Back to Top

Albums

060. Sidarta

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1973

De rode ridder komt in een Oostelijk gebied terecht en volgt een rotskust .Daar zoekt hij naar de stad Gymmir. Hij laat zijn paard achter en vat een beklimming aan.Eindelijk ziet hij de stad. Tijdens de afdaling blijft Johan verrast staan.
Hij hoort mannen praten die in een hinderlaag te liggen voor ene Sidarta, in opdracht van hun meester Kyrach; heerser van de stad Gymmir. Een krijger mort waarom zij Sidarta de eenzame zwaardvechter moeten doden? Johan nadert hen ongemerkt, maar plots wordt hij toch ontdekt enwordt in de rug aangevallen. Johan laat zich niet doen! Plots valt één van de krijger hem in laf de rug aan maar hij laat zich niet verrassen en gooit hem weg op de andere krijger die hals over kop naar beneden rolt.
Hierdoor vluchten de krijgers naar de kust. Johan zet zijn tocht verder maar onderweg ziet hij talrijke spleten en kloven. Uit één daar van ziet hij een schaduw! Toch besluit Johan verder te rijden en kort daarna is hij aan de poort van de stad. Johan merkt dat hij juist op tijd binnen was want men was net van plan de poort te sluiten.
Een poortwachter ziet een ruiter! Het is Sidarta en in opdracht van de kapitein sluit de wachter de poort. Zo komt Sidarta voor een gesloten poort terecht, plots gaat deze vooralsnog open! het is onze held die Sidarta helpt binnen te geraken. Hierop vluchten ze samen weg voor de nachtwacht en zoeken onderdak in een herberg. In de herberg wordt het eensklaps stil als ze binnen komen. Ze zetten zich neer en Sidarta vertelt zijn levensverhaal aan Johan. Sidarta vraagt Johan tevens om bijstand tegen Kyrach en de Forgallers de onderaardse wezens uit de spelonken.

Tegelijker tijd bij Kyrach, die ziedend van woeden is voor de ontsnapping van de rode ridder en Sidarta!
Kyrach ontbiedt de zwarte magiërs en stuurt hen mee met de nachtwacht om Johan en Sidarta te gaan zoeken. Een van de magiërs ontdekt hen en de soldaten zetten de aanval in. Het tweetal krijgt echter onverwachte hulp van een vrouw. Hierop vluchten ze met z’n drieën naar de woning van Culuhan, de witte magiër in de stad. Deze laatste stuurde zijn dochter Miurah te hulp. Culuhan, die tevens tegen het bewind van Kyrach is, laat Johan en Sidarta een machine zien die de 'verre blik' noemt. Johan mag het ding eens uitproberen en ziet Kyrach met de zwarte magiërs. Culuhan laat zo van alles zien tot het moment gekomen is om te vertrekken. Zo gaat het viertal naar een muur waar ze een witte krijttekening zien waar ze van Culuhan met hun zwaarden over moeten strijken. De muur in de tekening valt weg en zo komt het viertal buiten de stad terecht.
Wat later zien ze twee strijdwagens met fakkels opdoemen. Ze zijn beladen met kisten. Meteen springen de helden op de strijdwagen waarop ze richting kust rijden. Onderweg komen ze Forgallars die wegdeinzen voor het vuur. Opeens verliest de strijdwagen van sidarta zijn fakkel waardoor er gestopt moet worden. Terwijl sidarta de fakkel haalt wordt Miurah overvallen door Forgallars. Gelukkig is Johan in de buurt, hij doet de Forgallars vluchten.
Zo gaat de reis verder tot de vluchtelingen hun schip bereikt hebben. Meteen wordt de koers gezet, maar al snel merken ze dat ze achtervolgd worden door Kyrach en de zwarte magiërs. Nu gebruikt Culuhan zijn speciale machten om het schip van het viertal onzichtbaar te laten worden. Hierop ontbiedt Kyrach de zwarte magiërs en het lukt hen dankzij een vleugje magie , de list van Culuhan te doen falen.
Johan en Sidarta gebruiken echter een geheim wapen dat een schip laat ontploffen en deze waarschuwing doet Kyrach vluchten.
De zwarte magiërs geven het echter nog niet op en strooien poeder uit waarop ze toverformules roepen. Een schaduw flitst op het water…
Het schip van Culuhan heeft ondertussen zijn doel bereikt en de opvarenden laden alles uit waarna ze de tocht te voer verder zetten. Ze sleuren 2 vaten donderpoeder mee tot ze de tyrmonium mijnen gevonden hebben, die ze willen doen ontploffen. Tegelijkertijd heeft de schaduw het schip van Culuhan bereikt en vernietigt het, wanneer Johan en zijn gezellen terug zijn na hun aanslag gepleegd te hebben.

Wanneer ze in het water gaan om een vlot te bouwen komt de schaduw omhoog! Het is een reuzeninktvis die direct tot de aanval overgaat. Johan gebruikt echter het geheime wapen opnieuw en het monster vliegt uiteen. Hierna maken onze helden alsnog een vlot. Het mag echter niet baten, daar is Kyrach weer! Sidarta weet net op tijd weg te duiken, maar johan, Culuhan en Miurah worden gevangen genomen. Terwijl Johan en Culuhan in het ruim opgesloten worden, wordt Miurah aan de achtersteven gehangen om door de haaien opgegeten te worden.
Wanneer een haai de radeloze Miurah aanvalt duikt Sidarta uit het niets op en redt haar leven. Hierop vallen ze beiden Kyrach aan en gijzelen deze laatste tot Johan en Culuhan bevrijdt zijn. Het viertal vlucht nu, met Kyrach nog steeds als gijzelaar. Wanneer Kyrach vooralsnog weet te ontsnappen zinkt plotseling zijn schip. Alle opvarende worden gedood door de haaien. Hierop kan Kyrach niet anders dan teug te keren naar Sidarta. Wanneer ze terug aan land komen worden ze omsingeld door de soldaten van Kyrach, maar Kyrach heeft nu goede bedoelingen en biedt ze een kans aan op een betere toekomst. Hij vraagt ook Culuhan om hem daarbij te helpen. Culuhan stemt toe en ze keren terug naar Gymmir waar Sidarta en Miurah trouwen. Wanneer het feest gedaan is vertrekt onze held weer op een avontuur…

Een avontuur als geen ander, prachtig tekenwerk en veel, veel magie!
Karel Biddeloo op z'n best!!!

Encyclopedie

Personages

073. De Moloch

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1977

Ergens in een bosrijk gebergte van de Balkan...

Nog voor de Rode Ridder een dorpje binnenkomt stormen drie ridders hem voorbij en verdwijnen in de verte. Plots omringen dikke nevels de Rode Ridder en vormen monsterachtige spookbeelden. Onverschrokken verdrijft Johan de wazige gedrochten, die weer lijken te verdwijnen. Dit is het werk van Varazdin, de kluizenaar. Volgens Varazdin willen de drie ruiters de Moloch bestrijden, maar hebben geen schijn van kans. De Rode Ridder haast zich naar het dorp, waar de bewoners angstig binnen blijven. Plots ziet de Rode Ridder een wit merkteken op de deur van een woning. Maar voor de Rode Ridder het verder kan onderzoeken, komen de drie ruiters het dorp binnen.

