Back to Top

Albums

212. De zwarte inquisiteur

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2006

Samenvatting

Een eenzame ruiter uit het noorden, een ridder te paard is op weg naar de stad Toledo. Na diverse vragen vindt hij zijn weg en komt hij toe aan een afgelegen woning waar hij ontvangen wordt door een Spaanse schone met azuurblauwe haren, Indigo Magiste. Deze ruiter is natuurlijk niemand anders dan onze held Johan, de rode ridder die nu ook oog in oog komt te staan met Indigo’s vader Magist Magiste.
Deze nodigt zijn gast uit in zijn nederige stulp, die ze nog steeds aan het verbouwen zijn. Even later praten ze gezellig bij aan een gezellig haardvuur.

De volgende morgen, terwijl onze held zich aan het verfrissen is verschijnt er een groep soldeniers ten tonele van de Graaf van Lacrar met een bevel van de predikheer van “Conde” de Lacrar om Indigo mee te nemen naar het kasteel alwaar zij gedwongen in het huwelijk dient te treden met de zoon van de Graaf , Felipe.
Wanneer Indigo het gezelschap uitlacht besluit men haar te schaken, iets wat onze held met alle middelen tracht te beletten. Jammer genoeg is de overmacht te groot en wordt hij neergeslagen. Als hij even later terug bijkomt zijn zowel Indigo als haar vader verdwenen en staat de woonst in lichterlaaie. Onze held gaat binnen in de ruïne van de woning en treft er de “Grimoire van Merlijn” ongeschonden aan. Na een kleine zoektocht vindt hij er ook bruikbare kledij en enkele Indische wapens zoals een khunda en een Katar. Zijn eigen bezittingen zijn immers in de brand gebleven.

Even later begint Johan aan zijn zoektocht naar Indigo, en volgt hij het spoor van de ruitersgroep richting zuiden. Het is reeds avond wanneer onze held de landerijen van de Graaf van Lacrar bereikt. Hij maakt er kennis met een fokker van “Toros Bravos” de vechtstieren die men nu nog steeds in Spanje heeft. Opeens slaat de man in paniek wanneer hij ziet dat zijn dochtertje, Ana Lucia in de roekeloosheid van haar vlindervangst zich in de weide van een briesende stier heeft begeven. Johan springt snel over de omheining en kan op het nippertje het meisje voor de woeste hoorns van de stier wegrukken. Met de hulp van het meisje haar mantel slaagt hij er in de stier te misleiden en zo als een echte torero de gelegenheid te creëren om te ontsnappen. De veehouder is onze held zo dankbaar dat hij Johan een slaapplaats voor de nacht, alsook een rijk maal aanbiedt.

De volgende morgen vertrekt onze held weer en komt hij even later aan bij een stadje en een rijzige sombere burcht, alwaar er voorbereidingen bezig zijn voor een nakend feest, een huwelijksfeest … tussen de misvormde zoon van de Graaf en Indigo.
Onze held besluit dat hij in het kasteel moet zien te komen en met slechts zijn haren te kleuren heeft hij een pracht van een vermomming.

Even later is onze held in het kasteel en vindt hij er al snel Indigo die als een razende tekeergaat tegen de dienstmeisjes die haar haar willen kleuren. Onder het mom Indigo pogen te kalmeren krijgt hij de gelegenheid haar even te spreken.

Na even in de keuken verscholen geweest te zijn, besluit onze held dat het tijd is om te handelen. Zo hoort hij het gesprek tussen de kasteelheer en een fanatieke Inquisiteur. Onze held raakt echter het spoor bijster als het tweetal zich door middel van een liftsysteem naar de donjon begeeft. Daardoor besluit hij de berg waarop de donjon gebouwd is te beklimmen. Onze held weet echter niet dat hij per ongeluk een slapende soldenier gewekt heeft met een vallende steen en dat deze laatste reeds een signaal gegeven heeft aan de donjon.

Johan slaagt er in door te dringen tot in de donjon, maar treft in de ruimte een vrouw aan die ontwaakt. Hij probeert haar te bedaren en besluit haar dan maar te knevelen omdat hij hier niet in slaagt. Even later treft hij terug de Graaf en de monnik aan samen met de misvormde zoon van de Graaf aan. De man slaagt er niet in deftig te spreken en daar slechts zijn verzorgster de klanken van de jongeman begrijpt wordt er een dienaar op uitgezonden om haar te wekken. Dit tot ergernis van onze held want hij heeft juist de verzorgster gekneveld, dus besluit hij de dienaar uit te schakelen en zich ten tonele te begeven en de heren uit te vragen over de blinde Magist en zijn dochter. Echter blijkt onze held geen expert te zijn in het vastbinden van mensen want hij wordt uitgeschakeld door de verzorgster die een kruik tegen zijn hoofd smijt.

Al snel wordt Johan overmeesterd en even later ligt hij gekluisterd in de kerker. Zijn vermomming wordt doorzien en daarna wordt hij overgeleverd aan de Inquisiteur en zijn beul. De aanblik van dit alles word Indigo te veel zodat ze instemt met het huwelijk tussen haar en Don Felipe.

Drie weken later is het dan eindelijk zo ver, er is feest in de stad, jongleurs, kunstenmakers en dergelijke zijn present. Er is tevens een arena gebouwd voor een stierengevecht tussen ridder en stier. De aanblik van de ridder doet Indigo huiveren, de monnik heeft haar verraden. De ridder in de arena is niemand minder dan onze held die ongewapend is en verblind door het helse licht. Slechts via halsbrekende toeren slaagt Johan er in om aan de dodelijke hoorns te ontsnappen. Onverwachts krijgt onze held hulp, als de stierenfokker wiens dochtertje Johan ooit gered heeft de nieuwe mantel van zijn dochter naar onze held gooit. Door de stier te verblinden slaagt hij er in op de eretribune te komen en Indigo te schaken. Bij dit alles wordt de kaproen van Don Felipe verwijderd en ziet de bevolking voor het eerst het ware gelaat van hun toekomstige Graaf. Don Felipe toont zich meteen een nobel persoon door alles te verklaren en zich in naam van zijn familie te verontschuldigen.

Ondertussen heeft Fra Benetto, de predikheer- inquisiteur de benen met Indigo achter zijn hielen. Al snel wordt ze op de voet gevolgd door onze held. Wanneer ze aan komen, zien ze hoe de Inquisiteur een zwaard op de hals van Indigo’s vader heeft liggen. Met een list slaagt Indigo er in dichterbij te komen. Plots, met een mes verborgen in haar haren, snijd ze met een zwiepende beweging de keel van de predikheer door en kan zo haar vader redden. Nadien als het drietal de “lift” gebruikt om af te dalen, hakt Fra Benetto met zijn laatste krachten het touw door, waardoor het platform als een razende naar beneden suist en zo door de wrijving een brand doet ontstaan. Al snel zijn de soldeniers ter plaatse om de brand te blussen en komen onze helden van tussen de wrakstukken gekropen. De Graaf doet zijn beklag reeds bij Johan, maar dit zonder reden, zijn zoon heeft immers de liefde gevonden in de armen van zijn verzorgster.
Even later gaat het drietal op pad naar de heerlijkheid Rode alwaar er voor Indigo en haar vader een nieuwe thuis wacht.

