Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1969

In Camelot heerst groot optimisme. Koning Arthur is er in geslaagd de vrede met een buurstaat te bewerken met alleen de kracht van het woord Een groot feestmaal wordt aangericht, maar Merlijn acht het moment zeer ongeschikt, daar ongunstige voortekenen Camelot bedreigen.
Het plotselinge ontstaan van een barst in de Ronde Tafel, vlak voor de zetel van Arthur, is voor iedereen een grote schok. De koning laat het feest desalniettemin doorgaan.
Dan meldt zich een troubadour aan, Meldor, en hij oogst groot succes bij de feestgangers. Arthur verzoekt hem zelfs voor hem en Guinevere alleen te zingen in hun koninklijk vertrek. Merlijn waarschuwt zijn koning nogmaals en geeft hem een amulet ter bescherming. Dat blijkt al snel heel nuttig, want dankzij deze amulet is de pijl die Arthur in de borst treft niet dodelijk.
Johan en Lancelot onderzoeken de aanslag en stellen vast dat de luit van de troubadour het gebruikte wapen moet zijn geweest. Meteen gaan ze op zoek naar Meldor die kort daarna, in zijn poging te ontsnappen, ongelukkigerwijs recht in het zwaard van Lancelot loopt. Aan de hand van de dode vinden de ridders een zonderlinge ring, die zij door Merlijn laten onderzoeken. Die ontdekt in de ring een magisch teken dat hij niet kent In de zadeltas van Meldor zit ook nog een kruik van een soort die Heer Pelinore laat maken.
Merlijn stuurt Johan en Lancelot naar Pelinore om meer over Meldor te weten te komen en gaat zelf proberen de betekenis van het teken te achterhalen.

Onderweg naar Pelinore, die vroeger op slechte voet heeft gestaan met Arthur, worden beide ridders aangevallen door een groep gemaskerde ruiters. Zij slaan de aanval af en stuiten kort daarna op een eenogige landbouwer die hun verklapt dat Pelinore omgang heeft met die ruiters.

Aangekomen in de burcht van Pelinore, ondervragen zij de burchtheer die zegt niets te weten over Meldor, of de gemaskerde ruiters. Dan blijkt dat de eenogige achter een gordijn staat verscholen. Hij beschuldigt Pelinore opnieuw van diens betrokkenheid en dat maakt de burchtheer zo boos dat hij beveelt de kerel op te sluiten Johan wil echter dat Pelinore en de eenogige met hun mee gaat naar Camelot. Pelinore weigert en in de verwarring die daarna ontstaat worden beide ridders overmeesterd, terwijl de landbouwer weet te ontkomen. Maar terwijl de soldaten naar hem zoeken buiten de burcht, bevrijdt hij Johan en Lancelot uit hun kerker en overtuigt hun nogmaals van Pelinore's schuld. Nu ontvoeren de ridders Pelinore en nemen hem geboeid mee naar Camelot. De eenogige wordt echter onderweg door de gemaskerde ruiters gedood.

In Camelot wordt Pelinore ondervraagd door Koning Arthur die hem er op wijst dat alles tegen hem pleit. Het geheimzinnige teken op de ring van Meldor blijkt ook op de gordel van Pelinore te staan afgebeeld. De zwaar gekrenkte burchtheer ontkent echter alles en weigert een verklaring af te leggen.
Merlijn heeft intussen nog steeds niet de betekenis van het geheimzinnige teken kunnen achterhalen, maar veronderstelt dat Alwine, de tovenares der Zeven Heuvelen, wel een boek bezit dat het teken kent. Arthur stuurt Merlijn met Johan en Lancelot naar Alwine.

De onrust en de tweespalt nemen op Camelot hand over hand toe. Pelinore heeft veel aanhang onder de ridders van de Ronde Tafel en die eisen zijn vrijspraak. Arthur wil hier niet aan toegeven en beveelt hen te gehoorzamen aan hem en te wachten op Merlijn. Onder aanvoering van Wodor, een verwant van Pelinore, loopt het geheel uit de hand en na een eerste kaakslag staan, voor het eerst in de geschiedenis van De Ronde Tafel, de ridders met getrokken zwaarden tegenover elkaar! Spoedig valt zelfs de eerste gewonde. Arthur moet krachtig ingrijpen en dwingt Wodor om met hem in een Godsgericht het zwaard te kruisen.
Na een boeiend duel bovenop de gehavende Ronde Tafel, waarbij Arthur struikelt doordat zijn voet in de barst blijft steken, weet de koning zijn tegenstander op de knieën te dwingen en zo voorlopig weer de orde te handhaven.

