- Details
- Geschreven door Willem
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Uitgiftejaar
1967
Johan schenkt Koning Arthur een oude groene sarcofaag, ( in dit verhaal consequent abusievelijk 'mummie' genoemd), die hij meeneemt van een reis in het Middellandse Zee-gebied. De Groene Mummie blijkt echter geheimzinnige en zelfs dodelijke krachten te hebben en nadat Merlijn de kist heeft onderzocht, waarschuwt hij dat al wie de mummie opent zal sterven. Kort daarna wordt de kist ontvreemd uit Camelot en Johan en Lancelot worden op onderzoek uitgestuurd In de haven vinden zij een schip dat naar Alexandrie in Egypte zal uitvaren.
Van de welwillende kapitein krijgen zij toestemming het schip te onderzoeken. Onderweg daarheen wordt Lancelot echter het slachtoffer van een aanslag, raakt gewond en kan niet verder meedoen. Johan gaat alleen op zoek naar de mummie op het schip, de Albatros, vindt hem maar wordt prompt neergeslagen en gekneveld. Wanneer hij bijkomt en zich heeft losgemaakt blijkt het schip al op volle zee. Hij bespreekt met de kapitein, Bennet, de situatie en samen vragen zij zich af wie van de passagiers de mummie aan boord gebracht heeft: de Italiaanse kooplieden, Hans de huurling, de koopman Ali Mufa en zijn Nubische slaven of de Egyptische matrozen?
Kort daarop ontdekt de Rode Ridder dat Hans in een mand een Egyptische vrouw, Neferis, aan boord gesmokkeld heeft. Maar zij zeggen niets te weten van de mummie. Ook bij Ali Mufa wordt niets verdachts gevonden, maar uiteindelijk vinden ze toch de sarcofaag, diep verborgen in het ruim. Wie is nu de dief?
Onder grote spanning gaat de reis voort en er vallen zelfs slachtoffers onder de Nubische slaven onder omstandigheden die Neferis verdacht maken.
Plotseling duikt een Egyptisch schip op. De bemanning entert het schip van Bennet die zich al snel moet overgeven. Ali Mufa blijkt dan samen te heulen met de Egyptenaren die uit zijn op de Groene Mummie. Hans dreigt echter de sarcofaag te openen als de piraten niet direct het schip verlaten. De aanvallers druipen af en Neferis geeft een verklaring voor het gebeuren. Zijzelf is een Egyptische koningin en de mummie is van een voorouder van haar. De mummie is met een stof bewerkt die een dodelijke straling verspreidt zodra de kist wordt geopend. De Egyptische aanvallers staan onder leiding van Maroefa, een prins van een vijandelijke buurstaat, die de mummie vanwege zijn verwoestende kracht koste wat het kost wil buitmaken. Zijzelf had de mummie uit Camelot laten ontvoeren en door Hans aan boord laten smokkelen.
Maroefa en zijn Egyptische piraten vallen opnieuw aan, nu op afstand met brandende pekballen. Kapitein Bennet moet zijn gehavende schip vast laten lopen op een klip. Neferis geeft in deze wanhopige situatie toe dat de mummie wordt afgestaan aan haar vijand. Wanneer de piraten de groene kist ophalen wordt zij tegelijkertijd ontvoerd. Johan en Hans zwemmen naar het vijandige schip, klimmen aan boord en weten tot bij Neferis te komen. Maar van alle kanten komen de Egyptenaren op hen af. Ze houden nog even stand maar dan wordt Hans dodelijk getroffen. Neferis ziet dat de toestand voor haar en de Rode Ridder hopeloos is, duwt Johan onverwacht overboord en licht het deksel van de Groene Mummie op. Liever wenst zij te sterven dan dat Maroefa onheil over haar land brengt.
De gevolgen zijn vreselijk. Iedereen aan boord van de Nijlboot wordt gedood. Johan wordt, gewond door een pijl in de schouder, aan boord van de Albatros gehesen Een voorbijvarend schip brengt hem weer terug naar zijn vaderland.
Een redelijk spannend en mysterieus avontuur dat een beetje de detective-sfeer heeft van "Death on the Nile'' van Agatha Christie. Het verhaal bevat ook dermate veel details dat die niet allemaal in mijn samenvatting kunnen worden opgenomen. Het is getekend in de typische, beetje houterige, maar wel kundige stijl met langgerekte figuren. Uitgevoerd door de medewerker van Vandersteen die verantwoordelijk is geweest voor in ieder geval de verhalen van nr. 31 t/m 35: Eduard de Rop.
Het blijft merkwaardig dat de auteurs en dus ook alle figuren inclusief Merlijn de groene sarcofaag aanduiden met 'mummie', terwijl een mummie natuurlijk het omzwachtelde lichaam van de dode is. Pas op de laatste pagina wordt die zichtbaar als Neferis de kist geheel opent. Ook voor Johan is dit de eerste kennismaking met de oud-Egyptische begraafwijze. Als hij de sarcofaag op pagina 1 ontdekt vraagt hij zich af: "Wat is dit voor zonderlinge groene kist?" Het is maar goed dat hij hem niet meteen opent, wat op zich toch logisch zou zijn geweest. Maar dat zou wel een heel snel en rigoreus einde betekenen voor onze held.
Zo zijn er wel meer onvolkomenheden in het verhaal. Waarom bijvoorbeeld gebruiken de Egyptische piraten hun pijl en boog niet direct wanneer Johan en Hans aan boord van hun schip klimmen om Neferis te bevrijden? Nee eerst gaan ze de twee ridders te lijf met het zwaard, ten koste van een flink aantal slachtoffers, en pas als Johan overboord valt schieten ze hem pijlen na.