Een pracht van een album, waar de ridderlijke aard van Johan nog maar eens naar boven komt als verdediger van onrecht en redder van jonkvrouwen in nood. Wederom gevuld met flarden waargebeurde geschiedenis waar men iets van opsteekt. Kortom een ridderlijk verhaal met inhoud en lessen voor zij die willen leren.
Meer van dit!!!

Encyclopedie

Personages

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

213. De tweede terugkeer

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2007

Samenvatting

Op een warme nazomermiddag wordt de rust in de wouden van Fagnes in het graafschap Henegouwen verstoord door een groepje ruiters. Drie ruiters, onze held, Indigo en haar vader magist Magiste zijn op weg naar Johans thuishaven wanneer ze opeens het gekletter van wapens opmerken in de verte. Onmiddellijk went onze held de teugels en rijdt het rumoer tegemoet. Hij ziet dat een groepje rabauwen zich allen op één man stort, en wanneer onze held nadert ziet hij dat het pleit al beslecht lijkt te zijn. Met getrokken zwaard rijdt onze held het hulpeloze slachtoffer tegemoet en al snel doet hij de rabauwen in het stof bijten. Slechts een ogenblik is onze held in gevaar maar hij wordt gered door Indigo, die deftig haar mannetje weet te staan. Terwijl Johan de rovers op de vlucht jaagt, ontfermt indigo zich over het slachtoffer die getekend is door vele littekens en die lichtjes schijnt te ijlen.

Wanneer Indigo de man zijn lompen verwijdert merkt ze onder de smerige kledij het wapenteken van de kruisridders op. Al ijlend praat de man over de laatste kruistocht en over iets zoals de Dassenburg…
Op dat moment ontwaakt een van de rabauwen, Eenoog, en onze held maant hem aan een graf te delven voor zijn makker. Terwijl Indigo met de zwerver naar haar vader gaat voor de eerste zorgen houdt Johan even een oogje op het delvingswerk.
Even later vervoegt onze held zich bij Indigo en haar vader die geknield de kruisvaarder de eerste zorgen toedient. Zijn diagnose na enkele test wijzen op ernstige ondervoeding alsook een serieus trauma. Eensklaps veert de man op en klampt zich vast aan onze held, al ijlend begint hij weer over die dasse… , alvorens hij weer het bewustzijn verliest van uitputting.

Na een tijd komt het gezelschap aan bij een kleine dorpsherberg alwaar de zwerver eet alsof zijn leven ervan afhangt. Het is ook hier dat onze vrienden vernemen dat de man het niet over Dassenburg, maar wel over de Dassenburcht heeft, het kasteel van de heer van Blaireau, niet zo ver van het plaatsje vandaan. Terwijl de vreemdeling slaapt, besluit de rest van het gezelschap nog even te genieten van een glas wijn en een vuurkorf. Plots komt er een ruiter aanzetten in volle vaart, die vraagt aan de waard of dat hij van paard kan wisselen.
Onze held meent de stem van zijn vroegere schildknaap te herkennen, spreekt de man aan en ja hoor, het is Chuk, die achterna gezeten wordt door een vijftiental soldeniers. Johan schaart onmiddellijk aan de zijde van zijn vroegere schildknaap en met hun tweeën wachten ze de ruitertroep op voor de herberg. Al snel is het duo verweven in een harmonieuze wapenstrijd met de soldeniers, terugdenkend aan de tijden van welleer.

In de schuur wordt de kruisvaarder gewekt door de strijdgeluiden en vol overgave werpt hij zich in de strijd aan de zijde van Johan en Chuk. De vreemdeling gebruikt echter zo een unieke stijl van vechten, een stijl die de kapitein van de soldeniers zo bekend voorkomt, en dit omdat hij ze ooit aan één man heeft aangeleerd. Meteen wendt hij de teugels richting Dassenburcht om uitleg te vragen aan de Baron. Op het strijdtoneel is nu ook Indigo verschenen en met z’n vieren hebben ze het pleit al snel beslecht.

Onze vrienden vragen één der soldeniers om uitleg en deze vertelt hen dat de Baron de Blaireau hen opgedragen had Chuk dood of levend terug mee te voeren naar de Dassenburcht omdat hij getracht had de oosterse medicijnen van diens echtgenote weg te gooien. Op dat ogenblik verheft de zwerver zijn stem en eist dat het genoeg is, dat er maar één echte Ruwald de das is en dat hij dat is. Het wapengekletter bracht zijn geheugen terug en nu weet hij weer wie hij is, de echte heer van de Dassenburcht.
Op weg naar de Dassenburcht wordt de kapitein, die het gevecht ontvlucht was om de baron te ondervragen, overvallen door eenoog, die een poging onderneemt de man te doden en hier ogenschijnlijk in slaagt. Dit alles in het kader van zijn plannetje om de rode ridder zwart te maken bij de baron.

Ondertussen vertelt de kruisridder zijn verhaal in de herberg. Over de kruistochten, over de verminking van zijn vriend Balric. Hoe ze samen gevangen genomen werden en over de slavenarbeid die ze moesten verrichten. Hoe op een dag Balric weggehaald werd, deze zijn eigen geloof verloochende en de zegelring van Ruwald ontvreemdde.Hoe hij nog jarenlang als slaaf werkte tot zijn ontsnapping.
Ook Chuk vertelt zijn verhaal, hoe hij vertrouweling en beschermer was geworden na het vertrek van de kasteelvrouwe haar geliefde en hoe de zij nu in een roes werd gehouden door het gebruik van oosterse dampen.

De volgende dag rijdt het gezelschap verder, op weg naar de Dassenburcht, waar Johan onder het mom van dolende ridder, hopend op gastvrijheid, op onderzoek uit zal gaan in de burcht. Opeens wordt de groep door Indigo’s vader tot een halt geroepen, de man ruikt bloed en ja, verderop vinden ze inderdaad een lichaam, de wapenmeester van de Baron, Bohemund de Gallard. Als bij wonder voelt Indigo een zwakke pols en onmiddellijk gaat Magist aan het werk.