Ze hebben gestreden met de Moloch en verloren! De Moloch eist ieder jaar een mensenoffer... het mooiste meisje van het dorp! Dit jaar koos men Ozelia. De drie ruiters waren haar broers die de Moloch probeerden te doden. Tevergeefs! Ozelia is klaar om geofferd te worden, voordat er nog meer doden vallen. Ze wordt geketend en naar de Vervloekte Brug gebracht. Johan verzaakt zijn riddereed niet en wil de Moloch bestrijden. Niemand weet echter hoe de Moloch er uitziet, ieder die hem bestrijdt moet het met de dood bekopen. Ozelia wordt aan een ring op de Vervloekte Brug geketend en wacht haar lot af. De Rode Ridder blijft bij haar om de Moloch op te wachten. Maar het tweetal is blijkbaar niet alleen. Grak, de smid,wil niet dat Ozelia geofferd wordt en biedt zijn hulp aan. Hij bevrijdt Ozelia van haar ketens. In de verte worden bomen en rotsen in een oorverdovend gekraak omvergeworpen. Blijkbaar baant er zich een onzichtbaar wezen zich een baan naar de Vervloekte Brug.

De Rode Ridder schiet er een enkele pijlen op af,maar deze breken op het onzichtbare doel. In zijn woede ontwortelt de Moloch een boom en werpt hem in de richting van het drietal. De Moloch trekt naar de Vervloekte Brug en valt het drietal aan. De Rode Ridder roept de hulp van Varazdin in en de zonderlinge kluizenaar weet de Moloch te verschalken met magisch wurgkruid. De Moloch is even uitgeschakeld, maar wanneer hij zich zal bevrijden, zal het monster zich wreken op de dorpsbewoners. Varazdin brengt zijn nieuwe vrienden naar zijn boomhut,diep in het woud. Varazdin verklaart de komst van de Moloch :

Honderd jaar geleden kwam er een man in het dorp. Mokuril, een meester in zwarte magiër. Hij was op zoek naar de allermooiste vrouw en vond die in de dochter van een houthakker. Mokuril eiste het meisje op, maar haar vader protesteerde met geweld. De zwarte magiër bliksemde de arme man neer. Het meisje weigerde zich te geven aan de magiër en stortte zich te pletter van de brug. Mokuril was woedend en vervloekte het dorp. Hij riep de Moloch op en eiste dat ieder jaar de mooiste vrouw zou geofferd worden. Varazdin voelt zich nu verplicht om de Moloch te bestrijden om de vloek van zijn vader te ongedaan te maken.

Op aanvraag van Varazdin doorprikt de Rode Ridder het dagboek van Mokuril met zijn zwaard en in een rosse steekvlam verschijnt de geest van de zwarte magiër Mokuril waarschuwt de Rode Ridder voor een vreselijke dood, als hij het zou opnemen tegen de Moloch. In de verte kondigt de Moloch met een bloedstollend gebrul zijn komst aan. Johan en Grak steken het bos in brand en hopen dat het vuur de Moloch zal stoppen. Wanneer het vuur is uitgewoed, begeven de drie mannen zich in het verkoolde woud. Zoals Varazdin al vermoedde heeft het monster de brand overleefd. Varazdin misleidt de Moloch en omhult hem in een dikke mist.

Ozelia ziet het nut van de strijd niet langer in en wil zichzelf offeren aan de Moloch, zodat alle ellende maar kan stoppen. Gelukkig vinden de manen de doodsbange Ozelia terug. Varazdin brengt zijn vrienden naar een geheime schuilplaats in het bos,waar hij eten en toverdrankjes verbergd. Johan smeert zichzelf in met een magische zalf,waardoor hij de kracht krijgt van zeven maal zeven man. Zonder veel moeite buigt hij een ijzeren staaf. Grak, de smid, krijgt een schalmei als wapen. Deze houten pijp is gevuld met een zwart poeder, wanneer de Moloch in contact komt met dit poeder zal het hem zichtbaar maken. De Moloch nadert het viertal, en de eindstrijd kan beginnen. Grak blaast na een korte aarzeling op de blaaspijp. Een zwarte wolk omhult de Moloch en maakt hem zichtbaar. Met een onmenselijke kracht beukt Johans zwaard op het monster in. De Moloch rukt een boom uit de grond en werpt deze op de Rode Ridder af. Johan hakt het gevaarte met één slag doormidden. Maar de ridder wordt vreselijk getroffen door de klauwen van de Moloch. Door de zalf van Varazdin is Johan ongevoelig voor pijn. Johan slaat zo hard toe, dat er diepe inkepingen onstaan in zijn zwaard. De huid van de Moloch is zo hard als een panster.Het monster is slechts kwetsbaar in de hartstreek. De Rode Ridder zet alles op alles en drijft de Moloch achteruit. Het monster tilt een zwaar rotsblok van de grond en werpt die in de richting van Johan. Hij vangt de blok op met zijjn linkerhand en slingert hem met een onmenselijke kracht terug.

De Moloch probeert tijd te winnen en vlucht de rotsen op. Achterna gezeten door de Rode Ridder bereikt het monster de Vervloekte Brug. Wanneer de Moloch op de brug een aanval voorbereidt, is de krachtzalf van Varazdin plots uitgewerkt. De Moloch stort zich op de zwaargewonde ridder en smakt met zijn vreselijke klauwen de Rode Ridder op de grond. De Moloch richt zich op om de genadeslag toe te brengen, maar de Rode Ridder veert zich met een ijzeren wilskracht op en stoot zijn zwaard in het hart van het monster. Uit de dode Moloch stijgt de geest van Mokuril op. De zwarte magiër geeft zich gewonnen en heft de vloek op. Wat ooit gebeurd is ,wordt nu ongedaan gemaakt. De ijzeren ring verdwijnt van de Vervloekte Brug, Johans wonden zijn genezen en alle vrouwen die ooit geofferd werden komen nu weer te voorschijn, zo ook alle ridders die gesneuveld zijn in de strijd met de Moloch. De dorpelingen gaan onbezorg hun toekomst tegemoet. In alle stilte verlaat de Rode Ridder het dorp en trekt de wijde wereld weer in ...

De Moloch is één van de vreselijkste monsters uit de reeks. Met de combinatie onzichtbaar-onkwetsbaar is hij een machtige vijand. De Rode Ridder laat tijdens het gevecht zelfs bijna het leven, maar gelukkig overwint het Goede alweer het Kwade.

071. De lijfwacht

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1976

De Rode Ridder redt een oosterling, Wang Ho, uit de handen van enkele woeste vissers. Uit dankbaarheid wordt Johan uitgenodigd door de meesters van Wang Ho. Aan boord van het schip maakt hij kennis met prinses Shun-Sirli en haar lijfwacht Wangtsin. De prinses is op de vlucht voor de "zonen van de zwarte slang" een sekte die haar familie uitmoordde. Wangtsin redde haar met zijn vechtkunst. Hij is immers meester in Kuntau, die zonder moeite zelfs het scheepsanker weet te verbuigen. Om een aanval van hun vijand te vermijden vertrekt het schip in ijl tempo, en de rode ridder biedt zijn hulp aan.

Op volle zee wordt het schip ingehaald door vier schepen van de vijand. Het komt tot een bloedig treffen, waarbij Wangtsin zijn kunnen volop kan benutten. Al gauw trekken "de zonen van de zwarte slang" zich terug, maar een enkeling, Toshampsu, dringt door tot de vertrekken van de prinses. Hij wordt tijdig gestopt door Wangtsin. Toshampsu zal hen leiden naar het Drakeneiland, de schuilplaats van de sekteleden. Bij zonsopgang bereikt het schip een tropisch eiland. Maar op het eiland dreigen allerlei gevaren: duizenden slangen leven er als bewakers. Tijdens een aanval van een slang weet Toshampsu te vluchten, maar loopt in een dodelijke val.

Om de schuilplaats van "de zonen van de zwarte slang" te kunnen bereiken moeten de helden langs een steile rotswand omhoog. Een gevaarlijke onderneming, die gelukkig goed afloopt. Johan, Wangtsin en Shun-Sirli dringen het licht bewaakte paleis binnen. Op de binnenplaats ziet de prinses haar vader, blijkbaar leeft deze nog. Zyryanka, de leider van de sekte, laat de oude man boven een slangenkuil hangen. plots wagen de drie vrienden een aanval. Zyryanka is verrast en vlucht het tempelgebouw in. terwijl Wangtsin een gevecht aangaat met een enorme zwarte slang, brengt Johan Shun-Sirli en haar vader in veiligheid.

