eens bevrijd verlaten ze het kasteel in spoed.

Inmiddels zijn Geert en Berten , de 2 ongure mannen op weg naar de Franse vloot. Ze worden snel opgemerkt en gevangen genomen. Ze overtuigen de Franse admiraal van hun bedoelingenen en verraden de plannen van de piraten. Hierop zet de Franse vloot koers naar Cadzand, om er met het piratennest af te rekenen. De Fransen ontschepen en trekken geruisloos op. Johan en zijn gezellen zijn ondertussen terug te Cadzand waar Fransiscus hen ontvangt. Plots breekt paniek uit onder de manschappen, ze hebben de Fransen waargenomen.
Franciscus stuurt een schip richting Sluis om de vloot van Jan Crabbe te verwittigen, tot deze aankomt zullen de overblijvers de Fransen moeten ophouden. Marina, blijft dapper bij de groep weerstanders. Franciscus, Johan en Jan Crabbe vormen de speerpunt.
Berten en Geert leiden de Fransen door het moeras maar vinden de constante bewaking vervelend en besluiten er vandoor te gaan, nu ze een stuk drijfzand tegenkomen. Ze springen over de dodelijke hindernis. Enkele achtervolgende Fransen zijn niet zo fortuinlijk.
Wat verder stoten Geert en Berten op Jan Crabbe en zijn manschappen. Crabbe rekent onmiddellijk met de verraders af. Wat verder in de duinen zijn de piraten onder leiding van Johan slaags geraakt met de Fransen, de piraten leveren uitstekend weerwerk, maar de overmacht van de Fransen is groot. De Franse admiraal zet nog meer voetvolk in, waardoor de piraten genoodzaakt zijn zich terug te trekken naar “De piraat”. Franciscus raakt gewond en de fransen blijven oprukken, brandende fakkels zetten de herberg in brand. De piraten moeten nu op de vlucht voor de Fransen die de overwinning nabij zijn.

Dan doemt de piratenvloot op, die brandende projectielen op de Fransen afvuurt. De Franse grondtroepen zijn stomverbaasd en nemen de vlucht wanneer een piratenschip grondtroepen afzet. De slag gaat nu tussen de Franse vloot en de piratenvloot. Johan en Marina bevinden zich aan boord van een piratenschip en leveren daarbij een hevige strijd. Wanneer het admiraalsschip van de Fransen ten onder gaat geven de overige Franse schepen het op en varen weg. De Zwinmonding is weer vrij voor verkeer.
De bewoners van Sluis lauweren de piraten, zij zijn de helden van de dag. Achter de schermen is ook Graaf Gwijde een gelukkig man.
Johan neemt afscheid van Franciscus en verlaat de streek, weer een opdracht met verve vervuld!

Dit verhaal zou zich chronologisch enkele weken na “De leeuw van Vlaanderen” afspelen.
Het plaatje klopt in dit geval, de 2 albums zouden recht na elkaar uitgegeven hebben kunnen worden.
De piraten van Sluis is spannend van begin tot einde en toont eens te meer de hoogmoed van de Fransen, zelfs na de nederlaag te Kortrijk. Het zou de Fransen nog enige tijd vergen om terug greep over deze regio te krijgen.
Wat het tekenwerk betreft, prachtige tekeningen afgewisseld met wat haastig werk. Niettemin een zeer degelijk rode ridderverhaal. Biddeloo had de goede richting weer volledig te pakken, zijn compas stond richting topverhalen. Dit is nu zuiver persoonlijk, maar dit verhaal mag gerust naast de grote verhalen uit het verleden liggen, het zal de vergelijking met verve doorstaan.
Leuk is de Cameo van Franciscus.

