- Details
- Geschreven door Kilyon
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Uitgiftejaar
1976
Wanneer Johan de brede Urashrivier wil oversteken via de enige brug in de omgeving, een tolbrug met een kasteel in het midden, is hij er getuige van hoe een man, Gammon geheten, er met zijn bootje vandoor gaat en uit het zicht verdwijnt, spotlachend om de pijlen waarmee de soldeniers hem tevergeefs trachten te raken. Als Johan de buitensporig hoge tol verneemt voor het oversteken van de brug, komt het tot een handgemeen tussen de ridder en de soldeniers, die hij hardhandig in de rivier doet belanden. De tussenkomst van de mooie Viola, pleegdochter van tolmeester Kerkid en tevens de vrouw die Gammon tevergeefs trachtte te ontmoeten, voorkomt dat alle soldeniers een nat pak halen.
Johan betaalt de gevraagde tol, liever nog dan de vrije doortocht te aanvaarden die hem door Viola werd aangeboden, en begeeft zich naar een nabijgelegen vissersdorp aan de monding van de rivier, waar de tolmeester, heer Kerkid, bezig is zijn wekelijks tol in parels te eisen van de bewoners, een tol die hij ditmaal te gering bevonden heeft. Als Johan de tolmeester aanspreekt op diens wanbeleid, lijkt een gevecht onvermijdelijk. Dan verschijnt Zamul ten tonele, de hogepriester van de riviergod zoals hij zichzelf aankondigt, een rijzige grijsaard in een lang gewaad, die over het water aan is komen lopen vanaf een eilandje in de riviermonding! Zamul maant Johan te vertrekken, maar de ridder laat zich niet afschrikken en stormt met getrokken zwaard op deze onheilsprofeet af, die de ridder op raadselachtige wijze buiten gevecht stelt, naar het lijkt met een magisch blaasinstrument.
Als de bewusteloze ridder vervolgens op aanwijzing van Zamul met zijn zwaard in een bootje wordt gelegd en de riviermonding uitdobbert, op weg naar zee en een zekere dood, komt Gammon tussenbeide en brengt de ridder in veiligheid. Gammon vertelt Johan meer over het wanbeleid van de tolmeester en beide mannen ondernemen een moedige poging om de vlam van verzet bij de bewoners van het vissersdorp wakker te roepen door hun vrouwen te bevrijden die onder bewaking van Kerkid's soldaten naar parels moeten duiken. Hoewel de soldeniers worden uitgeschakeld, blijven de dorpsbewoners even bang als voorheen, de wraak vrezend van de riviergod, die in een ver verleden vernietigend heeft toegeslagen. Barsan, de dorpsoudste, is de enige nog levende getuige van dit drama uit het verleden, en om herhaling te voorkomen, sommeert hij Johan en Gammon om het dorp te verlaten.
Dan blijkt dat Gammon geen visser is, maar een ridder des konings die naar het gebied was uitgezonden om het beleid van de tolmeester te onderzoeken. De koning zelf blijkt op veldtocht, maar kan elk moment terugkeren. Een signaalvuur, door Gammon op het goede moment te ontsteken, is het afgesproken teken waarop de koning en zijn leger zich naar het gebied zullen begeven, maar zover is het nog niet, want de koning levert nog strijd tegen 'roofzuchtige Picten uit het Oosten'. Afgesproken wordt, dat Gammon de wacht houdt om bij de terugkeer van de koning het signaalvuur te kunnen ontsteken, terwijl Johan naar het eilandje in de riviermonding zwemt om af te rekenen met Zamul. Zamul is evenwel goed voorbereid op de komst van onverwachte bezoekers, en Johan valt in Zamuls handen.
Als Johan weer bij kennis komt, is hij stevig vastgebonden aan een afschrikwekkend beeld dat de kop van een gehoornd monster moet voorstellen... de riviergod! Zamul verklaart hoe hij in staat is om het water te lopen (leren kuipjes aan zijn voeten die door zijn lange gewaad aan het zicht worden onttrokken) en dat zijn blaasinstrument in werkelijkheid een blaasroer is waarmee hij verdovende pijltjes afschiet. Hoewel Zamul dus openlijk toegeeft geen magiër te zijn in bovennatuurlijke zin, houdt hij evenwel vol dat de riviergod meer is dan bijgeloof, véél meer... Vervolgens wordt Zamul op kerkid's kasteel ontboden, en onderweg merkt de hogepriester het signaalvuur op dat inmiddels door Gammon werd onstoken. De sluwe Zamul ruikt dadelijk onraad, en stelt voor aan Kerkid om de buit van hun gezamenlijke afpersingen te verdelen en het land te verlaten. Zamul wil de riviergod laten toeslaan om hun aftocht te dekken en geen levende getuigen in het gebied achter te laten.