Gewapend met een enorm zwaard gaan Zyryanka en Wangtsin een duel aan, terwijl de Rode Ridder de rest van de sekteleden afweert. plots houden de "zonen van de zwarte slang" op met vechten en slaan het tweegevecht gade. Het gevecht tussen deze twee kuntau-meesters wordt steeds heviger en eindigt wanneer Wangtsin Zyryanka overwint. maar nog geeft de "zwarte slang" zich niet gewonnen en daagt Wangtsin uit tot een traditioneel kuntau-gevecht. Met de blote vuist gaan de twee meesters elkaar te lijf. Plots werpt een krijger zijn speer naar Wangtsin, maar na een waarschuwing van de Rode Ridder laat Wangtsin zich op de grond vallen en de speer treft Zyryanka. Dodelijk getroffen noemt Zyryanka zijn ware meester... de Prins der Duisternis. de "zonen van de zwarte slang" zijn zonder hun leider verloren en werpen hun wapens weg. Een kleine vloot zet koers naar het oosten en laat het Drakeneiland achter zich...

In dit album maken we uitgebreid kennis met oosterse krijgskunst. de vechtscene tussen wangtsin en zyryanka is schitterend in beeld gebracht. wangtsin zelf is één van mijn favoriete figuren uit de reeks, vooral door zijn "ruwe bolster, blanke pit" uitstraling.

069. De ijsvorstin

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1975

Wanneer de Rode Ridder door de Witte Bergen trekt, vindt hij tussen de rotsen een zwaargewonde ridder. Johan brengt de ridder naar een grot en verzorgt diens wonden. Wanneer Walderick wakker wordt,vertelt hij dat hij overvallen werd door Gorks, kwaadaardige bergwezens. Walderick is opzoek naar de legendarische ijsvorstin,die in deze Witte Bergen haar ijskasteel bewoond.

Al geruime tijd droomt Walderick van deze ijsvorstin,die blijkbaar zijn hulp nodig heeft. Wanneer Johan buiten hout hakt voor het kampvuur,ziet hij plots het ijskasteel opdoemen en weer verdwijnen. Walderick,die beweert een Gork gezien te hebben,blijft in de grot achter,terwijl Johan de achtervolging inzet. In zijn droom ziet Walderick de ijsvorstin,die zijn hulp inroept. Blijkbaar wordt ze bedreigd door Heptateuk,een boze tovenaar. Wanneer Walderick wakker wordt,wordt hij overvallen door de Gorks. Gelukkig kan hij hen verjagen met vuur,waarvoor ze blijkbaar bang zijn. Wanneer ook de Rode Ridder wordt aangevallen door de Gork die hij achtervolgde,valt hij in een diepe afgrond.

Walderick komt Johan ter hulp,maar het is te laat. Opeens vindt Walderick een trap en behoedzaam daalt hij af. De Rode Ridder komt na een lange val terecht in een onderaards meer. De bewusteloze ridder valt in de handen van Heptateuk,die diep onder de grond zijn schuilplaats heeft. Heptateuk wekt de Rode Ridder met een magisch levenselixir. Wanneer Johan het teken van Bahaal ziet,schrikt hij. Heptateuk is inderdaad een dienaar van Bahaal. Hij wil de ijsvorstin vernietigen en heeft haar onderdanen al uitgeschakeld. Terwijl Heptateuk een laatste bezwering uitvoert,vallen de Rode Ridder en de ondertussen opgedoken Walderick de Gorks aan. De Rode Ridder neemt een kruik met brandbare vloeistoffen mee en maakt er gebruik van om de Gorks tegen te houden met vuur.

De ridders weten te ontsnappen en zelfs Heptateuks toverspreuken kunnen hen niet tegenhouden. Wanneer Johan's paard echter dodelijk getroffen wordt en de strijd met de Gorks gaat aanvangen, mengt de ijsvorstin zich in de strijd en schakelt de Gorks uit. Opeens verschijnt het ijskasteel en de ridders treden voorzichtig binnen. In het kasteel zijn de onderdanen als versteend door de toverkunsten van Heptateuk. De ridders vinden in de ijsvorstin,die hun hulp graag ziet komen. Wanneer Walderick zijn liefde voor de ijsvorstin verklaart, herleeft ze en herwint haar magie. Met haar herwonnen magie breekt ze de bezwering van Heptateuk en komen alle kasteelbewoners weer tot leven. Aangemoedigd door Heptateuk stormen de Gorks op het ijskasteel af en begint een bloedige strijd tussen deze bergduivels en de bewoners van het ijskasteel.

Met een magische stormram weten de Gorks de poorten van het kasteel te doorbreken, maar de binnenstormende Gorks worden door Johan en Walderick uitgeschakeld. Al vlug deinzen de Gorks terug en vluchten de bergen in. Heptateuk,die zijn monsters niet meer onder controle heeft,vernietigt hen dan maar met een heuse aardbeving. Heptateuk dringt het ijskasteel binnen en gaat een magisch duel aan met de ijsvorstin. Ook hier faalt de boze tovenaar en zo begint hij plots kleiner en kleiner te worden,tot hij verdwijnt in het niets. In zijn kamer komt de Rode Ridder in contact met Bahaal,die hem andermaals vervloekt. Gelukkig verschijnt Galaxa,die hem verdrijft. Samen met haar blijft de Rode Ridder enkele weken in het ijskasteel,totdat de lente aanbreekt en hij weer onherroepelijk op avontuur trekt

Een redelijk spannend album,waar de eeuwige strijd tussen de Goede Machten en de Kwade Machten eens letterlijk wordt uitgevochten door Heptateuk,de boze tovenaar en Christallina,de ijsvorstin. Zoals altijd winnen de Goede Machten. Niet dat ik iets tegen het zegevieren van het Goede heb, maar waarom mogen de Duistere Machten eens niet als winnaar uit de best komen? Dat zou pas spanning teweeg brengen!

083. Het spook

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1978

Samenvatting

Dit verhaal begint langs een woeste rotskust waar de RR de ruïnes ontdekt van een toren. De daaropvolgende nacht krijgt Johan bezoek van twee vissers. Deze vertellen hem de legende van de toren, waar Noordafrikaanse piraten jaren geleden de vuurtorenwachter vermoordden en zijn dochter Mirjah levend inmetselden, samen met hun roofbuit. Dergelijke piraten kwamen vanaf de Noordafrikaanse kust afgezakt om plundertochten te houden in het binnenland. Een signaalvuur vanuit de toren moest de boeren in het binnenland waarschuwen.

De daaropvolgende nacht wordt Johan door een visioen gewekt. Mirjah waarschuwt hem dat opnieuw plunderaars op weg zijn naar de kust. De volgende morgen zakken hordes Moorse plunderaars af naar de toren. Johan besluit een waarschuwingsvuur te ontsteken om de bevolking te waarschuwen. In een poging om de toren te veroveren lijden de Moren zware verliezen. De overmacht is echter te overweldigend. Gelukkig waarschuwt de bevolking landheer Borvic. Deze stuurt een patrouille erop uit.

Ondertussen heeft de RR het onderspit moeten delven en is hij gevangen genomen door Harun Hamad, de Moorse hoofdman. De patrouille wordt ook afgeslacht, maar Borvic besluit om ruiterij te vragen aan hertog Rumbold. Ondertussen wordt het opzet van Harun Hamad duidelijk. Hij is uit op de schat die zich nog in de toren moet bevinden. De RR wordt op zijn beurt levend ingemetseld. Terwijl Harun Hamad's mannen proberen de schat op te graven, wordt de rest van de plunderaars afgemaakt in het binnenland door hertog Rumbold's ruiters.

