- Details
- Geschreven door Koen
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Uitgiftejaar
1977
Aan de oevers van een ondiepe rivier heeft de Rode Ridder een ontmoeting met burchtheer Mordor en zijn gezellin Sirtis. Mordor beveelt Ebert en Hiram, twee ruwe vechtersbazen en hoofden van zijn garnizoen, om de ridder naar de andere kant van de rivier te jagen. Ze misrekenen zich echter deerlijk en Johan bezorgt hun een fris bad. Als Johan rekenschap vraagt aan Mordor en Sirtis, vertellen zij hem dat Arald, een jonge schurk, ervandoor is met een zegelring zonder dewelke Mordor zijn bewind niet ten volle kan uitoefenen. Een beurs goudstukken en de belofte op veel meer moeten de Rode Ridder overhalen om Arald uit de weg te ruimen. Johan doet alsof hij het spel meespeelt en vertrekt.
Een zwervende fluitspeler heeft echter alles gehoord en kent de ware bedoelingen van de ridder niet. Door zijn bijzonder fluitspel weet hij Johans paard van de wijs te brengen zodat de ridder het paard te voet aan de teugel moet meevoeren. Daardoor komt de zwerver, Yrrim genaamd, ruim vóór de Rode Ridder aan in de herberg waar Arald onderdak heeft. De fluitspeler waarschuwt Arald dat Mordor een ridder stuurt om hem te vermoorden. In de herberg, uitgebaat door de mooie Serena, besluit een groep herders de ridder op te wachten.
Aangekomen in de herberg gaat Johan onmiddellijk tegenover Arald zitten. Als de herders de ridder te lijf willen gaan, is zijn zwaard onder tafel al op Arald gericht. Johan verklaart echter dat hij Arald niet wil doden omdat Mordor hem blijkbaar belogen heeft. Mordor beweerde dat Arald beschermd werd door een bende schurken, maar echte boeven gebruiken andere wapens dan een herdersstaf om een ridder uit te schakelen.
Arald vertelt Johan dat hij nog net met de zegelring kon vluchten toen Mordor, de rentmeester, zijn ouders vermoordde. De Rode Ridder vraagt Arald of hij al gedacht heeft aan een terugkeer, maar verneemt dat de rivier, die de grens vormt, streng bewaakt wordt. Johan wil ’s nachts de grensbewaking aan de rivier testen en vertrekt, ongemerkt gevolgd door Yrrim. De ridder kan een gesprek afluisteren tussen Ebert, Hiram en een aantal soldeniers. Hierbij verneemt Johan dat Mordor een groot feest wil geven voor alle omliggende edelen om hun de zegelring te tonen. Ebert en Hiram smeden ook een plan om de zegelring van de ridder afhandig te maken om zelf de beloning van Mordor op te strijken. Johan wordt echter ontdekt en de weg wordt hem afgesneden door een meute honden van het garnizoen. Op Yrrims fluittonen gaan ze er echter vandoor en gaan hun meesters te lijf.
Terug in de herberg ontvouwt Johan zijn plan om Arald zijn rechtmatige erfenis terug te bezorgen. Hij zal naar de burcht vertrekken en Mordor de zegelring overhandigen om diens mogelijke wantrouwen te sussen. Serena, Arald en Yrrim zullen een paar dagen later als kunstenmakers naar het feest trekken. Eens de rivier over valt de Rode Ridder in een hinderlaag van een grote groep soldeniers, aangevoerd door Ebert en Hiram. De ridder is hierop echter voorzien slaat de aanval af.
Op de burcht wordt hij ontvangen door Sirtis die Johan het leiderschap van het garnizoen aanbiedt. Sirtis probeert Johan om haar vinger te winden om Mordor opzij te schuiven. Op haar verzoek neemt Mordor Johan in dienst en zendt hij Ebert en Hiram weg, echter niet zonder het verzoek om de Rode Ridder “een ongeval te bezorgen”.
Enkele dagen later, op het feest, springt ineens de als nar vermomde Arald op Mordors tafel en daagt hem uit voor een danswedstrijd, samen met Sirtis. Als Yrrim even gespeeld heeft, houden Serena en Arald op met dansen. Door Yrrims muziek kan dit echter niet meer voor Sirtis en Mordor die willens nillens moeten verder dansen. Als Yrrim stopt, zijgen ze uitgeput neer en bekent Mordor de moord op Aralds ouders.
Hierop komen Ebert en Hiram in actie. Arald redt het leven van Johan bij een mesworp van Hiram en het is Sirtis die dodelijk getroffen wordt. Ebert en Hiram stormen op Yrrim en Arald af, maar Mordor werpt zich voor de flitsende zwaarden, zijn laatste kans om iets goed te maken. Hierop valt Ebert onder het zwaard van de Rode Ridder. Hiram weet er echter vandoor te gaan maar wordt ingehaald door Johan en Yrrim. Bij een zwaardgevecht wil Hiram Johan verraderlijk neersteken met een dolk, maar eens te meer speelt Yrrims instrument een beslissende rol en Hiram valt levenloos neer.
Hierop besluit Yrrim te vertrekken naar Hameln, waar een rattenplaag heerst, en beide mannen nemen afscheid. Johan keert terug naar de burcht en verneemt dat Serena en Arald willen huwen. Wat later vertrekt ook de Rode Ridder, eens te meer twee gelukkige mensen achterlatend.
“De Banneling” is zonder meer een sterk album. Het scenario zit goed in mekaar en de spanning blijft tot het einde. De tekeningen zijn uitstekend en de personages goed gekarakteriseerd. De rol van Sirtis als intrigante komt bijvoorbeeld goed uit de verf. Een sterk ridderverhaal met andere woorden, gekruid met een vleugje mysterie dankzij Yrrims bijzondere fluitinstrument, dat van begin tot einde een doorslaggevende rol speelt.
In dit album vloeit het ene actiemoment naadloos in een ander over: het gevecht van Johan met Ebert en Hiram, de kennismaking met Arald, Johans nachtelijke ontmoeting met de grensbewakers, de hinderlaag van Ebert en Hiram met hun soldeniers om de zegelring in bezit te krijgen … Persoonlijk vind ik deze laatste gevechtsscène trouwens één van de beste uit de volledige Rode Ridder – reeks. Vooral Johans steigerende paard is indrukwekkend. Het feest daarna zorgt voor een passende ontknoping, met het duel tussen Hiram en de Rode Ridder als apotheose.
Hier en daar sijpelt ook een komisch aandoende scène door, bijvoorbeeld als de Rode Ridder Ebert en Hiram in het water kiepert en verder als een soldenier hen daar nog eens aan herinnert. We zien Johan hier warempel glimlachen! Daarnaast is de verwijzing naar de rattenvanger van Hameln een geïnspireerde ingeving. Dit stadje bestaat trouwens echt: www.hameln.de
Wat mij betreft, is dit album een exponent van een zeer sterke periode van Karel Biddeloo.
Om met een zeer persoonlijke noot af te sluiten: dat besef had ik uiteraard nog niet toen ik “De banneling” in 1977 kreeg van mijn ouders: mijn eerste stripverhaal en bijgevolg mijn eerste Rode Ridder – verhaal, in eerste druk nog wel. Ook nu kan ik dit album nog steeds waarderen en ter hand nemen. Vier sterren vind ik wel verdiend.
quotes :
“Ik zal je om mijn vinger winden, Johan! Net als Mordor!” (denkt Sirtis)
“Achteruit, galgenaas! Niemand zal mij tegenhouden!” (Johan)