- Details
- Geschreven door Pim Tiggeloover
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Uitgiftejaar
1972
Tijdens een van zijn zwerftochten belandt de Rode Ridder in een verlaten en uitgestorven streek. In een nabijgelegen woud ontmoet hij een ridder met een zilveren zwaan als wapenschild. De zwaanridder vertelt aan Johan dat hij zich in het rijk van Koning Romberius bevindt. Maar het rijk van de Koning wordt geteisterd door de Discipel van de Nacht.
Johan hoort het verhaal hoe de dochter van de Koning, Iljona, verliefd werd op de jonge beeldhouwer Adelbert. De beeldhouwer vereeuwigde hun liefde in een marmeren beeld van de twee geliefden. Maar in de marmeren rug van Adelberts beeld steekt een dolk. De dolk is daar aangebracht door de Discipel van de Nacht, die afgewezen werd door Iljona. Sinds de dolk in het beeld steekt, is Adelbert verlamd. Intussen werd Iljona door het Zwarte Vendel, de handlangers van de Discipel, naar de verboden berg ontvoerd. Yspar de zwaanridder gaat nu proberen Iljona te verlossen. De Rode Ridder wordt door Yspar tegengehouden om mee te gaan. Wel ziet Johan dat de berg omgeven wordt door een felle schittering. Johan besluit de burcht van Koning Romberius te gaan bezoeken.
Onderweg wordt Johan aangevallen door een handlanger van de Discipel. Maar een versterking uit de koninklijke burcht grijpt in. Later ontmoet Johan in de burcht Adelbert (die zich in een middeleeuwse rolstoel voortbeweegt), de zorgzame heelmeester van het kasteel en Koning Romberius. De Rode Ridder verneemt dat al velen geprobeerd hebben Iljona te bevrijden, maar niemand slaagde daarin. Niet veel later keert een zwaargewonde Yspar terug van de verboden berg. Enkele ridders van Romberius hadden hem blind ronddolend door het landschap teruggevonden. Yspar raadt Johan af om naar de berg te gaan. Niet veel later sterft hij.
De Rode Ridder bereidt zich toch voor om de berg te gaan onderzoeken. Voor hij vertrekt vraagt hij Adelbert om een portret van de Discipel te tekenen. De Discipel blijkt Qrandar, de zoon van Bahaal, te zijn! Tijdens dit gesprek ontdekt de Rode Ridder dat de heelmeester alles afluistert. De heelmeester is een spion van Qrandar. Door zelfmoord te plegen zorgt de heelmeester er voor dat hij geen bruikbare informatie aan Johan kan loslaten. Op dat moment valt het Zwarte Vendel ook nog eens de burcht van Romberius aan. Na een hevige strijd wordt het Vendel verslagen. Van een van de gevangenen verneemt Johan dat de berg bewaakt wordt door vliegende monsters, de Serplano's.
Johan gaat op onderzoek uit bij de verboden berg. Verstandig als hij is, raapt hij voorzichtig wat poeder, dat de felle glinstering bij de berg veroorzaakt, op. Na wat ravotten met enkele Serplano's keert Johan terug naar Romberius. Hij stuurt het geheimzinnige poeder per ijlbode naar Camelot, waar good old Merlijn gevraagd wordt het poeder te onderzoeken.
Intussen lijken de Serplano's bezig met een offensief tegen Romberius & Co. En dus wordt de burcht aangevallen. Dit zint Johan totaal niet en in de burcht worden voorbereidingen gemaakt voor een laatste strijd tegen de monsters. In de ochtend vertrekt een karavaan richting de verboden berg. De groep is niet kinderachtig met het arsenaal wat gebruikt wordt voor de tegenaanval. Met behulp van grote katapulten en slingerwerktuigen worden de Serplano's overtuigend verslagen. Tevreden keert de expeditie terug naar de burcht, waar nu het wachten is op de uitslag van het poederonderzoek van Merlijn. Per postduif komt er bericht uit Camelot. Het poeder schijnt een onbekend erts te zijn met dodelijke eigenschappen. Slechts met gebruik van een loden harnas kan men de stralingen van het gevaarlijke poeder weerstaan.
Op de top van de berg lijkt Qrandar zeker van zijn macht. Aan Iljona vertelt hij dat hij ondanks het verlies van het Zwarte Vendel en de Serplano's nog altijd een geheim wapen heeft. Toch kijkt hij verschrikt op als hij Johan in een door Adelbert vervaardigd harnas de berg ziet beklimmen. Voor Qrandar het moment om zijn laatste wapen in te zetten. Een groot vliegend monster gaat de strijd aan met de Rode Ridder. Johan verslaat het monster en Qrandar wordt 'toevallig' geraakt door een laatste stuiptrekking van z'n monster. De zoon van Bahaal en de moordenaar van Astra (zie 'De watermolen') is dood. Maar hoe komen Johan en Iljona nu terug? Het harnas is door het monster vernield. Johan maakt van de vleugels van het monster een soort voorloper van een delta-vliegtuig. Na een goede vlucht worden Iljona en Adelbert weer verenigd. Door ook nog de dolk uit het marmeren beeld van de twee geliefden te trekken, verbreekt johan de vloek en kan adelbert weer lopen. Voor de Rode Ridder is dit het geschikte moment om afscheid te nemen en zijn zwerftochten voort te zetten.
De Verboden berg is eigenlijke een perfecte mix tussen de oude verhalen van Willy Vandersteen (nummers 1 t/m 43) en de verhalen van Karel Biddeloo (nummers vanaf 44). Het is een uitgebreid scenario, maar nergens wordt het te uitgebreid. In het album treden veel verschillende personages op, die allen even nauwkeurig beschreven en uitgedrukt worden. Er worden geen onlogische uitwegen in het verhaal gebruikt, iets wat in de huidige verhalen nog wel eens het geval is. Het verhaal is ook goed opgebouwd. Eerst een inleiding over hoe de zaken er voor staan, dan een mislukte poging van de zwaanridder, vervolgens het onderzoek en de strijd tegen het Vendel en de Serplano's, waarna in de climax wordt afgerekend met het vliegende monster en Qrandar.
De tekeningen zijn ook super in dit verhaal. Veel stroken worden tot in de kleinste details uitgewerkt. Het enige minpuntje bij dit verhaal is dat een deel van de tekeningen op de laatste pagina's door een andere tekenaar (vermoedelijk Eduard de Rop) zijn gemaakt. Als er in een album één tekenstijl gehanteerd wordt, blijft de sfeer van het verhaal beter behouden dan nu het geval is. Een apart feit is trouwens dat er voor de ingekleurde versie uit 1984 een andere cover werd gebruikt dan bij de eerste druk uit 1972.