Als de situatie er voor de RR hachelijk begint uit te zien, verschijnt de geest van Mirjah opnieuw. Zij voorspelt de ondergang van Harun Hamad's mannen. En het voorspelde gebeurt effectief. Bij het opgraven sterven zijn mannen effectief de verdrinkingsdood terwijl Harun Hamad krankzinnig wordt. Net op tijd komen de hertogs ruiters bij de kust om de RR te bevrijden. Eind goed, al goed...

Ik vind het album wel iets hebben. Het plot van de verdediging van de vuurtoren komt later in de reeks echter nog eens terug in het album 138 'bloed in de branding'. Maar het verhaal op zich mag er best zijn. Er zit genoeg spanning in om het album niet terzijde te leggen en in één ruk uit te lezen. De titel 'Het spook' is misschien wel wat misleidend, want veel spook is er niet aan.

067. De verrader van Yarkand

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1975

Dit verhaal speelt zich af in Yarkand, een land ergens in het Verre Oosten. Het land, eigenlijk meer een eiland, wordt geplaagd door aanvallen van Brindikils, een soort reuzenkrabben. De RR raakt op Yarkand verzeild doordat hij schipbreuk lijdt tijdens een zware storm. Als enige overlevende wordt hij opgemerkt door Gambul, de hoofdman van de Effingars (het keurkorps van de Koning van Yarkand).

Tijdens de storm kompt echter nog een schip in moeilijkheden voor de kust van Yarkand. Het is het schip van Tesora, de vrouwelijke piraat. Zij is tevens een uiterst ongewenst persoon in Yarkand. Het schip kan ontkomen, maar Tesora komt in het water terecht en wordt natuurlijk door de RR gered.Als gevangene wordt ze naar het paleis van koning Kassan van Yarkand gevoerd. Op weg naar het kasteel moeten de Effingars, de RR en Tesora afrekenen met een horde Brindikils, die een dorp aan het aanvallen zijn. Hierbij redt Tesora de RR het leven.

Later in het kasteel, maken we kennis met Jork en Muulsh (twee alchemisten), met Ashastaak de Magiër en met prins Dalundo, neef van koning Kassan. Elk hebben ze zo hun mening over de steeds driester wordende acties van de Brindikils. Ashastaak oppert dat er een menselijk brein achter de aanvallen zit. York en Muulsh kibbelen dan weer over wie nu de beste alchemist van de twee is. Uiteindelijk wordt Tesora ook berecht door de koning. Ze wordt veroordeeld tot de dood in de zeekerker, een cel waarbij een toegang tot de zee voorzien is. Door het opkomende tij komt dan water in de kerker en hiermee ook de Brindikils, die natuurlijk geen genade hebben met hun slachtoffers.

Johan is natuurlijk niet van plan om Tesora zomaar te offeren en profiteert van een demonstratie van York en Muulsh om haar te gaan bevrijden. Hij slaagt erin de zeekerker te bereiken, maar wordt dan betrapt door Gambul. Voor deze is het nu duidelijk dat Tesora en de RR onder één hoedje spelen en dat Tesora daarenboven de Brindikils controleert. Als Johan echter meegevoerd wordt naar een cel, slaat Ashastaak Gambul bewusteloos. De magiër bekent dat hij het is die de Brindikils met zijn wil controleert en biedt Johan fabelachtige rijkdom en macht aan op voorwaarde dat koning Kassan uit de weg geruimd wordt. Johan weigert en wordt vervolgens verdoofd.

Ondertussen dringen de Brindikils de zeekerker binnen. Op het ultieme moment echter komen Tesora's piraten tussenbeide. Doordat echter steeds meer Brindikils via de zeekerker doorbreken, wordt de toestand hachelijk. Daarop besluiten de piraten samen met de Effingars te strijden tegen de Brindikils. Uiteindelijk slagen ze erin met de hulp van een geheim wapen van York en Muulsh om de Brindikils te overwinnen. Voor Ashastaak is het echter te laat, want na een achtervolging door de RR, valt deze van de kantelen. Hongerige Brindikils maken een einde aan zijn verradersrol. De overlevende Brindikils trekken vervolgens terug in zee, om er nooit meer terug uit te komen. Eind goed, al goed…

Eerst en vooral zou ik willen wijzen op een schrijffout in de titel. Het album is getiteld "de verrader van Yarkand". In de lijst op de keerzijde van het boek staat echter 'Yarkland'. Het verhaal zelf is een beetje een mengeling van een puur ridderverhaal en een 'monster'verhaal, genre 'de dame van de poorten', 'de vervloekte stad' etc. Ik vind het verhaal wel iets hebben, al zou je kunnen zeggen dat de Brindikils eigenlijk niet zoveel voorstellen. Maar kom, er is spanning aanwezig, een vleugje RR-'red-eens-een-dame'-romantiek en wat humor met York en Muulsh.

Encyclopedie

Personages

057. De verboden berg

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1972

Tijdens een van zijn zwerftochten belandt de Rode Ridder in een verlaten en uitgestorven streek. In een nabijgelegen woud ontmoet hij een ridder met een zilveren zwaan als wapenschild. De zwaanridder vertelt aan Johan dat hij zich in het rijk van Koning Romberius bevindt. Maar het rijk van de Koning wordt geteisterd door de Discipel van de Nacht.

Johan hoort het verhaal hoe de dochter van de Koning, Iljona, verliefd werd op de jonge beeldhouwer Adelbert. De beeldhouwer vereeuwigde hun liefde in een marmeren beeld van de twee geliefden. Maar in de marmeren rug van Adelberts beeld steekt een dolk. De dolk is daar aangebracht door de Discipel van de Nacht, die afgewezen werd door Iljona. Sinds de dolk in het beeld steekt, is Adelbert verlamd. Intussen werd Iljona door het Zwarte Vendel, de handlangers van de Discipel, naar de verboden berg ontvoerd. Yspar de zwaanridder gaat nu proberen Iljona te verlossen. De Rode Ridder wordt door Yspar tegengehouden om mee te gaan. Wel ziet Johan dat de berg omgeven wordt door een felle schittering. Johan besluit de burcht van Koning Romberius te gaan bezoeken.

Onderweg wordt Johan aangevallen door een handlanger van de Discipel. Maar een versterking uit de koninklijke burcht grijpt in. Later ontmoet Johan in de burcht Adelbert (die zich in een middeleeuwse rolstoel voortbeweegt), de zorgzame heelmeester van het kasteel en Koning Romberius. De Rode Ridder verneemt dat al velen geprobeerd hebben Iljona te bevrijden, maar niemand slaagde daarin. Niet veel later keert een zwaargewonde Yspar terug van de verboden berg. Enkele ridders van Romberius hadden hem blind ronddolend door het landschap teruggevonden. Yspar raadt Johan af om naar de berg te gaan. Niet veel later sterft hij.

De Rode Ridder bereidt zich toch voor om de berg te gaan onderzoeken. Voor hij vertrekt vraagt hij Adelbert om een portret van de Discipel te tekenen. De Discipel blijkt Qrandar, de zoon van Bahaal, te zijn! Tijdens dit gesprek ontdekt de Rode Ridder dat de heelmeester alles afluistert. De heelmeester is een spion van Qrandar. Door zelfmoord te plegen zorgt de heelmeester er voor dat hij geen bruikbare informatie aan Johan kan loslaten. Op dat moment valt het Zwarte Vendel ook nog eens de burcht van Romberius aan. Na een hevige strijd wordt het Vendel verslagen. Van een van de gevangenen verneemt Johan dat de berg bewaakt wordt door vliegende monsters, de Serplano's.