Encyclopedie

Personages

Locaties

 

203. De Vulkaangod

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

16/06/2004

Samenvatting

Johan zwerft rond in Zuid-Azië, op een avond merkt hij een rookpluim en rondzwervende aasvogels op. Onmiddellijk haast hij zich naar de onheilsplek, waar hij verkoolde lichamen ziet liggen. In de omgeving is echter geen vuur te bespeuren, een raadsel…

Johan merkt een karrenspoor op en besluit dat te volgen. Plots spreekt een stem tot hem vanop een rots. Het is Grograk, een hogepriester van het vulkaanvolk. Hij maant Johan aan de sporen niet verder te volgen aangezien na het invallen van de duisternis de Yeni’s, gevaarlijke roofdieren, op jacht zijn. Ondertussen zijn de verkoolde lichamen tot as vergaan. Johan ziet schijnbaar van zijn plan af, en houdt zich schuil achter een rots. Wanneer hij denkt dat Grograk verdwenen is, zet hij zijn speurtocht verder. Grograk merkt dit en besluit de ridder nog een laatste kans te geven. Een vuurzee moet Johan tegenhouden. Johan laat zich echter niet tegenhouden en springt over de vuurzee.
Hij zet zijn tocht verder, gadegeslagen door Grograk en een jong meisje dat zich achter de rotsen schuilhoudt.

Wat verder in de bergen staan de Yeni’s gereed om Johan aan te vallen, Johan weet verscheidene Yeni’s te treffen , maar ze blijven aanvallen. Het meisje dat Johan gevolgd heeft jaagt de leider der Yeni’s,Gruwaard, weg met haar vlammende ogen. Het meisje stelt zichzelf voor, ze heet Flamina. Op haar uitnodiging volgt Johan haar naar haar volk, dat in een vulkaan woont. Haar volk aanbidt Vulkan, de vulkaangod. Flamina is de dochter van Grograk, ze wil de streek verlaten. Haar volk lokt karavanen in de val om aan voorraden te geraken. Samen bereiken ze de vulkaanstad, daar staan de sporen van plunderingen onder de vorm van karren vol voorraden. Johan draagt Flamina op om voor zijn paard te zorgen terwijl hij Grograk volgt naar de vulkaangod. Vulkan is blijkbaar onder de indruk van Johan, de vulkaangod wil hem persoonlijk spreken. Samen met Grograk daalt Johan de trappen af, de diepte in. Helemaal beneden is het snikheet, Johan ziet er een geheimzinnig boek liggen, het boek met de hele geschiedenis van het vulkaanvolk.
Dan verschijnt de god Vulkan. Hij vraagt Johan wat hij komt zoeken, waarop Johan antwoordt dat hij de schuldigen van de plunderingen en de moorden zoekt om hen te straffen. Vulkan is razend en toont zijn macht, door vuur te spuwen richting Johan.
Vulkan vraagt Johan zich bij hem aan te sluiten en zijn leger te leiden. Johan beseft dat hij tijd moet winnen en vraagt om eerst het boek te mogen inzien. Vulkan stemt toe maar verwacht een dag later antwoord te krijgen. Terug bovenaards wordt Johan aan tafel buitgenodigd. Flamina, Grograk en hun dienaar Arnak vervoegen hem. Na het eten kijken ze samen het boek in. Daaruit leert Johan dat het vulkaanvolk miljoenen jaren geleden een strijd leverde tegen lichtwezens. Het vulkaanvolk ( toen geesten, demonen ) verloren en Vulkan werd opgesloten in de vulkaan, waar hij ook nu nog huist.
Grograk verlaat Johan en Flamina, hij draagt Arnak op om de wacht te houden. Johan en Flamina onderzoeken het boek verder.Johan bedenkt dat het vernietigen van het boek de enige manier is om af te rekenen met de vulkaangod. Hij laat Flamina alles in orde brengen voor hun vlucht. Het boek waarschuwde ondertussen Arnak, die klaarstaat om johan een kopje kleiner te maken. Arnak’s ogen schieten vuur maar Johan is hem met een spiegel te vlug af, Arnak wordt door zijn eigen vuur verteerd. Johan daalt daarop de trappen af naar de vulkaangod. Daar werpt hij het boek in de lava. Grograk daalt ondertussen ook de trappen af, maar Johan is op zijn hoede en slaat hem neer.
Vulkan is actief geworden, lavastromen vloeien de woonvertrekken van het vulkaanvolk binnen. Hij zet Grograk aan om johan te achtervolgen. Ternauwernood weten Johan en Flamina de grot te verlaten, Grograk gebruikt zijn magie om een vuurbal naar Flamina te gooien, haar paard zakt in elkaar, maar Johan hijst haar op zijn paard. Vulkan heeft zich ondertussen blootgegeven en zet Grograk aan nog een aanval te doen. Grograk maakt zich op om een nieuwe vuurbal te werpen. Gruwaard en zijn Yeni’s vallen echter op dat ogenblik aan, Grograk wordt verscheurd. De vulkaangod vernietigt zichzelf in een massale vulkaanuitbarsting.
Johan en Flamina weten als enigen het inferno te ontvluchten. In de bewoonde wereld nemen Johan en Flamina afscheid van elkaar.

