- Details
- Geschreven door Joris
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Inkleuring
Uitgiftedatum
11/1985
Samenvatting
Dalandsadagad, een Mongoolse stad. Tegen de avondschemer eindigt in het paleis van Wo-Fong een groots feest. Zijn dochter Kin-Lien werd namelijk 16 jaar. Een uitzonderlijke gebeurtenis in het leven van de jonge vrouw, het is de leeftijd waarop ze huwbaar wordt. Het feest wordt echter overschaduwd door de vloek die op de het meisje rust. Jaren eerder zwoer de door Wo-Fong verjaagde tovenaar Yin Sjang-Feng wraak te zullen nemen. Het eerste deel van zijn wraak werd spoedig voltrokken. Wo-Fongs echtgenote werd het eerste slachtoffer van de tovenaar. Verwacht wordt dat de tovenaar snel het tweede deel van zijn wraak zal verrichten, wat inhoudt dat hij Kin-Lien zal ontvoeren en huwen. Sterrenwichelaar en raadgever van Wo-Fong, Yu Won-Tan, bevestigt deze vermoedens.
De wacht van het paleis verkeert in verhoogde staat van paraatheid en uit het verre westen is hulp aangetrokken. Niemand minder dan Johan de Rode Ridder stelt zijn zwaard in dienst ter bescherming van prinses Kin-Lien.
Johans zwaard wordt al snel op de proef gesteld wanneer een ninja tracht de prinses te ontvoeren. Johans eerdere ervaringen met deze beroepsdoders redden hem het leven, maar de toon is gezet, Yin Sjang-Fen is een geduchte tegenstander. De stervende ninja overhandigt met zijn laatste krachten enkele wierookstaafjes. Na ontbranding ervan spreekt Yin Sjang-Fen tot Wo-Fong en zijn gezellen. Niet alleen kondigt de tovenaar nogmaals zijn wraakzuchtige plannen aan, hij toont ook het instrument van zijn wraak, de Demon Chikaraishi. Na de plechtige belofte dat zijn demon snel een demonstratie zal geven ontbrandt een fel licht, dat de sterrenwichelaar Yu Won-Tan op slag blind maakt.
De volgende dag ontvangt Wo-Fong de overlevenden van een inferno. Chikaraishi vernielde de landbouwgronden en woningen van talloze landbouwers. In afwachting van versterkingen stuurt hij meteen een deel van zijn leger op pad.
Johan, Wo-Fong en Yu Won-Tan vertrekken later met het zware materiaal. Kin-Lien blijft zogenaamd thuis maar weet zich als verstekelingen bij de karavaan aan te sluiten.
Tijdens een verkenningsmissie ontdekken Johan en zijn verkenningsgroep de resten van het eerder vertrokken leger. Op een stervende man na zijn alle soldaten uitgeroeid. Met zijn laatste woorden bevestigt de arme man nogmaals dat Chikaraishi wel degelijk bestaat en dat alle tegenstand nutteloos is.
Het oprukkende leger van Wo-Fong wordt in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Die nacht wordt het leger aangevallen door de reusachtige demon. Ondanks de zware ontploffingen en gerichte aanvallen lijkt er geen stoppen aan. Wo-Fon’s leger moet zich hergroeperen. Vanuit zijn toren in de bergen slaat Yin Sjan-fen goedkeurend de vorderingen gade. Al hindert de aanwezigheid van Kin-Lien de vrijheid waarmee hij Chikaraishi op pad kan sturen.
In de rustperiode die volgt na de aanval van het monster worden inventieve valstrikken opgezet. Na het monster uit zijn tent gelokt te hebben zetten de soldaten van Wo-Fong alles in om het te stoppen. Tevergeefs, niets lijkt het monster te kunnen stoppen en meteen richt deze een bloedbad aan. Yu Won-Tan laat hierbij het leven, Wo-Fong blijft voor dood achter. Johan weet ternauwernood Kin-Lien te redden en tracht te ontkomen aan het monster.
De vluchtenden rijden richting bergen, waar het voor de tovenaar moeilijk is om zijn vijanden te kunnen zien. Na een zware val waarbij Johan’s paard omkomt besluiten Johan en Kin-Lien omhoog te klimmen op de bergwand onder Yin Sjang–Fens hoofdkwartier.
De klimpartij blijkt algauw te zwaar voor de jonge Prinses. Een uitstekend plateau bezorgt Johan echter een gedurfd idee. Kin-Lien legt zich schijnbaar bewusteloos op het plateau. Vanuit zijn hoofdkwartier kan de tovenaar het vooruitstekende plateau makkelijk zien. Met het gedacht dat Kin-Lien alleen is gaat hij op zijn doel af. Amper bereikt de tovenaar de prinses, of Johan’s zwaard houdt hem op een afstand. Hierop haalt de tovenaar de fluit boven waarmee hij Chakaraishi beveelt. Chakaraishi wacht in de diepte op een bevel van zijn meester. Plots slaat Wo-Fong, die de aanval dus overleefde, de tovenaar neer, die in de diepte stort. Hierbij breekt de fluit en is de tovenaar het gezag over de demon kwijt. Chakaraishi keert zich tegen zijn meester en verdwijnt meteen daarna de diepte in….
Het normale leven herstelt zich langzaamaan ten paleize Wo-Fong. Na enkele weken besluit Johan verder te gaan op zijn zwerftochten. Van de jonge Prinses kreeg hij een gouden lotus,
in het Chinees Kin-Lien genoemd.
Na Vrykolakas krijgen we hier opnieuw een album voorgeschoteld waarin een monster de toon voert. Chakaraishi is werkelijk een afzichtelijk monster. Een gigantisch spinachtig monster met een bek vol scherpe tanden. Het werkt wonderwel!
Klassieke rode ridderelementen zoals de goede en slechte magiër, de laatste overlevende die nog enkele woorden kan richten tot Johan. Qua originaliteit stopt het bij Chakaraishi in dit album. Biddeloo was blijkbaar ook nog niet volledig over zijn Ninja periode, want reeds op bladzijde 3 krijgt Johan opnieuw met deze engelen des doods te maken. Het zou niet de laatste keer zijn… Alvorens de ninja’s echter karikaturen van zichzelf werden kon Johan een deftig robbertje vechten met deze Japanse beroepsmoordenaars. Dat is hier zeker het geval. Een typisch Westerse zwaarduitval is nodig om de ninja te stoppen. Prinses Kin-Lien lijkt op haar 16e reeds van geen kleintje vervaard. Misschien hadden we haar nog iets meer in de hoofdrol willen zien dan Wo-Fong. Deze had zijn deus ex-machina rol kunnen blijven spelen zonder heel het verhaal vergeefse bevelen te schreeuwen. Het had meer diepgang kunnen opleveren voor wat de jonge prinses betreft.
De minder originele aspecten aan het verhaal maken dat dit niet het allerbeste verhaal geworden is. Vergeten we hierbij echter niet dat het een verhaal betreft uit de topperiode van Karel Biddeloo en bijgevolg nog steeds een zeer goed verhaal is. Met name het tekenwerk is bij momenten om van te snoepen. Het inkleurwerk draagt in het bijzonder bij tot de beklijvende sfeer die de Horror Biddeloo o-zo goed wist te creëren. Zeker een aanrader binnen de reeks!