Johan gaat op onderzoek uit bij de verboden berg. Verstandig als hij is, raapt hij voorzichtig wat poeder, dat de felle glinstering bij de berg veroorzaakt, op. Na wat ravotten met enkele Serplano's keert Johan terug naar Romberius. Hij stuurt het geheimzinnige poeder per ijlbode naar Camelot, waar good old Merlijn gevraagd wordt het poeder te onderzoeken.

Intussen lijken de Serplano's bezig met een offensief tegen Romberius & Co. En dus wordt de burcht aangevallen. Dit zint Johan totaal niet en in de burcht worden voorbereidingen gemaakt voor een laatste strijd tegen de monsters. In de ochtend vertrekt een karavaan richting de verboden berg. De groep is niet kinderachtig met het arsenaal wat gebruikt wordt voor de tegenaanval. Met behulp van grote katapulten en slingerwerktuigen worden de Serplano's overtuigend verslagen. Tevreden keert de expeditie terug naar de burcht, waar nu het wachten is op de uitslag van het poederonderzoek van Merlijn. Per postduif komt er bericht uit Camelot. Het poeder schijnt een onbekend erts te zijn met dodelijke eigenschappen. Slechts met gebruik van een loden harnas kan men de stralingen van het gevaarlijke poeder weerstaan.

Op de top van de berg lijkt Qrandar zeker van zijn macht. Aan Iljona vertelt hij dat hij ondanks het verlies van het Zwarte Vendel en de Serplano's nog altijd een geheim wapen heeft. Toch kijkt hij verschrikt op als hij Johan in een door Adelbert vervaardigd harnas de berg ziet beklimmen. Voor Qrandar het moment om zijn laatste wapen in te zetten. Een groot vliegend monster gaat de strijd aan met de Rode Ridder. Johan verslaat het monster en Qrandar wordt 'toevallig' geraakt door een laatste stuiptrekking van z'n monster. De zoon van Bahaal en de moordenaar van Astra (zie 'De watermolen') is dood. Maar hoe komen Johan en Iljona nu terug? Het harnas is door het monster vernield. Johan maakt van de vleugels van het monster een soort voorloper van een delta-vliegtuig. Na een goede vlucht worden Iljona en Adelbert weer verenigd. Door ook nog de dolk uit het marmeren beeld van de twee geliefden te trekken, verbreekt johan de vloek en kan adelbert weer lopen. Voor de Rode Ridder is dit het geschikte moment om afscheid te nemen en zijn zwerftochten voort te zetten.

De Verboden berg is eigenlijke een perfecte mix tussen de oude verhalen van Willy Vandersteen (nummers 1 t/m 43) en de verhalen van Karel Biddeloo (nummers vanaf 44). Het is een uitgebreid scenario, maar nergens wordt het te uitgebreid. In het album treden veel verschillende personages op, die allen even nauwkeurig beschreven en uitgedrukt worden. Er worden geen onlogische uitwegen in het verhaal gebruikt, iets wat in de huidige verhalen nog wel eens het geval is. Het verhaal is ook goed opgebouwd. Eerst een inleiding over hoe de zaken er voor staan, dan een mislukte poging van de zwaanridder, vervolgens het onderzoek en de strijd tegen het Vendel en de Serplano's, waarna in de climax wordt afgerekend met het vliegende monster en Qrandar.

De tekeningen zijn ook super in dit verhaal. Veel stroken worden tot in de kleinste details uitgewerkt. Het enige minpuntje bij dit verhaal is dat een deel van de tekeningen op de laatste pagina's door een andere tekenaar (vermoedelijk Eduard de Rop) zijn gemaakt. Als er in een album één tekenstijl gehanteerd wordt, blijft de sfeer van het verhaal beter behouden dan nu het geval is. Een apart feit is trouwens dat er voor de ingekleurde versie uit 1984 een andere cover werd gebruikt dan bij de eerste druk uit 1972.

Encyclopedie

Personages

053. De samoeraï

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1972

Op zoek naar vergetelheid heeft Johan Camelot verlaten en keert naar Vlaanderen terug. De tragische dood van Astra (De Watermolen) heeft Johan diep geschokt. Het schip waarop Johan reist vergaat in een storm. Johan redt zich door naar een nabij schip te zwemmen en gaat aan boord. De bemanning is niet van plan de geboeide slaven van hun ketenen te ontdoen en Johan grijpt in. Onder de slaven bevindt zich de Japanner, Yorimoto, een meester in de Japanse vechtkunsten zo blijkt al gauw. Samen bevrijden ze een aan boord gevangen gehouden jonkvrouw voordat het schip vergaat.

Het drietal spoelt aan op de Vlaamse kust. Yorimoto blijkt een Japanse Samoerai te zijn die in ongenade verviel en als slaaf verkocht werd. De jonkvrouw is Clarissa de dochter van een Venetiaans handelaar te Brugge. Zijn concurrenten, machtige Spaanse en Franse kooplui ("de Gildebroeders") huurden piraten om haar te ontvoeren en zo haar vader onder druk te zetten. Johan en Yorimoto nemen de taak op zich om Clarissa naar haar vader terug te brengen. Al gauw worden ze achterna gezeten door een corrupte waterschout en zijn soldeniers, maar Johan en Yorimoto maken korte metten met dit stel. Clarissa wordt ondergebracht in een nabij klooster en onze helden gaan op zoek naar haar vader. Diverse spionnen zijn Johan en Yorimoto echter op het spoor. Ondertussen smeed Yorimoto bij een plaatselijke smid zijn eigen samoerai zwaard en krijgen we een lesje in Japanse smeedkunsten.

Yorimoto's uitspraken zijn soms hilarisch en geven het verhaal een komische noot. Tegen een ontdekte spion: "Uw haast is begrijpelijk. Ik kan uw optreden tot mijn spijt echter niet goedkeuren !" Een grappig voorval is verder als Yorimoto en Johan op een markt bij een slagerij de kracht van hun zwaard meten op een varkens karkas. Johans zwaard komt niet verder dan 1/3 van het karkas. Waarna Yorimoto met één houw van zijn zwaard het complete karkas in tweëen klieft, waardoor de hele marktkraam bijkans instort. Als de slager het tweetal met zijn slagersmes te lijf gaat concludeerd Yorimoto droog: "Ik stel een snelle verplaatsing voor, Johan !".

Inmiddels worden premiejagers geronseld door handlangers van de Gildebroeders en wordt Emiliano de Saros, Clarissa's vader, gedwongen de voorwaarden van de Gildebroeders te onderteken. Als echter een boodschapper van De Saros binnenkomt met het nieuws van de schipbreuk van Clarissa's schip weigert hij vooralsnog. De Gildebroeders zetten nu alles op alles om Clarissa terug te vinden.

Johan en Yorimoto ontsnappen aan de eerste hinderlaag en doden diverse huurmoordenaars. Een andere groep ontdekt inmiddels Clarissa's verblijfplaats in het klooster en ontvoeren haar. Johan en Yorimoto ontsnappen ook aan een tweede hinderlaag van de huurmoordenaars. Na ondervraging horen ze van het complot van Clarissa's ontvoering uit het klooster en dat zij inmiddels vervoerd wordt naar Damme. Weer een paar leuke teksten van Yorimoto. Als de gevangene ervandoor wil gaan, "?...een pijnlijk misverstand. De gevangene wil ons niet langer gezelschap houden." Als hij hem vervolgens laat struikelijk, "Lopen is vermoeiend en overbodig! Wat denkt u van een rustpauze in het gras ? " Je blijft lachen met onze Japanse vriend.

Hierna gaat Yorimoto met de soldeniers van de inmiddels door de Abt ingeschakelde graaf, richting Brugge om Clarissa's vader te informeren en de aanklacht tegen de Gildebroeders in gang te zetten. Johan vertrekt alleen om Clarissa te gaan verlossen.