Terwijl Indigo en haar vader de wapenmeester verzorgen trekken Johan, Chuk en Ruwald verder naar de Dassenburcht. Chuk en Ruwald besluiten buiten de muren van het slot te wachten terwijl Johan zijn rol van dolende ridder verder uitspeelt. Zo merkt hij bij zijn intrede dat er geen gezellige sfeer in de burcht heerst en dat de mensen er echt niet gelukkig zijn. Onze held wordt voorgeleid aan de burchtheer welke hem volgens de wetten van de gastvrijheid welkom heet aan zijn dis. Wat Johan echter niet weet is dat achter de stoel van de burchtheer, Eenoog alles gade slaagt en de baron vertelt over Johans “ aandeel” in de moord op zijn wapenmeester. Later op de avond vertelt de burchtheer over de heilzame kruiden die zijn vrouw beter zouden moeten maken. Ondertussen buiten neemt Ruwald Chuk mee naar iets waar hij Balric nooit over gesproken heeft.

Later die nacht gaat Johan op zoek naar de burchtvrouwe. Hij vindt haar achter een deur die ruikt naar een typisch oosterse kroeg. Wanneer hij haar benadert bemerkt hij de staat van waanzin waarin de vrouw verkeert en dat zij zoals Chuk reeds vermoedde zo gehouden wordt door het gebruik van hasjiesj. Snel doet Johan de inhoud van een lederen buideltje in de vrouwe haar waterkan. Geen moment te vroeg, want dan staat hij oog in oog met de valse burchtheer en zijn mamelukken die de aanval op hem openen. Dit is natuurlijk buiten onze held gerekend die zoals altijd zijn mannetje weet te staan. Al gauw lijkt de overwinning nabij maar dan verlaagt de snode burchtheer zich door een mes te plaatsen op de hals van de burchtvrouwe. Hierdoor bereikt hij de overgave van Johan die neergeslagen wordt. Deze ontwaakt even later in de kerkers van de burcht.

Ondertussen toont Ruwald Chuk een verborgen gang naar het kasteel. Diep verscholen in een dassenburcht. Na enkele gangen te hebben doorkruist komen ze uit in de kelders van het slot. Het tweetal spreekt af dat Chuk zijn oude meester gaat zoeken terwijl Ruwald zich zal ontfermen over zijn vrouw. Chuk wordt echter opgemerkt door Eenoog, die al snel de burchtheer gaat verwittigen. Dit alles terwijl Chuk zijn vroegere meester bevrijdt uit zijn gevangenis. Nog maar net is Johan vrij of ze komen oog in oog te staan met de slechte burchtheer en zijn soldeniers.

Johan en Chuk worden naar de executieplaats geleid alwaar men hen op de galgenladder plaatst. Om het Johan extra moeilijk te maken moet hij zijn maliënkolder aantrekken, om zo meer gewicht te dragen. Langzaam verstrijken de uren en onze helden krijgen het echt wel moeilijk. Eensklaps ziet de torenwachter een menigte naderen, massa’s haveloze boeren bestormen de burcht onder leiding van drie ruiters.
De drie ruiters zijn niemand minder dan de dood gewaande zwaardmeester, Indigo en haar vader. De zwaardmeester weet nu dat hij jaren om de tuin geleid is door een bedrieger en spreekt de manschappen toe. In zijn razernij duwt de valse baron de ladder weg waar Johan op staat om zichzelf te wreken. Maar opnieuw wordt onze held gered door een meesterlijke worp van Indigo’s messen. Onmiddellijk onderneemt hij actie en red ook zijn gewezen schildknaap uit zijn hachelijke situatie. In de schermutseling die daarop volgt ziet de valse baron de kans te ontsnappen. Hierop staken zijn mannen de strijd en tonen zij berouw en spijt voor hun daden. Allen knielen zij neder voor hun rechtmatige heer. Terwijl dit alles gebeurt gaan Johan en Chuk achter de schurken aan, maar deze zijn weten te ontsnappen via de geheime gang. Als zij aan het einde van de gang gekomen zijn vinden zij het levenloze lijk van Eenoog weer en maakt Johan zich zorgen over de toekomst met de renegaat en zijn mamelukken in de omgeving. De volgende dag begint er een nieuwe tijd voor de Dassenburcht en neemt Johan afscheid van zijn nieuwe vrienden en ook zijn oude vriend Chuck wanneer hij samen met Indigo en haar vader zijn weg verder zet naar het kasteel van Horst.

Persoonlijk vind ik dit album één van de betere van het nieuwe duo, een zeer album geslaagd album waarin de middeleeuwse sferen terug hoog in het vaandel worden gedragen. Een album dat zich echt een degelijke ridderstrip kan noemen en dat terwijl het eigenlijk meer fungeert als een tussenalbum naar Horst toe. De enige spoiler is de verjongde Chuk met een compleet andere strijdknots dan bij zijn vorige verschijningen. Verder een topper zoals ik me er graag meer laat smaken.


De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

214. De regensteen

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2007

Samenvatting

Het is een stralende lentedag wanneer Indigo terugkeert naar het kasteel van Horst. Na een strooptocht door de Hagelandse bossen waar zij op zoek was naar geneeskrachtige kruiden voor haar vader die net als zij reeds enkele maanden verblijft op het kasteel.
Wanneer zij de poort binnenrijdt word zij begroet en van haar paard ontlast door de jonge ridder Rasso, welke duidelijk tot over zijn oren verliefd is op de blauwharige schone.
Van op de kantelen slaan Johan en Alfons de Beauchamps het tafereel gade en wordt er gegrapt over zijn verliefdheid.

Opeens merkt Alfons nog een ruiter op, die met rasse schreden het kasteel nadert. Wanneer de ruiter dichterbij is merken ze dat het om een monnik gaat, een minderbroeder die wel erg gehaast moet zijn daar zij normaal geen paard gebruiken. Op de binnenkoer vertelt de broeder Johan zijn droevig bericht, Johans vriend Bernulf werd het slachtoffer van een aanslag en ligt op sterven na dood. De mans laatste verzoek was Johan te spreken, dus aarzelt onze held niet om in het zadel te springen op weg naar het klooster in Sint – Truiden.

Na een afmattende rit bereiken de twee mannen het klooster alwaar Johan zijn stervende vriend aantreft. Deze laatste ijlt slechts enkele woorden alvorens hij het rijk der levenden verlaat… “ Johan .. Gedenk Willem van Rubroeck.. zijn reis … Breng de .. regensteen terug… .
Slechts ogenblikken later wordt er een vrouwelijke oosterse bezoekster aangekondigd, die vreemd genoeg achter broeder Benulf vraagt. Johan vindt dit alles zeer verdacht en gaat al snel achter de vrouw aan. Wat later op de avond vindt hij haar weer aan een kampvuur in het bos. Ze stelt zichzelf voor als Jaimu, kleindochter van Qasar, die de broer is van Djengis Khan. Ze vertelt hem dat ze op zoek is naar de regensteen, welke zeer belangrijk is voor het welvaren van haar volk. De steen werd gestolen door een tot het christendom bekeerde sjamaan die de regensteen meenam naar de kerk. De steen bleek een tijd verdwenen maar dook ineens op in het bezit van de Vlaamse priester Willem van Rubroeck. Toen deze terugkeerde van zijn reis naar het verre oosten bracht hij de regensteen naar het klooster te Sint – Truiden, waar deze in bezit raakte van broeder Benulf.