Dit is het eerste album dat verscheen na het overlijden van Karel Biddeloo. Ik ben er zeker van dat menig rode ridderfan dit verhaal las met een brok in de keel.
Na het realistische ridderverhaal van «De piraten van Sluis » gooit Johan het weer over een hele andere boeg.
Het is een typisch Karel Biddeloo verhaal met de nodige bovennatuurlijke tintjes. Behoedzaam tracht dit verhaal de impact te bereiken dat bijvoorbeeld Necronomicon had.
Het verhaal is echter verfrissend anders. Er wordt een zekere mate van spanning opgebouwd en gehandhaafd. Klassieke ingrediënten zoals de magiër Grograk en de schone Flamina mochten natuurlijk niet ontbreken. Het tekenwerk is wederom van wisselende aard, dan weer adembenemend, dan weer wat vluchtig. Het zij Karel vergeven, hoevelen zouden hem dit nog nadoen?
De meeste fans wisten dit verhaal echter niet te smaken. Ieder zijn mening natuurlijk. Thema's die moeten opboksen tegen oudere topverhalen zoals het reeds aangehaalde Necronomicon zijn natuurlijk vaak op voorhand verloren, de ietwat zwakke vulkaangod die maar al te snel om de tuin geleid wordt vormt volgens mij ook een zwakke schakel.
Naar mijn mening ( ok, 100 % subjectief )is dit 1 van de mooiste coverplaten die ik ooit op een rode ridder zag.
Overigens zit het computermatige inkleurwerk echt wel op de goede lijn nu !

205. Het scheepskerkhof

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

13/10/2004

Samenvatting

Al dagen woedt er een zware storm op zee. Wanneer de storm gaat liggen is kapitein Zartos van de Albatros bezorgd om de averij die het schip opliep. De stuurman bevestigt dat het roer niet meer luistert en dat ze overgeleverd zijn aan de elementen van de zee. Johan meldt dit nieuws aan Isaac, een Joodse rabijn die hem inhuurde als lijfwacht, en zijn vrouw Esther. Ondanks het windstil is merkt Isaac op dat er een luchtstroom door het raam komt en ook het gescheurde zeil wappert heen en weer. En dan blijkt de Albatros aan het varen is. Als de uitkijk roept dat er een misbank op komst is, proberen Johan en de bemanningsleden het roer nog om te gooien, maar zonder resultaat. De Albatros vaart recht de mistbank in en in de mist duiken plots overal scheepswrakken op, zonder dat er een spoor van leven is.

De Albatros komt tot stilstand tussen allerlei soorten schepen, o.a. een Chinese jonk. Isaac lijkt niet onder de indruk en kan er een verklaring voor geven wanneer Johan plots gevaar bemerkt en Isaac op de grond duwt. Een scherpe pijl zich boort zich in de reling op de plats waar Isaac zonet stond. Een tweede pijl zoeft door de lucht en treft een matroos in het hart, die overboord valt. Johan heeft ondertussen de aanvaller ontdekt en haalt snel een kruisboog, waarmee hij de aanvaller op Chinese jonk neerschiet. Ook een tweede sluipschutter in de mast moet het ontgelden. Ondertussen vindt er op de reling achteraan het dek een nieuwe aanval plaats. Johan trekt snel zijn zwaard en geraakt in een gevecht met de aanvallers, en wordt daarbij geholpen door Esther, die met de kruisboog enkele aanvallers neerschiet. Hierop vluchten de overvallers snel weg.