Van een boodschapper hoort Clarissa's vader van de acties van Johan en Yormioto en dat Clarissa nog leeft maar inmiddels wel weer in handen is van de Gildebroeders. Er zit niets anders op dan hun eisen in te willigen. Net voordat De Saros de eisen van de Gildebroeders wil ondertekenen valt Yorimoto met de soldeniers binnen en worden de Gildebroeders ingerekend. Yorimoto gaat vervolgens op zoek naar Johan die Clarissa wil bevrijden. Johan wacht inmiddels bij de stadspoort van Damme op de komst van de huurmoordenaars die als reisende monnikken zogenaamd melaatsen vervoeren. Net voor Johan in wil grijpen is ook Yorimoto ter plaatsen. Ook nu weer een aantel kreten van Yorimoto die echt komisch zijn. Als de monnikken Yorimoto aanspreken met "opzij man! Wij vervoeren een melaatse en..." antwoordt Yorimoto, "Ja! Ik ben trouwens hier om de zieke te genezen...En ik denk, dat uzelf ook verzorging zult nodig hebben, achtbare heren !"

Het vervolg ligt natuurlijk voor de hand en Johan en Yorimoto hakken de huurmoordenaars in de spreekwoordelijke pan. Clarrissa wordt herenigd met haar vader en de Gildebroeders worden veroordeeld tot levenslange verbanning uit het land en schadeloosstelling van De Saros. Opmerkelijk mild van de Graaf trouwens, hoewel....de Gildebroeders moeten al hun bezittingen aan De Saros overdragen. Een voorbeeld voor de huidige rechtspraak als je het mij vraagt. Yorimoto blijft in dienst als lijfwacht van Clarissa en haar vader en Johan beantwoord "eens te meer" de roep van het avontuur en rijdt onbezorgd de horizon tegemoet.

Nog een mooie quote, als Johan vertrekt - Johan: "Het ga je goed Yorimoto. Ik zal je missen. Je hebt alles om een uitmuntende ridder te zijn, kerel !" waarop Yorimoto antwoordt, "In mijn geboorteland zou je een groot Samoeraï geweest zijn, Johan !".

Een sterke RR aflevering. Middeleeuwse actie met een goed scenario en ook nog een komische noot. Mooie tekeningen en nauwelijks taal-/tekstfouten (samouraï i.p.v. samoeraï in strook 67). Hoewel ook "De terugkeer" en "Excalibur" sterk waren komt Biddeloo zowel qua tekenstijl als verhaaltechnisch vanaf deze aflevering erg goed op dreef vind ik.

Encyclopedie

Personages

052. De watermolen

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1971

Terwijl men op Camelot druk bezig is met de wederopbouw van het rijk van koning Arthur en de bijhorende instellingen, keert Johan terug naar de burcht na een lange tocht. Onderweg heeft hij een ontmoeting met een angstige landbouwer, die hem vertelt hoe zijn stier door een onbekend waterwezen werd meegesleurd. Hoewel het verhaal voor Johan nogal onwaarschijnlijk overkomt, belooft hij de zaak nader te zullen laten onderzoeken. Bij zijn terugkeer te Camelot wordt hij door een bedrukte Merlijn opgewacht, die hem waarschuwt voor de wraak van de duivelse Qrandar, aartsvijand van de toekomstige koning Parcifal (album 51: Excalibur). Speciaal voor deze situatie wordt zelfs de eerste Ronde Tafel-bijeenkomst sinds de dood van Koning Arthur belegd, waarin besloten wordt dat de ridders elk op eigen kracht de Zwarte Magiër zullen trachten te achterhalen. Johan wenst niet tussen vier muren opgesloten te blijven, maar zijn wapenmakkers Lancelot en Carlioen van Detmold staan erop hem te vergezellen.

Koppig en eigenwijs als hij is, besluit Johan alleen de confrontatie met Qrandar aan te gaan, niet wetende dat hij daarmee zijn noodlot tegemoet rijdt. Op zijn tocht komt hij aan in een overvolle herberg, waar een minstreel zijn aandacht weet te trekken met de droeve ballade van de gevangen deerne Astra in de watermolen. Johan nodigt de man uit voor een beker wijn aan zijn tafel en deze verzekert hem dat de ballade op wate feiten gebaseerd is, maar durft in de herberg niet voluit spreken. Johan zoekt hem 's nachts op zijn kamer op, maar dan blijkt hij reeds met de noorderzon vertrokken zijn. Hij heeft echter zijn luit achtergelaten met een verwijzing voor Johan om eens naar de binnenkant van het instrument te kijken. Daarop is een schilderij te zien van de watermolen en een portret van de (hoe kan het ook anders?) beeldschone Astra. Wanneer de ridder ook nog eens gekweld wordt door een nachtmerrie waarin een wanhopige Astra hem om hulp roept, wordt het hem te machtig en nog diezelfde nacht verlaat Johan de herberg om de waarheid achter de ballade te ontdekken.

Onderweg ontmoet hij langs de rivier een paniekerige en doofstomme visser, die hem de weg naar de watermolen toont. Op de uiteindelijke weg naar zijn eindbestemming passeert hij nog langs een waterval, waarhij het gebeente van vee aantreft. Het wordt Johan duidelijk dat er zich langs de rivier onverklaarbare gebeurtenissen afspelen, maar even later wordt zijn aandacht volledig opgeëist door de watermolen, die ook in werkelijkheid blijkt te bestaan!

De Rode Ridder besluit de nacht door te brengen aan de rand van de watermolen, maar 's nachts komt het rad plots in beweging en even later wordt zijn paard door het mysterieuze waterwezen meegesleurd. Daarop klimt Johan langs het rad naar boven en treft tot zijn verbazing één van de dichtgespijkerde ramen open aan. Hij komt terecht in een gerieflijke kamer, waar een maaltijd op hem schijnt te wachten. Johan laat zich deze welgevallen, maar kort daarop wordt hij door vermoeidheid overmand en tijdens zijn slaap wordt hij in de kamer door Astra bezocht, die duidelijk in hem een nieuwe hoop op bevrijding ziet. Wanneer hij terug ontwaakt, vindt Johan een nieuwe maaltijd op tafel en een kanten sluier aan het kleine waterbassin in de kamer. Een klein onderzoek leert hem dat het bassin uitgeeft op een ondergrondse geheime gang en onverschrokken gaat hij hier verder op onderzoek uit.
Intussen zijn Lancelot en Carlioen van Detmold in hun zoektocht naar Johan in hetzelfde gebied terechtgekomen en ontmoeten de doofstomme visser, die echter op miraculeuze wijze plots zijn spraak teruggevonden heeft en de beide heren opzettelijk op het verkeerde spoor zet, wat groot onheil voor Johan lijkt in te luiden!

Johans speurtocht door de geheime gang leidt hem tot bij het waterrad, waarna hij terug naar de kamer keert en daar de tweede maaltijd nuttigt. Weer wordt hij door vermoeidheid overmand en na zijn ontwaken stelt hij vast dat hij vastgebonden is en is overgeleverd aan zijn doodsvijand Qrandar. Eerst vermoedt Johan dat Qrandar de gijzelnemer van Astra is, maar des te pijnlijker blijkt de werkelijkheid: Astra is in werkelijkheid de zuster van de Zwarte Magiër en samen met de minstreel en de doofstomme visser als hun handlangers hebben de zoon en dochter van Bahaal de legende van de watermolen opgezet als een valstrik om hun wraak op de Rode Ridder te kunnen voltooien. Johan zal worden vastgebonden aan het rad en verscheurd worden door het waterreptiel dat door Qrandar afgericht is. Wanneer Johan nog even een moment alleen is, probeert hij nog tot Astra door te dringen, maar de jonge vrouw kijkt onbewogen toe hoe hij door het rad onder water wordt gesleurd. Betekent dit het definitieve en gruwelijke einde van de Rode Ridder?