Samen besluiten ze de achtervolging in te zetten op de moordenaar van Benulf, die ook de regensteen van hem ontvreemde. Al snel vinden zij zijn spoor terug en even later staan zij oog in oog met een nomade. Wanneer Johan hem vraagt of hij de moordenaar is van zijn vriend steekt de vreemdeling een hand in de lucht en plotseling komt een pijl vlak voor Johans paard in de grond neer.
De vreemdeling vertelt Johan dat hij niet alleen is en dat er per vinger die de hoogte in gestoken wordt een pijl zal afgeschoten worden. Als bij toverslag geeft Johan opeens zijn paard de sporen om zo het rijdier van de mongool in de flank te beuken. De mongool komt ten val en al snel weerklinkt het geluid van staal op staal. Pas wanneer Jaimu in het nauw gedreven wordt door de andere mongolen geeft onze held zich over. Ze worden beiden gevangen genomen en meegevoerd naar het kamp van de Tumat.

Daar aangekomen word Toughir , want zo noemt de moordenaar, uitbundig verwelkomd en terwijl Jaimu wordt voorgeleid bij de khan, wordt Johan vastgeketend aan de strafpaal en gesard door Toughir. Die nacht wordt er stevig feestgevierd en blijft Johan in de koude steppe geketend achter. Even later krijgt hij gezelschap van 1 van de vrouwen, die hem wat meer verteld over hun volk.

De volgende morgen komt de khan van de Tumat naar Johan en vertelt hem dat hij moet deelnemen aan een tweekamp tot de dood met de kampioen van de clan Torgul Segen. Met de linkerhanden worden de 2 kampers aan elkaar vast gebonden. Beiden krijgen ze een mes in de hand en kan de kamp beginnen. De kampers komen snel op dreef en dankzij de oosterse technieken die hij leerde kan Johan het gevecht in zijn voordeel beslechten. Tot grote angst van 1 van de vrouwen verliest de in een wurggreep gehouden kampioen het gevecht. Wanneer onze held de man laat leven word hij weggeleid om gebonden te worden, maar ziet hij nog net hoe de vrouw zich over Segen ontfermt.

De volgende nacht bevrijdt de vrouw, die zich over Segen ontfermde, onze held als dank voor wat hij deed. Ze begeleid hem naar zijn rijdier waar hij zijn bezittingen ook terug vindt. Maar onze held is niet van plan om zomaar te vertrekken, eerst moet hij de moordenaar van zijn vriend nog vinden en Jaimu bevrijden.
Hij sluipt naderbij de paardenwacht en overvalt deze. Gekleed in de mans kleren slaagt hij er in de paarden op te jagen in de richting van het Mongoolse kamp. In enkele ogenblikken staat het kamp in rep en roer en is iedereen in de weer om de paarden te vangen. Van deze afleiding maakt onze held gebruik om de gemartelde Jaimu te bevrijden uit de tent van de Khan. Dankzei de hulp van 1 van de vrouwen weet het tweetal te ontsnappen.

Enkele dagen later worden ze echter ingehaald door een achttal krijgers en zijn Johan en Jaimu genoodzaakt uit elkaar te gaan. Onze held slaagt er al snel in zijn achtervolgers in het stof te doen bijten. Hij zet stante pede de achtervolging in op Jaimu en haar twee belagers. Jaimu besluit als haar vertrouwen te leggen in de regensteen en likt er als laatste reddingsmiddel aan. Opeens verschijnen er donderwolken boven de steppe. Onze held slaagt er in de eerste van Jaimu’s achtervolgers uit te schakelen, nu volgt enkel Toughir nog. Johan doet zijn best om het tweetal in te halen. Wanneer Toughir zich klaarmaakt om de genadeslag toe te dienen wordt hij plotseling geveld door een bliksemschicht. Miraculeus genoeg is zijn kleding niet verschroeid maar is de man volledig zwartgeblakerd en in zijn handen rust de regensteen.

Jaima vraagt onze held nog even naar zijn liefdesleven en als ze hoort dat er geen vrouw op hem wacht geeft ze hem een vluchtige afscheidskus op de lippen, waarna ze elk hun eigen weg gaan, voor onze held is dat terug richting Hageland.

Waar te beginnen...?
Bij de basis van het stripverhaal deze keer. Martin Lodewijk houdt de verhalen van Johan avontuurlijk. Hij stuurt hem ditmaal naar het Oosten, in de nadagen van het glorieuze Mongolenrijk. Genghis Khan is niet meer, zijn zoon heeft de levende verlaten en verschillende stammen betwisten elkaar om gebieden en macht. Een setting die Johan nog niet aandeed, dus leest het verhaal bijzonder origineel. Tot dusver het grote overkoepelende geheel. We waren minder te spreken over de zoveelste gevangenschap van Johan, zeker als je ziet hoe Johan nadien kip kap van de Mongolen maakt. Dit aspect heeft aan alle originaliteit ingeboet en hopelijk komt daar eens verandering in. De korte scène in Horst dient om het geheel te situeren en een monnik de kans te geven om Johan op te zoeken. Nodig voor het verhaal zelf dus. Het weerzien met oude bekende Alfons de Beauchamps was dus erg kort (en eerlijk is eerlijk, de man ziet er een stuk jonger uit nu zijn haar gekleurd is!!!). Op Oker na veronderstellen we dat haarkleuringen niet echt in de mode waren, dus hier toch een vingertje in de richting van de inkleurder. Zeker gezien de kleurenpracht, schaduweffecten en dergelijke waarmee de rest van het album ingekleurd werd. Nu, laat dat de pret niet bederven. We willen Johan op avontuur, wel hij is op avontuur! Een knappe gezellin, cultuurverschillen, leuke anekdotes. Dat is de kracht van Martin Lodewijk.
Verscheidene forummers van rode ridder.be lieten vallen dat het rode ridder gevoel weg is. Wel, ondergetekende bevestigt dat. Het Biddeloo rode ridder gevoel is inderdaad weg. Voor velen is dat een jammere zaak, net zoals andere afhaakten toen Biddeloo zijn sci-fi scenario's bovenhaalde. Martin Lodewijk creëert een eigen rode riddergevoel, eigen aan het nieuwe duo. Langzaam maar zeker groeit zo een nieuw rode riddergevoel. Dat kan alleszinds een verdienste genoemd worden, en wees eerlijk, Biddeloo's verhalen leken ook in niets meer op de oorspronkelijke Vandersteen verhalen.
Over 1 ding hebben we het nog niet gehad, Claus D. Scholz. Op signeersessies heeft hij het razend druk, en terecht. Nu hij uit de schaduw van zijn collega's getreden is tovert de bescheiden tekenaar werkelijk prachtige taferelen uit zijn tekenpotlood. Als gerennomeerd westerntekenaar kan hij paarden en acties daarbij als geen ander tekenen. In dit album mogen we daar rijkelijk van mee smullen. Dan mag Johan er af en toe anatomisch wel eens verkeerd bijlopen, Claus tekent in tegenstelling tot Biddeloo alles zelf. Johan heeft na 8 verhalen toch zo'n beetje een definitieve vorm aangenomen en je merkt dat Claus natuurlijker en swingender begint te tekenen. Kortom, de sympathieke Duitser is ferm op dreef en maakt van de rode ridder een strip die zijn geld meer dan dubbel waard is.
Ondanks de inkleuringsfoutjes en de herhaalde gevangenschappen van Johan (hint hint...) vonden we dit alleszinds een zeer degelijk, avontuurlijk en knap getekend rode ridderverhaal. Wij kijken alvast uit naar "De rode kogge".