Johan volgt Isaac naar zijn kajuit waar hij een verklaring geeft voor wat er gebeurt. Er lijkt een krachtige magnetische storing aan de gang te zijn, doordat de slinger die het noorden aangeeft als gek ronddraait, en in de zandloper van Isaac lopen de zandkorrels niet meer door. De verklaring die Isaac hiervoor geeft is dat de tijd stil staat. Op dat ogenblik komt Derrick, de stuurman, binnen om te melden dat er een mysterieus licht dichterbij komt. Het blijkt tot ieders verbazing een Romeinse galei te zijn. Er wordt een loopbrug naar de Albatros gelegd en Marcus Tullius, de admiraal, betreedt het schip en wil een voorstel doen aan de bemanning van het schip. Marcus Tullius stelt de Albatros een alliantie voor tegen de Chinezen, om hen uit te roeien en tot een alleenheerschappij te komen. Als de Chinezen overwonnen worden zou de bemanning van de Albatros deel uitmaken van het Grootromeinse rijk. Als Isaac zegt dat de macht van Rome niet meer bestaat, wordt Marcus Tullius woest en probeert Johan te dwingen mee te werken. Maar als Johan weigert, besluit Marcus Tullius bedenktijd te geven tot de volgende avond, en indien de Albatros weigert mee te werken zullen de Romeinen hen aanvallen.

Na dit onderhoud gaan Johan, Isaac en Esther overleggen in het ruim. Daar verklaart Isaac voorzien te hebben op deze plaats te belanden in functie van zijn onderzoek naar onverklaarbare natuurfenomenen. De oorzaak van het mysterie zou op de zeebodem liggen, dus heeft Isaac een duikerklok meegebracht, die daarop neergetakeld wordt in de zee. In de lens kan Isaac zien dat er een onbekende energiebron werkzaam is op de zeebodem. Isaac heeft ook enkele hoogtechnologische wapens meegebracht om zich te verdedigen tegen eventuele aanvallen. Als Johan aan dek komt staat Esther op het punt zo’n wapen, een soort bommenwerper, te testen. Het effect dat het wapen geeft is enorm: het schip waarop gericht werd ontploft en gaat in vlammen op. Johan en Esther zien daarna twee Moorse krijgers vlug wegzwemmen.

Johan gaat hierop opnieuw Isaac opzoeken, die tot de ontdekking gekomen is dat de energiebron een overblijfsel van Atlantis is, waarvan de energiecentrales nog werkzaam zijn en zorgen voor storingen in de tijd. Omdat Johan aanvoelt dat een nieuwe aanval nakend is, geeft Isaac hem nog een paar nieuwe wapens. Ondertussen wardt de Albatros aangevallen door een Moorse galei, waarop de twee ontsnapte Moorse krijgers te herkennen zijn. Esther laadt de bommenwerper en vuurt op het schip. Hoewel de bom voor de boeg inslaat vlucht de Moorse galei meteen, en wanneer Johan zich omdraait merkt hij dat dit een afleidingsmanoeuver was: de Albatros wordt langs de andere kant aangevallen door Vikings. Esther schiet het schip met de bommenwerper in duizend stukken, maar de Vikingen slagen er in aan boord te komen. Dit is het moment om de nieuwe wapens uit te testen: de projectielen bevatten een groene, slijmerige massa dat opzwelt en de Noormannen het bewustzijn doet verliezen.

Ondertussen heeft Isaac het toestel om de onderzeese krachtbron te vernietigen in orde gesteld. Dit toestel moet door de patrijspoort in zee gebracht worden, waarvoor hij een paar helpers nodig heeft. Met nog een nieuw wapen, nl. een kruisboog met glazen bollen, begeeft Isaac zich aan dek, terwijl een aantal Moorse krijgers de Albatros wil enteren. Als deze glazen bollen ontploffen stijgt een gele damp op die de aanvallers verdoven voor lange tijd. Op ditzelfde moment duikt de Chinese jonk weer op om de Albatros aan te vallen. Esther wil met de bommenwerper schieten, maar het mechanisme hapert. Net als de Chinezen willen aanvallen wordt hun jonk bestookt met een hele resem brandende pijlen, die hun schip in vuur en vlam doet opgaan: deze projectielen komen van de Romeinse galei van Marcus Tullius.

