- Details
- Geschreven door Administrator
Algemene informatie
Scenario en tekeningen: Claus
Inkleuring: Studio Leonardo
Uitgiftedatum: 9 november 2011
Aantal pagina's: 30 (2 banden per pagina)
Inhoud
Samenvatting
Wanneer Johan na zijn avontuur in 'De verborgen vesting' naar Camelot weerkeert, blijkt dat de hele ridderschaar van Koning Arthur zich voor de poorten van zijn stad opmaakt voor een veldtocht. Onmiddellijk wordt hij door Arthur ontboden.
Koning Arthur zelf brengt hem van de situatie op de hoogte: een mysterieuze vijand bedreigt het rijk. Vermoedelijk bedient hij zich ook van magie. De aanwezigheid van Merlijn is zeer gewenst, maar de oude tovenaar is spoorloos. Terwijl Arthur zich verder voorbereid voor zijn veldtocht, gaat De Rode Ridder op pad. Door weer en wind doorkruist hij het land op zoek naar Merlijn.
Intussen ontwaakt Arthur’s tovenaar in de grot waar hij door Nimue werd gevangen gezet. Tot zijn verbazing wordt hij gevangen in een lichtstraal die hem meevoert naar Inis Witrin, een van de eilanden van Avalon waar het aardse het hemelse ontmoet. Het is een poort tussen dimensies. Hij wordt verwelkomd door Isabel, Morrigane, Lynette en de anderen van de negen dochters van koning Inis Witrin. Ook Nimue blijkt een van deze dochters te zijn, maar ze heeft de zusters verlaten. Wanneer Merlijn is opgeknapt van zijn wonderbaarlijke reis roepen de zusters zijn hulp in. Ze brengen hem naar een pikzwart monster dat het eiland bedreigt. Met hun toverkracht kunnen de zusters het gevaarte afremmen, maar ze hopen dat Merlijn definitief kan afrekenen met het monster. Om zijn volle krachten aan te wenden heeft de oude tovenaar echter zijn toverstaf nodig…
Koning Arthur heeft intussen zijn veldtocht aangevangen. Wanneer hij slag levert, trekt zijn vijand zich echter terug en de vorst gaat er met zijn ruiterij achterna. Het blijkt een val te zijn. Slechts met een handvol ruiters en door een pijl in de rug getroffen raakt de vorst van Camelot terug tot zijn basiskamp. Een groot deel van zijn ridders is gevangen genomen. De geharnaste hoofdman van de vijandige troepen besluit de gevangen genomen ridders te houden en te ruilen voor losgeld.
Johan heeft Merlijns hut aan kasteel Tintagel weten te bereiken. Hij treft de hut verlaten aan. Aangezien Merlijns toverstaf onbeheert in zijn hut is achtergebleven weet de Rode Ridder dat er iets aan de hand is. Hij besluit de hut te doorzoeken. Hopelijk vindt hij een aanwijzing naar Merlijn. Opeens begint Merlijns staf schijnbaar uit zichzelf te bewegen. In een reflex grijpt Johan de staf vast en wordt mee de lucht in getrokken. Door lucht en water zoekt de staf zijn weg tot Inis Witrin. Na de hereniging met Merlijn wordt de Rode Ridder snel van de toestand op het eiland op de hoogte gebracht. Helaas kan ook de gezamenlijke kracht van Johans zwaard en Merlijns toverstaf geen weerwerk aan het mysterieuze monster bieden. Terwijl de zusters en de soldaten van Inis Witrin de strijd verder zetten, besluiten de twee mannen zich terug te trekken om op adem te komen en een nieuw krijgsplan uit te denken.
Ook Arthur broedt een nieuw krijgsplan uit. Een opgepakte stroper weet hem echter te vertellen dat zijn mysterieuze vijand zich heeft teruggetrokken bij de Duivelsrotsen. Eén van Arthurs overgebleven ridders weet dat dit oudste en wildste gedeelte van het bos een uiterst geschikte plaats is om zich te verschansen. Het merendeel van de vijandige krijgsmacht bestaat gelukkig uit huurlingen en bandieten. Als ze hun leider kunnen uitschakelen, hebben ze waarschijnlijk een kans op slagen…
Johan en Merlijn zijn intussen op de hoogste toren van het eiland geklommen. Uit de vlucht van een betoverde pijl kon Merlijn afleiden dat de bron van de zwarte magie waaruit het monster ontstond zich binnen het monster bevindt. Met de hulp van de zusters hebben ze twee deltavliegers in elkaar geknutseld, zodat ze het monster van dichterbij kunnen bekijken. Beiden springen met een vlieger van de toren. Naarmate ze dichter bij het monster komen, wordt de zichtbaarheid alsmaar minder door de heersende mist. Johan en Merlijn raken elkaar uit het oog, maar weten elk op hun manier het monster binnen te dringen.