De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

215. De Rode Kogge

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2007

Samenvatting

On a sunny day nadert Johan het middeleeuwse Kampen, zowat het handelscentrum van onze toenmalige noorderburen. Niemand minder dan Hugo Pynnock achtte de tijd en de omstandigheden rijp om er in de handel te investeren. Vrouwe Jenne, de nicht van Hugo Pynnock, neemt de plaatselijke honneurs waar. Johan’s verbazing is dan ook erg groot als hij van koopman Werfhorst erg slecht nieuws verneemt. De Likedelers, een bende piraten, roofde niet enkel de lading van Hugo Pynnock, ook vrouwe Jenne werd het slachtoffer van Claes Stortebeker. Johan is vastberaden zowel Pynnock’s geld als zijn nichtje te recupereren. Het plotse opduiken van een vrije Jenne vervult Johan nog meer van vraagtekens. Hij zal het moeten opnemen tegen Claes Stortebeker, de Likedelers en hun illustere onverwoestbare Rode Kogge…

Eens te meer trekt Martin Lodewijk alle geschiedenisregisters open. Wat volgt is een les over de middeleeuwse tegenhanger van Brugge, Kampen genaamd. Door de legende van Claes Stortebeker en zijn Rode Kogge er door te mengen creëert Martin een piratenverhaal op het scherp van de snee. Pirateneer, zwaardgevechten, het enteren van volgeladen handelsschepen… het plaatje klopt volledig. De liefhebber van het meer realistisch onderbouwde ridderverhaal komt dan ruimschoots aan zijn trekken. Het beperkte aantal pagina’s laat jammer genoeg niet toe dat enkele van de personages diepgaander uitgewerkt werden. Zo hadden we Claes Stortebeker wel beter willen leren kennen. Waar komt vrouwe Jenne zo plots vandaan? Jammer dat ze al zo snel het loodje moet leggen.

Claus Scholz vergast ons naar ondertussen goede gewoonte op fabelachtig tekenwerk. Dat hij ondertussen begint te spelen met Johan en de andere personages moge duidelijk zijn. Het maakt hem niet uit of de achtergrond een bos, een kasteel of de wijde zee is, het lukt hem blijkbaar allemaal even makkelijk.

Wat voor de ene een saaie geschiedenisles is, is voor de ander het summum van de ridderverhalen. De reacties op dit album waren dan ook niet onverdeeld positief. Laat ons het er voor de Rode Kogge op houden dat je moeilijk iedereen tevreden kan stellen en dat we van Martin Lodewijk nog de nodige Fantasy tegoed hebben. Modgudur belooft alvast deze laatste zin te zullen bevestigen.


De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

216. Modgudur

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2007

Samenvatting

Om haar stervende vader te kunnen genezen gaat Indigo Magiste op zoek naar de Solferzwam. Wanneer haar zoektocht wel erg lang begint te duren gaat Johan op zoek naar zijn blauwharige vriendin. De speurtocht begint in Weris, nabij Durbuy. In no time is Johan Indigo op het spoor... Een plaatselijk figuur wil hem zelfs naar de grotten begeleiden waar Indigo het laatst gesignaleerd werd. Ogenblikkelijk wordt Johan duidelijk dat de grotten alles behalve een lichtgevende zwam te bieden hebben. Wanneer Charon hem in zijn boot over de rivier Styx meeneemt komt Johan aan in het ondergrondse dodenrijk. De zoektocht gaat verder, zij het in een andere, helse dimensie…

Het zwaartepunt van dit rode ridderverhaal ligt in wat wij stervelingen de hel noemen. Martin Lodewijk mengt voor zijn verhaal kernpunten uit de diverse mythologiën. Romeinse, Noorse en andere mythologische aspecten blijken een geheel te vormen. Dit is een prachtig uitgangspunt en biedt schier eindeloze mogelijkheden. Het voorstellen en situeren van de omgeving neemt echter te veel tijd in beslag, zodat de vaart en kracht van het verhaal hierin gedeeltelijk verloren gaat.

Waar iedereen reikhalzend naar uitkeek kregen we in dit album… het wederoptreden van Galaxa. Het is geen geheim dat Martin Lodewijk de blitse vamp graag tot grote ergernis van een schare Galaxafans naar de achtergrond wil verwijzen. Wel, de manier waarop dit optreden van Galaxa eindigt laat alle mogelijkheden open. Persoonlijk vinden we de immer guitige en goedgeluimde Indigo geen misse verschijning aan Johan’s zijde, er mag echter wel wat meer duidelijkheid komen rond de natuur van hun relatie!

Het tekenwerk van Claus is kwalitatief van hoog niveau, al moeten we toegeven dat naar analogie van de Judasgraal de monsters te braaf getekend zijn. In de plaats van angstaanjagend te zijn komen sommige creaturen wel erg grappig over. We zijn wel eens benieuwd of Claus diot bewust doet. Met Vrykolakas, de Rode herberg en andere Biddeloo monsters zijn we natuurlijk al erg verwend geweest op dit vlak!


De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

217. De man zonder verleden

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2008

Samenvatting

Diep in het Zwarte Woud werd Johan neergeschoten en beroofd van wapens en kledij. De rover wierp het schijnbaar levenloze lichaam van de ridder in de rivier, waar hij overgelaten werd aan zijn lot en de stroming. Gelukkig duikt er een redder op. Wanneer Johan ontwaakt, blijkt hij zijn geheugen kwijt te zijn, hij bevindt zich temidden een groep rebellen die vastbesloten zijn een einde aan het schrikbewind van Pankraz Rauh te maken. Zijn geheugen is hij verloren, maar zijn rechtvaardigheidsgevoel is intact gebleven. Wanneer de rebellenleider Kopfbrecher zijn handen niet van een meisje kan afhouden, komt Johan alias Wasserkrug in actie. Tot grote verbazing van de andere rebellen lijkt Wasserkrug een echte vechtjas. Kopfbrecher brengt het er niet levend vanaf en Wasserkrug is nu de onbetwiste leider van de rebellen, klaar om hen aan te voeren tegen de troepen van Pankraz Rauh...