Ondertussen gaan Johan, Isaac, Esther en Derrick de metalen bol halen en laten die zakken in de zee. Terwijl de Moren, Romeinen en Vikingen in een bloedig gevecht verwikkeld zijn ontploft de metalen bom, die de overblijfselen van Atlantis wegvaagt. Als de lucht opklaart zijn alle scheepswrakken en dode vijanden verdwenen en is de mist weg. Het tijdsverloop is weer normaal en de aanvallers, die uit een andere tijdzone komen zijn ondertussen tot stof vergaan. De Albatros vaart terug naar de bewoonde wereld, maar de vraag is of Atlantis wel helemaal vernietigd is: de zone van het scheepskerkhof wordt de dag van vandaag namelijk de Bermudadriehoek genoemd.

In dit verhaal wordt opnieuw gegrepen naar science fiction en wordt het alom bekende concept van Atlantis gebruikt. Opnieuw Atlantis dus, alsof er niets anders te verzinnen valt om onverklaarbare zaken te verklaren.

De opbouw van het verhaal zit meteen goed. Het begint allemaal veelbelovend en mysterieus, je merkt zo dat er een poging gedaan wordt om echt iets te maken van het verhaal. Al vlug ontaardt dit verhaal in een soort futuristische oorlogsfilm. Op den duur zit er maar weinig structuur meer in het verhaal: de Albatros wordt voortdurend langs alle kanten aangevallen, terwijl er een oplossing gezocht moet worden voor die onverklaarbare zaken en de energiebronnen van Atlantis ook nog eens vernietigd moeten worden. Allemaal iets te veel om in 30 pagina’s te vertellen.

Daarnaast worden er in de strijd allerlei futuristische wapens bovengehaald, zie maar de bommenwerper avant-la-lettre. En hoe langer het verhaal duurt, hoe leuker het wordt met dergelijke wapens. Het lijkt er bij momenten op alsof er een parodie gemaakt wordt op de ridderstrip.

En tot slot: het is leuk dat er een verklaring gegeven wordt voor de Bermuda-driehoek, maar dat levert wel enkele probleempjes op: Atlantis zou volgens de mythologie ofwel aan IJsland ofwel ergens aan Griekenland gelegen hebben, terwijl de Bermudadriehoek aan Florida en de Golf van Mexico ligt. Je kan je daarnaast ook afvragen hoe al die soorten schepen daar gekomen zijn. Moorse en Romeinse galeien zullen wel eens verkeerd gevaren zijn, en een drakkar kan ook al eens serieus uit koers geslagen zijn tijdens een veroveringstocht. Maar Johan stelde reeds in het begin een vraag, dezelfde die ik mij ook nu nog altijd stel: hoe komt een Chinese jonk in godsnaam in de Bermuda-driehoek terecht? Dit is meteen het grootste mysterie voor mij in dit verhaal, een mysterie dat niet opgelost geraakt is. Een onverklaarbare zaak als het ware.

Conclusie: in dit album deed Karel Biddeloo zijn best om ons te vermaken en een goed verhaal te leveren. Het vermaken is gelukt, want vervelen deed ik mij geen moment, maar over het scenario heb ik mijn bedenkingen: het begint allemaal goed, maar vanaf het moment dat Atlantis en de futuristische wapens bij het verhaal betrokken worden krijg je een gevoel dat je dit allemaal al eens gezien (of gelezen) hebt. Ook het feit dat er enkele pagina’s te weinig waren en Biddeloo in het verhaal iets te veel wilde laten gebeuren zorgt uiteindelijk voor een meer rommelig verhaal, althans wat het tweede deel ervan betreft.