Inmiddels hebben Merlijn, Johan en Lancelot de hut van Alwina bereikt. De tovenares blijkt kort daarvoor gedood en het gezochte boek met tekens gestolen door de gemaskerde ruiters. De ridders stuiten echter algauw op de rovers en rekenen met hen af. Merlijn herovert het boek en concludeert na een eerste blik erin dat de situatie ernstiger is dan het lijkt….

Zij haasten zich terug naar Camelot, waar intussen Pelinore ernstig ziek is geworden en nieuwe opstand broeit. Maar zij zijn op tijd terug.
Merlijn bestudeert het boek grondig en doet verslag van zijn bevindingen. Het teken is van de Prins der Duisternis, een onbekende magiër en grootmeester in de Zwarte kunst. Niemand weet waar hij thans verblijft. Zijn doel in het werk van Arthur te vernietigen. De barst in de tafel is een symbolische poging om de eenheid van de Ronde Tafelridders te breken. De verdachtmakingen aan het adres van Pelinore waren vals en ook bedoeld om tweedracht te zaaien.
Dagenlang doet Merlijn allerlei bezweringen om het duivelsteken zijn macht te ontnemen en op een dag slaagt hij daarin. De barst in de tafel is verdwenen en de tovenaar beseft dat zijn toverkracht het op kan nemen tegen die van de Prins der Duisternis. Maar die zal niet rusten voor de Ronde Tafel ontbonden en vernietigd is !

Een aardig en wel onderhoudend verhaal wordt ons geboden. Niet echt een ouderwets ridderavontuur, maar wel voldoende mysterie en suspense.
De waarde van nummer 40 ligt echter meer in andere aspecten. Het album is één van de laatste Vandersteen-verhalen en een trouw volger van de reeks tot dan toe proefde ook wel dat Willy Vandersteen toentertijd het einde van de reeks in gedachten had (Nr. 41, "De laatste droom", zou het laatste avontuur van de Rode Ridder moeten worden, maar daar werd onder druk van buiten (o.a. van KB) toch anders over beslist).

Voorts is van belang te melden dat Karel Biddeloo voor een belangrijk deel verantwoordelijk was voor het scenario van dit album. Hij bedacht immers 'de barst'. En het meest opvallende aspect van dit verhaal is natuurlijk de introductie van Bahaal, de Prins der Duisternis, die in het vervolg van de reeks door KB een grote rol toebedeeld zou krijgen. En gezien het aantal liefhebbers van het zgn. sword and sorcery-genre is dit een succes gebleken. Voor de liefhebbers van de klassieke RR-verhalen van Vandersteen zelf, zoals ondergetekende, had deze wending niet gehoeven.
Al met al staat 'De Barst' dus op een belangrijk kruispunt van de gehele reeks.
Het tekenwerk is overigens niet spectaculair maar wel dik in orde. Herkenbaar is ook dat de inkting door verschillende tekenaars is gedaan, onder wie volgens mij ook E. de Rop en natuurlijk Biddeloo. Wie hier meer details over weet, mag het mij vertellen. Graag zelfs!

Grappig detail is nog dat we op de cover een tafereel zien dat zich niet precies in het verhaal zelf afspeelt: Johan strijdt met vertwijfelde blik tegen een andere ridder bovenop de Ronde Tafel, terwijl Guinevere wanhopig oproept tot het neerleggen van de wapens. In werkelijkheid was de Rode Ridder niet aanwezig in Camelot tijdens deze dramatische gebeurtenissen. Hij was op dat moment met Merlijn en Lancelot onderweg naar Alwina! Maar ach, deze 'dichterlijke vrijheid' van de tekenaar levert natuurlijk een extra dramatisch effect op en dat is te waarderen.