Na Modgudur keert Martin Lodewijk het fantasygenre meteen weer de rug toe. Tijd voor bikkelharde ridderzaken. Het Zwarte Woud had net zo goed Sherwood Forest kunnen heten of Pankraz Rauh de sherrif van Nottingham. Maar what's in a name? Het resultaat is hetzelfde. Überslechterik van dienst is Hofmeier ad interim Pankraz Rauh, die in de plaats van zijn heer de boel runt, een klassiek gegeven in de verhalen van Karel Biddeloo. Pankraz houdt er zo zijn eigen methoden op na, wat uitmondt in uitzuigerij en misbruik van zijn onderdanen. Dat zal ook Indigo aan den lijve ondervinden.

Zoals we ondertussen van Martin Lodewijk gewoon zijn, krijgen we ook hier een erg sfeervol verhaal met het nodige drama te verwerken. Het geheugenverlies van Johan doet in strip-, films- en romanmiddens natuurlijk allerlei belletjes rinkelen. Zelfs Aria verliest in haar jongste avontuur, opnieuw geboren, haar geheugen. Hoe dan ook ontpopt Johan zich in ware Jason Bourne-stijl tot de raadselachtige vechtjas Wasserkrug. De climax vormt de belegering van Kreisburg. Lodewijk trekt hier nog eens alle registers open en geeft ons een les in middeleeuwse oorlogsvoering. Als afsluiter krijgen we nog een knipoog naar The Man in the Iron Mask. Pankraz Rauh weet trouwens tenauwernood te ontsnappen,. Van hem hebben we beslist het laatste nog niet gezien!

Claus op zijn beurt slaat vriend en vijand met verstomming. Zijn tekenwerk lijkt stilaan dat van de begindagen van Karel Biddeloo te overtreffen. Veel emotie op de gezichten en prachtig uitgewerkte decors (Lodewijk gaf hem werken van Hans G. Kresse ter inspiratie) maken de strip een lust voor het oog. Bovendien is het ietwat houterige tekenwerk van De Grot van de Beer sindsdien een pak dynamischer geworden. De tandem Claus-Lodewijk draait flink gesmeerd en daar plukken wij volgaarne de vruchten van.

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

218. Doodbrenger

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2008

Samenvatting

Paniek, paniek! Pankraz Rauh overleefde in “De man zonder verleden” het duel met Johan. Meer dan ooit zaait de man paniek in het Heilig Roomse rijk. Gewapend met doodbrenger, het onoverwinnelijk zwaard dat gesmeed werd met restjes van het esoterische mitreel, moordt hij zich een weg naar de overheersing van Europa. Oude bekende Rudgar van Hanau overleeft een slachtpartij van de ontaarde Pankraz. Ten koste van een arm en een been welliswaar… Het weerhoudt hem er echter niet van om naar Brabant te trekken en er beroep te doen op de gewapende hand van Johan, de rode ridder. Aangetrokken door het onrecht en de onvervalste genocide die Pankraz Rauh aanricht gordt hij zijn zwaard aan en vertrekt onmiddellijk op avontuur. Alvorens de directe confrontatie aan te gaan moet hij eerst een oplossing vinden om langst doodbrenger te geraken…

 

Doodbrenger is het vervolg op “De man zonder verleden”. Het begint allemaal heel episch. Asgard, Mitgard… De lezer wordt meteen getrakteerd op een stukje Noorse mythologie. Na het epische duiken we meteen in de dramatiek. Rudgar van Hanau verloor een arm en een been in de strijd tegen Pankraz. Niettemin overleefde hij de slachting waardoor hij Johan kan alarmeren. Deze is zichtbaar aangedaan en besluit meteen zijn vriend ter hulp te snellen. Klein probleem… Doodbrenger is onoverwinnelijk

Merlijn mag dan misschien geen volwaardige rol spelen in dit verhaal, met een slinks truukje (Martin Lodewijk moet wel heel aandachtig het album Magiërs van Atlantis gelezen hebben) waarvan wij vast en zeker allemaal het bestaan vergeten waren, weet onze held de hulp van de oude wijze in te roepen. Met Merlijn geen eenvoudige oplossingen, dat zou Johan toch stilaan moeten weten… Via een omweg langs Hamburg, waar Dixit opgepikt wordt gaat het richting IJsland, waar ondergronds de legendarische smid Volund woont. Een opvliegend karakter met een bende ondergrondse handlangers ter beschikking. Daar komt Dixit dan toch van pas. Klaarblijkelijk bestaat er een verbond dat de ondergronds levende mensen verenigt. Dixit twijfelt dan ook niet hierop een beroep te doen. Meteen worden de vijandelijkheden gestaakt, Volund smeedt een zwaard waarmee Johan aan de slag kan gaan. Johan merkt terecht op dat het met dit zwaard 1 tegen 1 is. Geen frietjes zonder mayonnaise, geen onoverwinnelijk zwaard zonder drakenbloed. Toegegeven, de vergelijking lijkt vergezocht, maar wat is er nu beter? Hoewel het erg origineel is van Martin  Lodewijk, hebben we toch een beetje het gevoel dat we hier kostbare plaats verliezen om wat komen gaat nog meer in the picture te zetten… De afrekening met Rauh.

In plaats van heel het leger van Pankraz een pak voor de broek te geven daagt Johan hem uit tot een tweegevecht. Hoe naïef Johan toch kan zijn… Natuurlijk houdt Pankraz zich niet aan de afspraak. Geen nood, Johan werkt zijn schouders los… tijd voor het hoofdgerecht. Als lezer krijgen we een eindgevecht naar ons hart. Johan op zijn sterkst, in het beste duel dat we sinds de deathmatch tegen Kinugasa mochten aanschouwen. There can be only one, een uitspraak die Johan niet onbekend lijkt. Een moment van onoplettendheid kost Pankraz het hoofd…

Johan blijft verweesd staan en lijkt wel vergiftigd door de kracht van zijn zwaard. Rudgar van Hanau beslist dat het welletjes geweest is, pakt beide zwaarden beet, richt enkele laatste woorden tot Johan alvorens hij zich van een rots in het water stort. Hij zal nooit meer bovenkomen. Zo eindigt Doodbrenger even episch als het begonnen is. Opnieuw met de aanzet tot een volgend avontuur.

 

Geen gevangenneming, wel een Johan die zonder blikken of blozen zijn tegenstander onthoofd. Zeg nu zelf, de man verdiende niet beter! Dikke pluim alweer voor Claus, die als vanouds het verhaal keurig omzet in beelden. Waar we ons wel zorgen over maken is het drankgebruik van Dixit. Misschien moet iemand hem het adres van de AA eens bezorgen.