206. Gog en Magog

Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Uitgiftedatum

8/12/2004

Samenvatting

De Sinaï woestijn, Israël. Een afdeling ruiters nadert een bolwerk van de tempeliersorde. Wanneer de ruiters aankomen, wordt een van hen opgewacht en meteen tot bij een ongeduldig wachtende Gonzaga, grootmeester van de tempeliersorde, gebracht. Het is Johan, de rode ridder. Alvorens Johan een verklaring voor zijn oproep te geven, toont Gonzaga de communicatiemogelijkheden van de tempeliers in de regio. Een keten van versterkte bolwerken verkeert in staat van paraatheid. Vervolgens laat Gonzaga Johan kennis maken met Liubah, een Egyptische prinses die door de tempeliers uit de handen van een roversbende gered werd en over krachten beschikt die haar een blik in de toekomst gunnen. Op aandringen van Johan geeft Gonzaga vervolgens een verklaring voor al deze commotie. Gog en Magog, het einde van de wereld. Liubah werpt nog een blik in de toekomst door Gonzaga’s beker aan te raken, waarop deze hevig begint te beven, een onheilsteken! De vesting davert nu op zijn grondvesten, buiten de vesting stijgen geheimzinnige dampen op, met het zwaard in de hand verlaten de tempeliers hun veilige haven. Niets te bespeuren, enkel een oude man, die enkele bewegingen maakt met zijn staf waardoor de dampen verdwijnen. Gonzaga weet dat de man vriendelijke bedoelingen heeft. Het is Aaron, een verre afstammeling van de broer van Mozes. Johan en de omstaanders naderen de kraters, Liubah die achterna gekomen is weet hen te vertellen dat Gog en Magog ontwaakt zijn en dat de kraters een uitdaging zijn. Gonzaga zal nu de omliggende tempeliersposten verwittigen met het spiegelsysteem dat veel van morse weg heeft. Terug in de vesting wordt het avondmaal opgediend. Tijdens het eten wordt er uitleg gegeven over Gog en Magog. Zij zouden opgesloten zijn onder de grond van Tigris en Eufraat. Sumerische priesters zoeken reeds lang een manier om hen te wekken. Liubah overhandigde een stuk evangelie, afkomstig uit Kumrat, aan de tempeliers. Het spreekt over de wederopstanding van de twee reuzen en de verwoesting van het Heilig land. De Scythen vormen bondgenoten voor gog en Magog.
Op ditzelfde ogenblik wordt een patrouille van de tempeliers overvallen door de Scythen. Een hevige strijd barst los. De tempeliers weten een van de Scythen gevangen te nemen, maar deze pleegt zelfmoord alvorens iets te lossen.

Wat verder op een heuveltop aanroepen 3 Sumerische priesters Gog en Magog. Ze roepen de reuzen op om na hun ontwaken op te staan en de aanval in te zetten. Een bliksemflits vormt het overduidelijke antwoord, de priesters zijn spoorslags verdwenen. Liubah zakt kort daarna in elkaar, ze zag beelden van de 3 hogepriesters, die haar angst aanjagen. Het is tijd voor actie, actie die Liubah naar eigen zeggen niet zal overleven.
Johan besluit een trio tempeliers dat aan de verdediging werkt te gaan begroeten. Johan wordt zeer lauw ontvangen, wanneer hij wat verder een bebloede hand opmerkt, beseft hij dat er iets mis is. De drie mannen vallen hem aan. Johan velt ze een voor een. Hierop rijdt hij verder. Net is Johan weg, en 3 onzichtbare gestalten maken zichzelf zichtbaar, het zijn de hogepriesters; Yrrim, yrmir en Ymrir, ze maken hun plannen duidelijk. Johan komt bovenaan hun lijstje met afrekeningen te staan. Hierop verdwijnen zij weer in de onderwereld.