Viola, die achter een gordijn stond mee te luisteren, wordt neergeveld door de blaasroer van de hogepriester en wordt vastgebonden achtergelaten in de hoogste torenkamer van het kasteel. Als Zamul weer terug is gekeerd op zijn eiland, moet hij constateren dat Johan ontsnapt is. De hogepriester bereidt onmiddelijk een kruidenbrouwsel waarmee hij het beeld van de riviergod overgiet, en gaat er vervolgens vandoor, maar struikelt ironisch genoeg over een door hemzelf gespannen alarmdraad. Zijn deel van de parels ligt verspreid in het gras, en de hogepriester slaat verwoed aan het rapen. Dit oponthoud wordt Zamul echter fataal. Het 'beeld' van de riviergod blijkt de kop te zijn van een reusachtig monster dat jarenlang in het slijk van het eiland verzonken is geweest, eer het door Zamul uit zijn sluimertoestand werd gewekt. De vluchtende Zamul eindigt tussen de vreselijke kaken van de 'godheid' waar hij zich de hogepriester van noemde.
Vanuit de verte zijn Johan, Gammon en de dorpsbewoners getuige van het gebeuren, en de dorpsbewoners kunnen tijdig vluchten voor het naderende monster dat hun dorpje van de kaart veegt. Johan begeeft zich in een bootje naar Kerkid's kasteel, en weet zo, doelbewust, de riviergod achter zich aan te lokken. De aandacht en de woede van het monster richten zich vervolgens op het vertrekkensklare konvooi van de tolmeester en zijn soldeniers, die tevergeefs trachten de opmars van het monster met speren en pijlen te stuiten, en hierop het kasteel binnenvluchten. Johan slaagt erin om Viola te bevrijden en net op tijd, want het volgende moment ramt de riviergod met zijn gehoornde kop dwars door de muur heen, wat het begin is van de totale verwoesting van het kasteel door het woedende monster.
Kerkid, ziende dat alles verloren is, daagt Johan uit tot een tweegevecht om wraak te nemen voor zijn verijdelde plannen, in welk gevecht Kerkid het onderspit delft en door Johan's zwaard getroffen van de brug valt. Een vluchtende Viola was inmiddels op enkele ridders van de koning gestuit die zich in een stoutmoedige stormloop op het monster te pletter liepen. Johan, en de enige overlevende ridder, begeven zich prompt naar het nabijgelegen tentenkamp van de koning die zich, met oorlogsmaterieel en al, direct naar het gebied had begeven op het zien van Gammon's signaalvuur. Als het monster aan komt stampen, wordt het bestookt door katapulten en aanhoudende salvo's van kruisboogpijlen. Aan de kop getroffen door een reusachtige kei, sleept de riviergod zich naar het water, waar het monster de geest geeft, en voorgoed naar de bodem zinkt. De riviergod is niet meer.
De koning stelt dadelijk orde op zaken. Kerkid, die het treffen met Johan blijkt te hebben overleefd, wordt na een volksgericht voorgoed uit de streek verbannen, de parels zullen worden aangewend om de getroffen vissers schadeloos te stellen en Gammon's moed blijft niet onbeloond; de koning geeft hem opdracht het kasteel te herbouwen, waar Gammon zich met Viola mag vestigen. Het verhaal besluit: "wanneer Johan later zijn toch verderzet, laat hij in de vallei slechts dankbare en gelukkige mensen achter", en zo is het maar net.
Qua verhaal en tekenwerk zonder twijfel een van de beste albums uit de reeks. De karakters zijn overtuigend en geloofwaardig, het verhaal heeft een aangenaam tempo en steekt goed in elkaar. Opvallend is, dat Johan tot tweemaal toe het onderspit delft in een confrontatie met Zamul. De sluwheid van de hogepriester blijkt machtiger dan Johan's zwaard, en daarmee heeft Zamul wat mij betreft een plaats verdiend in de reeks meest gevaarlijke tegenstanders van de rode ridder ooit. Beide keren had hij de ridder ter plekke kunnen (laten) doden. Er schuilt een wrede rechtvaardigheid in het feit dat Zamul aan zijn einde komt door de gruwel waarmee hij dood en verderf had willen zaaien. De romantiek die tussen Gammon en Viola zou bestaan is naar mijn mening het enige verhaalelement dat maar niet wil overtuigen, maar dat doet aan het verhaal als geheel geen afbreuk.
bekende thema's:
1. Een reusachtig monster dat uit een jarenlange sluimer gewekt wordt, met alle verwoestende gevolgen van dien. Denk bijvoorbeeld aan het monster onder het hunebed in "Kerwijn de magiër" en de reuzenspin uit "Het nimfenwoud".
2. De schurk die ten prooi valt aan zijn eigen monster of monsters, in dit geval Zamul die werd verslonden door de riviergod. Vergelijk hoe Ashastaak het slachtoffer werd van de door hem opgeroepen Brindikils en Qrander werd belaagd door het monster van De watermolen.
3. Dorpelingen die te bang zijn om zich tegen onrecht en onderdrukking te verzetten, met uitwijzing tot gevolg. Vergelijk de dorpsoudste uit "Zygmud en de beren van Kragero".
4. Johan die door de koning een vaste positie aan het hof wordt aangeboden. Vergelijk het aanbod van Amfortas in album "De graalkoning".
pakkend citaat:
"Ik laat me liever afpersen dan gunsten te aanvaarden van uitbuiters!"