De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

021. De wilde horde

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

1964

De Rode Ridder en Lancelot hebben Kerwijn de Magiër verslagen en keren terug naar Camelot. Daar heeft inmiddels koningin Guinevere het leven geschonken aan een zoon: Parcifal. Sir Modred huichelt blijdschap en speelt zijn verradersrol verder.
Arthur trekt zich met vrouw en zoon terug op Corvan, zijn verblijf aan de kust. Niet lang daarna weet Merlijn Modred als verrader te ontmaskeren met een tovenaarstruc. De schurk wordt opgesloten maar ’s-nachts bevrijd door de heks Gnora. Zij belooft hem een toverdrank te zullen bereiden waardoor hij onkwetsbaar zal worden. Modred belooft geestdriftig haar te volgen. Ze worden echter afgeluisterd door een melaatse, die daarop door Modred met een steen tegen zijn hoofd wordt uitgeschakeld.
Dit slachtoffer wordt de volgende dag, nog nauwelijks in leven, toevallig gevonden door Johan en Lancelot. Vóór zijn laatste ademtocht vertelt hij de ridders wat hij gehoord heeft. Die besluiten meteen de achtervolging op Modred en Gnora in te zetten. Zij worden daarbij flink tegengewerkt door handlangers van de verrader. Hierbij worden hun paarden vergiftigd en Lancelot raakt gewond. Alleen zet onze rode held de achtervolging voort. Lancelot wordt door bevriende boeren verzorgd en naar Camelot gebracht.
Intussen zijn Gnora en Modred bij de kust aangekomen. Daar moet de schurk een witte eenhoorn doden, omdat de heks de hoorn van dit fabeldier nodig heeft om het elixer te brouwen dat onkwetsbaar maakt. Modred slaagt en Gnora blijkt inderdaad proefondervindelijk de toverdrank te kunnen maken.

Hun eerste plan is de horde wilde Picten op te zoeken, die met duizenden bivakkeren op het strand en er op uit zijn het land te plunderen. Modred moet hun nieuwe leider worden en met dit leger het rijk van Arthur ten val brengen.
Wanneer de twee echter de Picten naderen, wordt Gnora meteen door een pijl gedood en drinkt Modred snel een slok van het elixer. Hij daagt de hoofdman uit en verslaat hem natuurlijk moeiteloos. Hij toont de barbaren zijn onkwetsbaarheid en stelt hun, met hem als aanvoerder, plunderingen in het vooruitzicht. Dit aanbod wordt gretig aanvaard, uiteraard.

Intussen is Johan ook reeds gearriveerd aan de kust en getuige van dit tafereel. Hij wordt helaas gesnapt door een paar Picten en valt bij zijn vlucht met paard en al van een klip.
Modred trekt met zijn machtige leger op naar Corvan, waar Arthur, hevig ontsteld door dit verraad, het hopeloze van de toestand inziet.
Gelukkig was de Rode Ridder slechts bewusteloos door zijn val en weer bij kennis volgt hij de wilde horde. Hij overvalt één der Picten, vermomt zich met de kleding van de gevallene en dringt het kamp binnen.
Guinevere, de dappere koningin, waagt nog een poging om bloedvergieten te voorkomen en sluipt uit de burcht naar het kamp van de Picten, waar zij naar Modred wordt gebracht. Daar probeert zij hem de toverdrank te ontfutselen, maar dat mislukt. De schurk wil haar dat betaald zetten, maar op dat moment dringt Johan de tent in, slaat Modred neer en pakt diens elixer. Samen proberen de Rode Ridder en de koningin uit het kamp te vluchten.
Een aantal ridders doet een uitval om de koningin te redden en met zware verliezen lukt het uiteindelijk om met Guinevere terug te keren in Corvan. Dat is mede te danken aan de moed van Johan, die elders op het slagveld vele Picten bezighoudt. Wanneer zijn positie echt onhoudbaar wordt drinkt hij het elixer op. Onkwetsbaar en rondzwaaiend met zijn dodelijke zwaard baant de Rode Ridder zich een weg naar de totempaal van de Picten met de mammoetschedel daarop. Met zijn laatste krachten haalt hij die neer en stort dan uitgeput neer.
Op dat moment komt een sterke groep ridders aanstormen met koning Arthur én Lancelot aan het hoofd. Johans vriend, inmiddels voldoende hersteld, haalde in Camelot hulp om Corvan te ontzetten. Net op tijd wordt Johan gered en de Picten worden vernietigend verslagen. Modred wordt daarentegen niet gevonden.
Door het land zwerft nu een man, die door zijn haat het kwaad in al zijn vormen verpersoonlijkt: Modred de verrader!

Met De Wilde Horde krijgen we een waardig vervolg op Kerwijn de Magier. Het is een zelfstandig avontuur maar volgt wel de verhaallijn van zijn voorganger. Het heeft weer een degelijk, spannend scenario met een snelle opeenvolging van gebeurtenissen. De magische elementen, eenhoorn en elixer, vind ik, als tegenstander van SF in deze reeks, toch weer heel goed passen in de sfeer van het verhaal. De tekeningen en inkting zijn door het gehele album heen van goed tot hoog niveau, met veel dank aan Frank Sels.
We maken hier dus kennis met de Picten, een nomadenvolk dat het het reguliere gezag eeuwenlang knap lastig wist te maken. Om maar niet te spreken van de bevolking, die veel te lijden heeft gehad van deze jongens. De Romeinen noemden hen “Picti”. Ze waren afkomstig uit het noorden van Schotland en werden uiteindelijk in de 8e eeuw door de weer uit Ierland afkomstige “Scoti” (vandaar “Scotts” of Schotten) van de kaart geveegd.
Maar hoe dan ook, het plotselinge optreden van de Picten in dit album nr. 21 geeft een dramatische wending aan dit verhaal. Samen met de onkwetsbare verrader Modred vormen zij een serieuze bedreiging voor Arthurs prille rijk. Maar gelukkig wordt deze afgewend door heldhaftig en vernuftig optreden van onze held.

Verwijzingen

Verhaalonderdelen

Personages

Volkeren

Locaties

Voorwerpen

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

 

219. De zwaardbroeders

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2008

Samenvatting

In Doodbrenger deed Johan een eed op zijn eer van ridder. Hij zou de zoon van zijn gesneuvelde vriend Rudgar Van Hanau op de hoogte brengen van zijn dood. Zo komt het dat Johan met zijn gezellin, de blauwharige Indigo door de Wouden van Lijfland, het huidige Letland, reist. Johan en Indigo zijn op weg naar het wachtslot van de Teutoonse Ridderorde waar zij de nacht wensen door te brengen. Op hun weg vinden ze een gekruisigd lijk. Het duo besluit de ongelukkige mee naar het wachtslot te nemen.

