Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1967

De Rode Ridder wordt door Koning Arthur naar de kust gestuurd om de geruchten van een vloot Moorse kapers voor de kust te onderzoeken. Eens ter plaatse stuit onze held op een groep moorse verkenners en redt hun aanvoerder uit een hachelijke situatie. Deze stelt zich voor als Haram de Zeearend en is de Rode Ridder dankbaar, maar weigert beleefd (en met de steun van zijn toegestroomde soldaten) om Johan te vergezellen en verantwoording af te leggen bij de koning, en verwijst naar een persoonlijke afrekening.

Wat later stuit Johan op Thuline, de Duinenheks en een beoefenaarster van de zwarte kunsten, die niet echt in haar nopjes is met de aanwezigheid van de Rode Ridder en haar eenhoorn bevel geeft om hem te doden. De eenhoorn delft het onderspit en Thuline zweert wraak. De Rode Ridder (minus paard, dat het moest afleggen tegen de eenhoorn) bereikt dan Crowstone, waar hij er meteen in slaagt om de burchtvrouw, Marion tegen zich in het harnas te jagen. Malvor de burchtheer kent Haram: ooit slachtte hij de volledige bemanning van een Moors galjoen af, waarbij enkel Haram kon ontkomen. Wanneer de Rode Ridder aandringt om het landvolk in veiligheid te brengen, reageert Malvor onverschillig. Onder invloed van Marion en de nar van Crowstone wordt deze onverschilligheid al snel agressie en na een duel met Malvor (waarbij Marion de Rode Ridder een kandelaar op het hoofd gooit) belandt de Rode Ridder al snel in de kerker.

Marion jut haar man nog verder op en zet hem ertoe aan om de Rode Ridder tentoon te stellen op een feestmaal waarop de naburige burchtheren aanwezig zullen zijn. Na een zware woordenwisseling, is Malvor ziedend genoeg om het duel verder te zetten. Johan wint ditmaal en eist dat Malvor zijn verantwoordelijkheden als burchtheer zou opnemen. Malvor komt tot inkeer en besluit om de volgende dag de poorten open te zetten voor zijn onderdanen. Die nacht gebeuren er echter twee dingen. Marion zint op wraak en haar nar overtuigt haar om Thuline binnen de muren te halen, opdat deze wraak zou kunnen nemen op de Rode Ridder voor de dood van de eenhoorn. Ten tweede kiest Haram precies deze nacht uit om een landing uit te voeren.

Wanneer de Moren opgemerkt worden, is het al te laat en hebben Haram's troepen de onderdanen van Malvor reeds gevangengenomen.Haram kondigt aan deze allen te zullen afslachten en vervolgens Crowstone tot de laatste steen af te breken en al zijn inwoners af te maken, behalve de Rode Ridder. De Rode Ridder wenst te onderhandelen en brengt een voorstel van Malvor over: Malvor zal zich overgeven en al de schatten van Crowstone overdragen indien Haram zijn onderdanen laat gaan. Haram lanceert een tegenvoorstel: behalve Malvor mag iedereen die dat wil Crowstone verlaten, maar voor elke ridder die blijft, zal hij twintig gijzelaars laten gaan. De ridders die willen blijven, moeten blijven totterdood, zoniet...

Ik zal eerlijk zijn: ik ben traditioneel een fan van de Rode Ridderverhalen met een hoog sword & sorcery gehalte (vanaf nummer 50 en hoger, dus eigenlijk), maar toch is het beleg van Crowstone een van mijn favoriete verhalen. Het gaat hem niet om de tekeningen. Persoonlijk vind ik deze een beetje te hoekig en niet zo goed als de tekeningen vanaf de nummers 50 en hoger. Nee, het gaat hem om de teneur van het verhaal. Alles draait hier om eer, denk ik: Haram's eer dicteert dat hij bij de Rode Ridder in de schuld staat. Haram komt wraak nemen op de eerst toch wel behoorlijk eerloze Malvor. Ik ben niet zo dol op citaten, maar ik denk dat deze monoloog er toch mag zijn:

Haram: "Johan, ik wilde je sparen! Maar je woorden hebben dit onmogelijk gemaakt. Toch voel ik mij tegenover jou verplicht. Daarom zal ik je een voorstel doen. Jullie schelden ons voor barbaren uit! Ik zal je de gelegenheid geven om de ridderlijkheid van je riddervrienden op de proef te stellen. Iedereen mag Crowstone verlaten, behalve Malvor! Voor elke ridder die blijft laat ik twintig gijzelaars vrij!"

En nu jij. De ridders, die de dag voorheen nog een bende zuiplappen waren, nemen als één man hun verantwoordelijkheid op en ruilen hun leven voor dat van de gijzelaars. Kijk, ik weet dat het een beetje melig is, en dat deze verheven vorm van riddereer misschien eerder legende dan werkelijkheid is, maar toch... Na dit album onlangs te hebben herlezen heb ik mij waarachtig de vraag gesteld: "zou ik in hetzelfde geval hetzelfde kunnen, durven, willen doen?"

Aangezien er steeds evenwicht moet zijn, zal ik nu een beetje zeuren, pro forma: het beleg duurt een aanzienlijke tijd. En wat doet Arthur ondertussen? Hij weet dat er piraten zijn gesignaleerd (dat is de reden waarom hij de Rode Ridder op verkenning stuurde), en de vrijgelaten (en, naar ik vermoed, gevluchte) bevolking moet toch wel iemand op de hoogte gebracht hebben die dan eventueel een ontzettingsleger zou kunnen uitsturen? En dan nog iets: als Thuline dan toch een echte heks is, waarom verdoet ze dan haar tijd met pijlen op de Rode Ridder af te schieten? Waarom gebruikt ze haar magische krachten niet, om hem toch op z'n minst zware jeuk op delicate plaatsen te bezorgen? (Als Bahaal het kan in "De laatste droom", waarom dan zij niet? ZO moeilijk kan dat toch niet zijn?)

Hmmm... Heb ik jou al niet ergens anders gezien?
Nog niet, nee, maar dat komt nog: de Moren zijn een regelmatig terugkerende vijand van de Rode Ridder: ze zijn de handlangers van de zoon van Bahaal in "Excalibur" (#51), ze zijn gewoon de slechterikken in "De Kluizenaar van Ronceval" (#54) en ze zijn meedogenloze plunderaars in "Het Spook" (#83). Het dient opgemerkt dat in dit album de Moren, ook al zijn ze de vijand, niet door-en-door slecht zijn. Haram wil wraak nemen voor een onrecht dat hem indertijd door Malvor werd aangedaan. Hij is eervol en handelt naar zijn eer: hij is bereid zijn wraak te beperken tot Malvor en zijn ridders en de bevolking met rust te laten. Haram is zonder twijfel één van de meest aangename tegenstanders van de Rode Ridder. Goed, hij is een moordende plunderaar, maar toch: ik denk dat we diep in ons binnenste wel een zeker begrip kunnen opbrengen voor Haram's motieven.

En dan nog de eenhoorn: zo eentje hebben we dus wel al eens gezien: in "De Wilde Horde" (#21). Alweer aan de zijde van een boze heks. Enigzins grappig, aangezien eenhoorns traditioneel een symbool van puurheid en zuiverheid zijn.

Genoeg gezeurd: samengevat: top of the line album.