Wanneer de Rode Ridder dreigt verscheurd te worden door de hagedis, dringt de vreselijke werkelijkheid door tot Astra en met pijl en boog schakelt ze het monster en de visser uit, met wiens dolk Johan zich kan bevrijden en zich bij haar in de watermolen kan voegen. Enkel Qrandar en de minstreel blijven nog over aan de watermolen, maar Qrandar beschikt nog over de roversbende van Joris de Eenarm. Een deel van de bende zal hij gebruiken om de watermolen in te nemen, een ander deel moet afrekenen met Lancelot en Carlioen. Beide ridders hebben intussen door dat ze door de visser op het verkeerde pad werden gestuurd en zijn op hun stappen teruggekeerd. De rovers vallen de watermolen langs verschillende kanten aan, maar worden uitgeschakeld door de pijlen van Astra en de vuisten van Johan, hoewel hij gewond is aan zijn rechterarm. Nadat ze vaststellen dat ze zeven makkers in de strijd verloren hebben, dreigen de boeven te muiten, maar een goed gevulde beurs met goudstukken brengt hen op andere gedachten. Johan en Astra beseffen dat de volgende dag de beslissing zal brengen en brengen in de belegerde watermolen hun eerste liefdesnacht door. Astra hoopt dat haar liefde voor Johan bij hem de herinnering aan haar vroegere wraaklust zal uitwissen.

Inmiddels lopen Lancelot en Carlioen in een donker bos in een hinderlaag van de roversbende en net op het moment dat zij als gevangenen voor Qrandar gesleept zullen worden, worden zij ontzet door een sterke afdeling van ridders van de Ronde Tafel. Een boef biecht het hele plan op van Qrandar, waarna de ruiters een wedren beginnen tegen leven en dood.

Aan de watermolen heeft Qrandar een nieuw plan uitgewerkt om Johan en Astra in handen te krijgen en stelt tot zijn vreugde vast dat het waterreptiel nog in leven is. Op het moment dat hij bij het krieken van de dageraad de ultieme aanval voorbereidt, wordt zijn roversbende totaal verrast door een stormaanval van de ridders. De duivelsprins slaagt er nog in om via de geheime gang door te dringen in de molenkamer en valt Johan met zijn zwaard in de rug aan. Astra voorvoelde deze aanval blijkbaar en werpt zich onbaatzuchtig voor Johan, waarna de Rode Ridder er in zijn woede in slaagt om Qrandar te ontwapenen en hem het water in mept. Daarin wordt Qrandar verscheurd door het dier dat hij zelf heeft afgericht.

In de molenkamer speelt zich op dat moment het zonder twijfel meest tragische moment in de hele reeks van de Rode Ridder af: de zwaardslag die Astra voor Johan opving, bleek dodelijk te zijn en met een innige kus neemt de blonde schoonheid afscheid van Johan. Johan zelf is totaal gebroken door het drama en met veel pijn en moeite overtuigt zijn wapenmakker en boezemvriend Lancelot om hem en de andere Ronde Tafelridders terug naar Camelot te vergezellen. Op hun terugweg stellen ze vast dat het waterreptiel bezweken is aan de verwonding, die het werd toegebracht door de pijl die Astra op hem had afgeschoten.

Na de terugkeer op Camelot zondert Johan zich volledig af van zijn vrienden en tracht zijn verdriet alleen te verwerken. Lancelot en Merlijn, zonder meer zijn beste vrienden in zijn Ronde Tafel-periode, maken zich ernstig zorgen over zijn gemoedsgesteldheid en de wijze tovenaar besluit om het antwoord voor het probleem in de sterren te lezen. "Tijd heelt alle wonden, maar voor Johan staat de tijd stil!" luidt zijn conclusie en daarom adviseert hij Johan om terug te keren naar Vlaanderen, waar hij vergetelheid zal vinden. Lange tijd kijkt Merlijn de vertrekkende ridder nog na en met het laatste deel van deze laatste Camelot-trilogie in de oude reeks komt er een 'definitief' einde aan de avonturen van Johan in het Engeland dat tussen mythe en geschiedenis zweeft...

Zonder twijfel hoort deze laatste aflevering van de laatste Camelot-trilogie in de oude reeks naar mijn mening tot de top-vijf van de Rode Ridder-albums en op het gebied van tragiek is het gewoon het beste album ooit in de reeks verschenen. Natuurlijk heb je ook het roerende afscheid tussen Johan en Galaxa in De Toverspiegel (album 58), maar daar weten beide geliefden tenminste nog van elkaar dat ze leven en elkaar binnen een bepaalde tijd zullen terugzien. Het verlies van Johans eerste echte geliefde en zijn 'definitieve' vertrek uit Engeland vormt het ideale einde van zijn engagement bij de orde van de Ronde Tafel en daarom is het jammer dat deze prachtige episode uit de Rode Ridderreeks voor een groot stuk wordt teniet gedaan door de terugkeer van een nep-Arthur in latere albums. De belevenissen rond Camelot en de Ronde Tafel vormen een boeiend onderwerp om over te schrijven, maar soms blijft een diamant mooier schitteren wanneer je ze ruw laat en niet verder tracht te bewerken.

Het mysterieuze karakter en het dramatische gehalte van dit verhaal zijn tekenend voor de Rode Ridder-albums tussen nummer 50 en 70 en daarom behoren zij dan ook tot de beste van de reeks. Een dergelijke pessimistische toon vind je ook terug in albums als De koraalburcht (55), De toverspiegel (58) en De IJzeren Hand (59) en dat spreekt mij enorm aan.

Twee fasen in dit verhaal zijn op het gebied van diepgang en intensiviteit zo sterk dat ze in latere albums maar moeilijk geëvenaard werden. Vooreerst is er natuurlijk het bijzonder droeve afscheid van Astra, zonder meer het meest tragische moment in de reeks ooit en op de tweede plaats komt de wijze raad van de oude Merlijn aan de gebroken Johan, die zo echt de rol van een liefhebbende vader op zich neemt. "Hou op met jezelf te kwellen! In Camelot wegen herinneringen als de jouwe zwaar... Een lange reis... Keer terug naar je vaderland... Daar zul je vergetelheid vinden!" zijn woorden die bijblijven en in latere albums later genoeg nooit meer echt in zulke sterke mate terugkwamen. Karel Biddeloo had de verwerking van Johans rouwproces in andere albums nog verder kunnen uitwerken dan enkel een kleine vermelding in het begin van De samoeraï (53), maar met een triestige en depressieve Rode Ridder waren de fans waarschijnlijk niet gediend.

Gelukkig voor Johan komt hij enige albums later zijn echte grote geliefde tegen (Galaxa), maar jammer genoeg voor beiden kunnen ze nooit veel tijd met elkaar doorbrengen. Als Astra het er in de watermolen levend van had afgebracht, had ze meer tijd kunnen doorbrengen met Johan, maar dan was hij misschien eerder een soort saaie hofridder op Camelot geworden. Anderzijds verdient Johan misschien eerder een vrouw als Galaxa, want bij haar was het duidelijk liefde op het eerste gezicht, terwijl Astra in de loop van het verhaal een metamorfose doormaakte van een wraakzuchtige feeks tot een liefdevolle en toegewijde minnares. Het arme kind heeft echter veel goed gemaakt door tweemaal het leven van Johan te redden en bovendien bij de tweede redding haar eigen leven af te staan. Zou Galaxa dat over hebben voor Johan?