Aangekomen in het slot maakt het duo kennis met Aswin Vogelius, de  luitenant van de grootmaarschalk die op dat moment afwezig is. Na het avondmaal brengt hij Johan en Indigo op de hoogte. Tijdens de eerste kruistocht werd de Teutoonse ridderorde opgericht, zij moesten het heilige land beschermen. Na de val van het duizendjarig Christenrijk verplaatste de orde zich naar Oost-Europa om Hongarije en Litouwen te verdedigen tegen de heidense Kumanen. Estland werd bevochten door Denen, Zweden en de orde van de broeders van het Zwaard. Deze werden in 1236 verslagen en de overlevenden sloten zich aan bij de Teutoonse Orde. Sedert de Litouwse Koning terugkeerde naar de oude Goden heerste er weer grote Chaos in het land. Er worden weer mensenoffers gebracht.

De volgende dag begeven Johan en Indigo zich naar slot Kuressaare waar zij van de commandant vernemen dat de jonge van Hanau zich heeft aangesloten bij de zwaardbroeders, die zich in een oud fort in het noorden van Saaremaa bevinden. Met een gids, die omkomt gedurende een kleine boodschap, begeven Johan en Indigo zich naar dit fort. Johan onderneemt een achtervolging op de moordenaar van hun gids, maar deze pleegt zelfmoord voor zijn ogen, vreemde goden aanroepend.

Johan en Indigo bereiken uiteindelijk het fort van de zwaardbroeders. Zij vernemen er dat de jonge van Hanau zich heeft aangesloten bij een Druïda en haar volgelingen die vreemde goden aanbidden. Johan en Indigo kunnen voor één nacht gastvrijheid krijgen in het fort. Gedurende die nacht wordt er echter een aanslag gepleegd op het leven van Johan. Hij overleefd het voorval maar Indigo blijkt te zijn ontvoerd.

Johan besluit alleen de achtervolging in te zetten en kan het spoor makkelijk volgen door de slachting die de moordenaars achterlaten. Op zeker moment komt Johan in aanraking met een knaap die in gevecht verwikkeld is met een wilde beer. Na een verbijsterend gevecht met wisselende kansen slagen de twee erin de beer uit te schakelen. De jongen bleek de zoon van de houthakkers te zijn die vermoord werden door de ontvoerders van Indigo. Johan en Mikkaa de houthakkerszoon besluiten de krachten te bundelen en gaan achter de ontvoerders aan. Wanneer ze bij de kust aangekomen zijn zien ze het legertje volgelingen van Taaparita, hun Druïda en de zwaardbroeder die verliefd op haar werd: de jonge Rupert van Hanau. Johan en Mikkaa worden helaas betrapt wanneer zij hen bespieden. Een harde strijd ontstaat tegen een overmacht. Johan offert zich op voor de knaap en laat hem vluchten maar zelf wordt hij gevangen genomen…

Zwaardbroeders is zowel tekentechnisch als geschiedkundig een parel te noemen. Het werk van het nieuwe duo is nu duidelijk op kruissnelheid. Claus heeft Johan duidelijk in zijn pols zitten en dit merk ja aan de emoties die Johan vertoont in ieder plaatje. Lodewijk weet spanning, actie en weetjes goed af te wisselen in het verhaal. De Zwaardbroeders is om deze redenen misschien hun beste werk tot nu toe.

220. De vedelaar van Sint-Pauwels

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftejaar

2008

Samenvatting

Sint-Pauwels, 13e eeuw. Op een doodnormale zaterdag wordt de Sint-Pauluskerk beroofd van zijn relieken en de dochter van een dorpeling ontvoerd. Het meisje wordt snel teruggevonden in een onderaardse gang die de kerk met het Hof te Voorde verbindt. Enkel de vedelaar die de plaatselijke herberg opluisterde lijkt dapper genoeg om de gang verder te verkennen. Blijkbaar speelt deze vedelaar een dubbele vedel…  Hij speelt onder één hoedje met de reliekenrovers. In het Hof te Voorde biedt een oude bekende zijn diensten aan.  Johan de Rode Ridder en Remi van Audenaert dalen samen met enkele soldeniers af in de onderaardse gang. Ze vinden er enkel bloed en een onwelriekende, kleverige substantie. De dobbelstenen gaan aan het rollen, een clash tussen oude en nieuwe goden dient zich aan…

De vedelaar van Sint Pauwels…  Menig Rode Ridderfan keek naar dit album uit. Eerder had hij al vedelaar gedronken en artikel na artikel op rr.be gelezen met betrekking tot de nu reeds legendarische dorpsfeesten. En het feest zou nog lang duren, want onze Johan zal vanaf volgend jaar voor eeuwig te aanschouwen zijn in het brons.

Na Horst, lijkt dus ook Sint Pauwels een Mekka te worden voor rode ridderfans. Het illustreert hoe rijkelijk het verleden van Vlaanderen en Brabant wel is, want volkslegenden vind je in elke streek met de vleet. We kunnen het enkel maar toejuichen dat Martin Lodewijk als rasechte Nederlander interesse vertoont in onze volkslegenden. Ook nu weer mondt dit uit in een heuse, historisch zeer sterke strip. De Vedelaar begint als een detective en eindigt als een heroic fantasystrip. Hier moesten we vrij snel denken aan “De Waterdemon”.  Opvallend is het feit dat we steeds meer en meer van Merlijn te weten komen… Jawel, Merlijn speelt resoluut open kaart. Hij is een druïde, woont in het meer van Broceliande en heeft altijd een gouden snoeimes onder zijn tuniek (in welke stripreeks hoorden we dat nog?). Bovendien zou hij zelfs een affaire hebben met een bevallige dame, wiens meer hij dus deelt. Leuk vinden we dat! Qua tekst is er weinig nieuws onder de zon, Martin Lodewijk houdt van taalspelletjes en blijft ons vergasten op archaïsch maar oh zo sfeervol taalgebruik.

Claus blijft voor Deutsche Grundlichkeit zorgen. Opnieuw vonden we het monster niet superovertuigend neergetekend. Door het in schaduw of mist te hullen (een trucje dat Karel Biddeloo veelvuldig toepaste) blijft er toch voldoende dreiging overeind…  Claus’s werk is vakwerk.

Inwoners van Sint Pauwels herkennen vast en zeker hun burgemeester  en  zijn  zoon en forumlid Rapalje. Ook de gemeente-archivaris kreeg een cameo. Natuurlijk herkenden we meteen onze eigenste Martin Hofman. Turfsteker van beroep en niet vies van enig avontuur staat hij meer dan zijn mannetje in de donkerste dagen van Sint Pauwels. Eigenlijk zijn wij (je collega teamleden) ook  benieuwd naar de smaak van dat hemelse Laudatum!  Dat wordt delen op de volgende teamvergadering, Martin!

Subcategorieën

Pagina 16 van 18