Koning Arthur heeft zijn resterende troepen opgesplitst. Terwijl de ene groep een open aanval uitlokt met de krijgsmacht van hun mysterieuze tegenstander, trekt de vorst met de andere groep door het grottenstelsel van de Duivelsrotsen. Om geen argwaan te wekken draagt één van de ridders buiten een wapentuniek van Arthur. In het heetst de strijd wordt zijn vermomming doorzien. Terwijl zijn vijand vraagt of Arthur te laf is om te vechten, duikt Koning Arhur als bij toverslag achter diens rug op. Het tweegevecht tussen beiden verloopt zo hevig dat zowel huurlingen als soldaten de veldslag staken en vol ontzag naar het duel kijken.
Ook Johan is binnen het monster in een grote strijd verzeild geraakt. Hoewel zijn tegenstanders geen partij voor hem zijn, houden ze hem wel aardig op. Wanneer hij zich van laatste belager heeft ontdaan, hoort hij verderop bekende stemmen. Merlijn is overmeesterd door Bahaal en zijn handlangster Nimue. Door Johans ingrijpen kan de oude tovenaar echter de volle kracht van zijn toverstaf gebruiken en stuurt beiden terug naar de hel.
De overwinning op Inis Witrin openbaart zich onmiddellijk in de werkelijk wereld. Arthurs tegenstander wankelt. Hoewel Arthur zeker is dat hij hem niet verwond heeft, zakt hij roerloos in elkaar. Het harnas werd aangestuurd door een skelet; alsof Arthur met de dood zelf vocht. Door de dood van hun leider heeft verder strijden voor de huurlingen geen zin. Vreemdzaam nemen ze van Arthurs ridders afscheid.
Ook Merlijn en Johan nemen afscheid. De Gezusters sturen hen beiden terug naar de werkelijke wereld, maar zorgen dat ze zich van het hele avontuur niets herinneren. Zich niets herinnerend bevrijdt de Rode Ridder zijn oude vriend. Samen trekken ze terug naar Camelot, waar Arthur hun raad en zwaard meer dan nodig heeft.
Met de verhalen ‘De Furiën’, ‘De verborgen vesting’ en nu ‘Duivelsmist’ plaatst Claus zijn scenario’s dus duidelijk ten tijde van Koning Arthur. Hierbij maakt hij echter vrij vreemde chronologische kronkels, om niet te zeggen flagrante fouten: niet alleen voert hij Bahaal als kwaadaardige geest op –een toestand die pas na Arthur’s dood optreedt- ook wordt er tussen deze verhalen door nog eens ‘De vreemdeling’ en ‘De amazones’ opgevoerd; een tweeluik dat zich tussen ‘De Schemerzone’ en ‘Nirwana’ moet afspelen. De chronologie in de reeks is hiermee volledig verdwenen. Op zich een vrij jammer iets, want het scenario op zich was zeker niet slecht. Bahaal als geest was niet noodzakelijk in dit verhaal. Mits kleine aanpassing had dit een veel positiever album kunnen zijn.
Waar Claus haast geen oog had voor voorgaande albums, heeft hij wel zeer sterk nagedacht over de tekeningen en vormgeving van het album. Het verhaal bestaat continue uit twee sychroonlopende verhaallijnen. Gehaakte tekenranden maken duidelijk dat we de overstap naar de andere verhaallijn maken. Claus gaat hier zeer merkwaardig mee om. Zo kunnen we band 3 lezen en vervolgen op band 4, maar ook beide banden diagonaal bekijken. De bladzijde daarnaast doet hij het truckje overigens nog eens over. Het hoogtepunt van dit kunststukje zijn ongetwijfeld banden 53 en 54. Hier springt men continue van de ene naar de andere verhaallijn. We kunnen echter ook Arthurs strijd aan de linkerzijde eerst volledig lezen en vervolgens kijken hoe Johan het er van afbracht.
Het harnas waar Koning Arthur tegen vecht lijkt geïnspireerd op de Infernator uit ‘De toverstaf’ (waar het ook al door Bahaal werd aangestuurd), maar voor de rest krijgen we van Claus nog maar eens prachtwerk. Uitgezonderd enkele gekke bekken van Isabel lijkt de tekenaar ook als maar te beteren in het tekenen van vrouwelijke gezichten.
Globaal genomen is ‘Duivelsmist’ een degelijk album, maar bederft de chronologische fout voor oudere lezers ongetwijfeld een groot deel van de pret.
Verhaalonderdelen
Personages
- Bahaal
- Isabel
- Koning Arthur
- Koning Inis Witrin
- Lynette
- Merlijn
- Morrigane
- Nimue
- Sir Bedivere
- Stroper uit het woud rond de Duivelsrotsen