Ondertussen is Johan terug in het bolwerk aangekomen, waar Liubah hem opwacht, ze lijkt ongerust en vertelt hem over de hogepriesters en hun plannen. Er is nog meer reden tot ongerustheid, Aaron is verdwenen. Gonzaga zet een zoektocht op poten, tevergeefs, meer dan een voetafdruk wordt er niet gevonden. Liubah gaat terug naar het fort, Johan escorteert haar een eindje en neemt dan halverwege afscheid van haar. Aan de horizon verschijnen twee onheilspellende schimmen Gog en Magog! Wanneer Johan terug bij Gonzaga aankomt, gaan ze een kijkje nemen naar de verdedigingswerken. Een ijlbode komt slecht nieuws brengen, een leger Scythen is in aantocht. Een verkenningstocht lijkt noodzakelijk, Johan en Gonzaga stellen een eenheid samen en vertrekken meteen. Gog en Magog nemen steeds meer en vaste vorm aan. Intussen heeft het Scythenleger de aanval ingezet, de veldslag is begonnen.

Liubah is bijna in het fort, wanneer Aaron haar tegenhoudt. Hij stelt haar voor haar helderziendheid weg te nemen, Liubah gaat akkoord. Met een betovering van Aaron’s staf verdwijnt Liubah’s wondere helderziendheid, ze zal het avontuur nu overleven! Spoorslags zet ze verder koers naar de vesting.

Temidden van het krijgsgewoel duiken plots Gog en Magog op. Gog gaat meteen achter Johan aan, hij werpt hem uit het zadel en maakt zich klaar om hem met een zwaar rotsblok te doden. Een waarschuwing van Aaron redt Johan nipt het leven, de rotsblok mist zijn doel. Gog is razend en lijkt het noorden kwijt. Johan springt op een paard en weet de linies van de tempeliers te bereiken. Daar worden de werptuigen ingezet, het ziet er niet goed uit voor de Scythen. De 3 hogepriesters duiken op en laten de aanval inzetten op het fort. Aaron is echter tijdig ter plaatse en rekent met de Scythen af, hierop is het aan Gog en Magog om de aanval in te zetten. Wederom rekent Aaron af met zijn vijanden, zowel de hogepriesters als Gog en Magog worden geroosterd door de magische staf van Aaron. De dreiging is weg, evenals Aaron, die verdwijnt na de strijd. Johan neemt afscheid en vertrekt met Liubah naar de bewoonde wereld.
Een nieuwe voorspelling spreekt over een Midden-Oosten in de toekomst, waar Gog en Magog dood en vernieling zaaien.

Het deed ons wat, dit laatste album, wetende dat het met Karel’s laatste krachten gemaakt werd en vooral met veel hulp van zijn vrouw, Urssla Lundmark. Een hele krachttoer was het om dit nog af te krijgen. Een objectieve beoordeling van het album zal ongetwijfeld de vele tekortkomingen aan de kaak stellen, irrelevant volgens mij. Mij gaat het om de gevoelens die ermee gepaard gaan. Het eindpunt van een era in de rode riddergeschiedenis. Het had mooier mogen, moeten eindigen. Dit had bijlange na niet de laatste rode ridder van Karel mogen zijn, het lot besliste er anders over. Toch bedankt, Karel, voor al die mooie dames, die spannende avonturen, die kinderlijke ridderdroom die je ons bezorgde!
-- Cornelis

Karel vertelde me voor het eerst over Gog en Magog toen ik hem in Kalmthout ontmoette voor een etentje, vol enthousiasme had hij het over Johan die het opnam tegen 2 gigantische wezens gekend als Gog en Magog. Dat ging natuurlijk vergezeld van een hoop achtergrondinformatie ... wat toch maar weer weergeeft hoeveel tijd en liefde Karel in zijn levenswerk stak. Tot ovrmaat van ramp was het toen nog erg lang wachten totdat het album zou verschijnen, maar curieus was ik in ieder geval al uitermate. Karel leek terug op dreef te komen, de Rode Ridder verhalen kregen weer meer diepgang en alles liep vlotter. Getuige daarvan waren verhalen als Zimbabwe en De Piraten van Sluis, waarin duidelijk serieus wat onderzoek gestoken was. Spijtig genoeg heeft het niet langer mogen duren en hadden we met Gog en Magog het laatste album van Karel in onze handen. Spijtig, want Karel had nog tientallen verhalen te vertellen. Verhalen die ik maar al te graag gelezen zou hebben!
-- Scara

Encyclopedie

Personages

Locaties

Voorwerpen

 

 

Subcategorieën

Pagina 15 van 18