Er blijven een aantal vragen bestaan rond de herkomst van Astra. Zij wordt omschreven als de wraaklustige zuster van Qrandar, maar in de loop van het verhaal komt haar goede kant boven en evolueert zij bijna tot een goede fee. Van Qrandar was bekend dat hij de zoon was van de Prins der Duisternis, die in gemeenheid zijn vader op zijn minst evenaarde (persoonlijk beschouw ik Qrandar als de meest doortrapte vijand die Johan ooit tegenover zich heeft gehad, want zelfs Bahaal zou zijn eigen dochter of zuster misschien niet zomaar afslachten), maar we moeten aannemen dat Bahaal ergens ooit een goede kant heeft gehad, vermits hij een mooie en liefdevolle dochter kon voortbrengen. Het zou natuurlijk best kunnen dat Astra meer aarde naar haar moeder, maar de vraag is dan ook wie de moeder van Qrandar en Astra was.
Vermits Biddeloo in de Kronieken van Merlijn de afkomst van Bahaal meer heeft verduidelijkt (als de doortrapte Naamloze Ridder), zou het misschien ook eens de moeite waard zijn om een of meer albums te wijten aan de afkomst van Astra. Zou het misschien kunnen dat zij, hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, de dochter is van Bahaal en een of andere goede Fee?

Encyclopedie

Personages

051. Excalibur

Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1971

Het verhaal begint met de aankomst van Johan en Lancelot bij de ruïnes van Camelot. Als ze daar aankomen, komt er ook een stoet huifkarren en lastwagens aan met bouwmaterialen en ambachtslieden. De stoet wordt aangevoerd door Merlijn, Parcifal, Kendall en zijn dochter Yolande. Na “De Terugkeer” is het tijd voor de wederopbouw van het land en Merlijn heeft bouwplannen meegenomen om Camelot te herbouwen.
Een aantal arbeiders vindt vervolgens de overblijfselen van de Ronde Tafel, en Johan besluit dat, als begin van de wederopbouw, deze als eerste gezuiverd moet worden.
De volgende ochtend maken Johan en Lancelot een verkenningstocht en ze praten over de bijna voltooide opleiding van Parcifal. Als ze bij een smal bruggetje aankomen en deze willen oversteken, rijdt op de brug een ridder tegemoet, die hen na een gesprek, doorgang verleent door met zijn paard van de brug in het ondiepe water te springen. Johan en Lancelot stellen zich voor aan de ridder en deze blijkt Carlioen van Detmold te zijn. Hij is afgereisd na geruchten over een nieuwe toekomstige koning, en hij stelt dat Parcifal op zijn zwaard kan rekenen. Carlioen rijdt mee naar Camelot en biedt zijn zwaard aan de toekomstig koning aan.
Een groep ruiters komt vervolgens aanrijden en het lijkt op het eerste gezicht een bedreigende situatie. Yolande toont gevoelens voor Parcifal door hem te waarschuwen, maar vervolgens blijken de ridders te zijn gekomen om hun diensten aan Parcifal aan te bieden. In de komende weken scharen zich steeds meer edelen en ridders achter Parcifal, totdat er een onbekende ridder opdoemt. Merlijn maakt duidelijk dat deze ridder niet welkom is, waarop de ridder een zwaard in de Ronde Tafel steekt. De ridder rijdt tot buiten de ruïnes, die inmiddels al weer aardig opgebouwd zijn, en laat een deel van de pas voltooide ridderzaal instorten.
Johan probeert het zwaard uit de tafel te trekken, maar nadat dit niet lukt maakt Merlijn duidelijk dat er zwarte kunst in het spel is. Op het zwaard zijn tekens zichtbaar die aan Baal toebehoren. Het zwaard moet wel geplaatst zijn door Qrandar, de zoon van Baal. Volgens Merlijn kan alleen Excalibur, het zwaard van de overleden koning Arthur, het zwaard onschadelijk maken.
Johan en Lancelot verlaten, na overleg met Merlijn, de burcht onopgemerkt en gaan op zoek naar het graf van Koning Arthur, waar Excalibur begraven ligt. Carlioen bemerkt dit echter en besluit dat ze wel hulp kunnen gebruiken en rijdt ze achterna.
Aangekomen bij het graf ontmoeten ze een groep Moren en deze blijken een overeenkomst met Qrandar gesloten te hebben. Johan en Lancelot worden overmeesterd en tot hun nek ingegraven zodat ze kunnen toekijken hoe Qrandar, die nog niet gearriveerd is, Excalibur zelf komt opgraven. Vier Moren houden de wacht terwijl de rest vertrekt om Qrandar een escorte te verlenen. Carlioen heeft echter gadegeslagen en doodt drie van de vier Moren. De vierde tracht te ontkomen maar wordt achterhaald en moet Johan en Lancelot uitgraven. Excalibur wordt opgegraven en ook vinden ze de kroon van Koning Arthur. In de verte is een stofwolk zichtbaar en ze vertrekken richting Camelot, met Qrandar en de Moren in de achtervolging. Qrandar gebruikt zijn zwarte kunst om de drie ridders te dwarsbomen: Een rustig riviertje wordt een woeste rivier en Johan moet Carlioen redden van een verdrinkingsdood, omdat deze met zijn harnas te zwaar is om boven te blijven. In de bergen zorgt Qrandar voor een lawine en Johan overleeft het maar net, in tegenstelling tot zijn paard. ’s Avonds in het bos vallen de bomen rond de drie ridders om en de ridders steken het bos in brand om te kunnen ontsnappen. Hierna begint het te stormen en vuistgrote hagelbollen vallen op de ridders neer. Lancelot moet zijn paard afmaken en Carlioen rijdt vervolgens bij Johan en Lancelot weg, die denken dat hij hen in de steek laat.
Later, in een bos, overmeesteren Johan en Lancelot twee Moren, en nemen hun paarden af. Hiermee rijden ze voor Qrandar en de Moren uit, maar uiteindelijk worden ze omsingeld. Ze zien nog maar één mogelijkheid, en dat is het gevecht. Hierdoor kunnen ze doorbreken en wegrijden, maar Qrandar laat een ondoordringbare mistbank ontstaan. Plotseling dreunt de aarde, en het blijkt dat Carlioen de Ronde Tafelridders was gaan halen, en deze verslaan de Moren voor deze kunnen reageren. Terug in Camelot vernietigt Parcifal met Excalibur het betoverde zwaard en er ontstaat een feest.
Via de slotgracht kan Qrandar echter de kelders bereiken en daar overmeestert hij Carlioen, van wie hij het harnas aandoet om niet herkend te worden. Qrandar weet gif in de beker van Parcifal te doen, maar het is Yolande die er vervolgens uit drinkt en wordt vergiftigd. Johan ziet hoe Qrandar vervolgens Yolande met een messteek wil vermoorden maar komt tussenbeide en daagt Qrandar uit voor een duel. Johan lijkt te winnen, tot Qrandar met zijn duistere krachten een stenen trap laat instorten waarop Johan zich bevindt. Hij lijkt Johan te verslaan, totdat Carlioen weer opduikt en Qrandar neerslaat en Johan overeind helpt. Qrandar weet vervolgens te ontsnappen, maar het verhaal eindigt goed doordat Yolande ontwaakt nadat Merlijn haar tegengif had toegediend. Qrandar zweert voor zichzelf dat hij zich zal wreken op Johan.

De Excalibur, zoals de titel luidt, vond ik een goed verhaal. Het was spannend om te lezen, en de plot bevat enkele goede keerpunten, zoals de aankomst van de ridders, die eerst een bedreiging lijken te zijn, en ook het vertrek van Carlioen in de penibele situatie tijdens de storm. Het verhaal verdient zeker vier sterren.

Encyclopedie

Personages

Extra weetjes

  • De oorspronkelijke titel van dit album was 'De excalibur'.

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

Subcategorieën

Pagina 5 van 18