Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

9/1991

Samenvatting

Lente 1291, In de ridderzaal van het kasteel van Horst maakt een zenuwachtige Hugo Pynnock zich klaar voor de aankomst van zijn gaste, Elfriede, barones van Rillaar. Zijn gezellig samenzijn blijkt echter van korte duur wanneer er onverwachts bezoek in de kamer staat. De hertog van Brabant, Jan Primus, die naar Horst is gekomen om beroep te doen op zijn vrienden. Dit omdat de vijanden van Brabant op wraak zinnen na hun verpletterende nederlaag tijdens de slag van Woeringen. Hij vertelt onze vrienden dat hij een plan heeft om uit te vissen wat de vijand in zijn schild voert. Hij stelt voor een toernooi te organiseren in Horst. Terwijl Hugo kapitein Victor de instructies geeft voor de avond, maakt de Hertog hiervan gebruik om de mooie Elfriede mee te nemen op een boottochtje in de kasteelvijver. Tot grote ergernis van Hugo Pynnock. Wanneer er tijdens het avondeten weer naijver is om de gunst van Elfriede te winnen wordt het Brabantse kamp toch verdeeld voor het toernooi.

Wanneer Johan en Chuk een week later naar de haven gaan om enkele Engelse vrienden te begroeten worden ze nauwkeurig in de gaten gehouden vanuit de schaduw van een havenloods. Het Engelse schip dat voor anker ligt herbergt enkele oude bekenden zoals Alfons de Beauchamps en Sam de Bohuw alsook een nieuwkomer, Sir Bernice, beter bekend als “The Drunken Knight”.

Op weg naar Horst bemerken onze vrienden een lastwagen die vast zit in de modder, begeleid door een zonderling trio: Hermano, degenslikker en vuurspuwer, Gaetano de acrobaat en Zäina een koorddanseres. Nadat hun wagen is losgetrokken, stelt Alfons aan Johan voor om hen mee te vragen als attractie op het nakende toernooi. Johan vindt dit een goed idee, maar toch zou hij ze graag eerst aan het werk zien. Hetgeen ook gebeurt tijdens het gezamenlijke kamp die avond. Johan staat hen toe mee te gaan naar Horst maar twijfelt toch aan de toevalligheid van hun ontmoeting. De 3 hun vaardigheden kunnen immers dodelijk zijn! Hij vraagt Chuk, zijn schildknaap, dan ook om hen in de gaten te houden.

Op het kasteel van Horst zijn ondertussen 2 vijanden van Hertog Jan toegekomen. Reinald I van Gelder met zijn gade Irmgard en Jan van Gistel met zijn handlangers Baldwienus en Gontran. Terwijl Alfons de Beauchamps zich opfrist, sluipt er een man rond over het dak naar de donjon. Even later komt kapitein Victor in alle stilte onze held halen omdat er een aanslag is gepleegd op Alfons. Als Johan vanuit het raam van Alfons naar buiten kijkt ziet hij de dader over het dak lopen en zet meteen de achtervolging in, wat fataal afloopt voor de dader. Deze blijkt niemand anders te zijn dan Gontran, de knecht van de heer Baldwienus, die onmiddellijk een onderzoek eist. Verderop wordt Jan van Gistel lijkbleek van woede hetgeen onze held niet ontgaat en hem doet speculeren omtrent de opdrachtgever voor de aanslag. Op dit ogenblik vraagt Reinald I het woord. Hij zoekt toenadering betreffende het gebruik van de Brabantse handelsroutes en brengt samen met de Hertog een heildronk op Brabant en Gelderland. Dit stelt hem buiten alle verdenking.
Wanneer onze helden de toernooiweide bezoeken komen ze Jan van Gistel tegen in gezelschap van een onbekende ridder. Als er met hem gelachen wordt zegt hij dat het lachen hun wel zal vergaan als zijn ridder in het strijdperk zal treden. Op een opmerking van Jan Primus gooit de onbekende zijn handschoen naar de Hertog, die wordt opgeraapt door onze held, Johan. In een blinde razernij valt de onbekende Johan aan die ondanks het feit dat hij ongewapend is er toch in slaagt zijn tegenstander uit het zadel te lichten en zo de man zijn identiteit te verhullen. Het is Ghislain de Bars, een gemene woesteling die de regels van het steekspel niet eerbiedigt. Van op een afstand zijn de 3 kunstenmakers getuige van de woede van Van Gistel tegenover zijn ridder, en weten zo dat het tijdens het toernooi aan hen is om de Hertog om te brengen, iets wat wordt opgevangen door de bespiedende Chuk.

Op de dag van het toernooi werpt de besluitloze toernooikoningin haar sluier neer, welke wordt opgeraapt door onze held die haar kleuren zal verdedigen. In de volgende gevechten worden de ridders een voor een uit het zadel gelicht. Te beginnen bij Trudo die door een laffe klap van De Bars de strijd moet staken. De strijd gaat door tot er nog 4 ridders in aanmerking komen voor de overwinning: Ghislain de Bars, De Rode ridder, Hertog Jan I en Hugo Pynnock. Het volgende gevecht is tussen Johan en de Bars, waarbij onze held de onsportiviteit van de ridder zwaar bestraft. Hugo moet echter de overwinning laten aan de Hertog die denkt dat hij het toernooi reeds gewonnen heeft. Echter in zijn laatste treffen, de kamp met Johan, wordt hij ook uit het zadel gelicht zodat het onze held is die de toernooizege binnenhaald.

Tijdens de lauwering van de overwinnaar wordt er plots een luide alarmkreet gegeven, de kunstenmakers zijn in actie gekomen en stichten brand om iedereen af te leiden van de aanslag. Toch worden ze allemaal uitgeschakeld, Trudo neemt de koorddanseres onder handen met zijn trouwe kruisboog. Chuk vangt Gaetano op met een speer en Hugo zet Hermano het zwaard op de keel.

Het verhaal eindigt als de Hertog en Hugo hun vriendschap bezegelen door de belofte er nooit meer een vrouw tussen te laten komen. Doch veel kans zullen ze niet meer hebben want onze geliefde toernooikoningin heeft zich reeds genesteld in de armen van haar toernooiridder.

Een interessante benadering die de dreiging in Brabant weerspiegelt, enkele jaren na de slag van Woeringen. Toch is het een redelijk zwak verhaal dat boordevol zit met de nodige clichés. Het enige verassende is dat er hier concurrentie ontstaat omwille van een vrouw tussen de ridders. Maar het einde is zoals het spreekwoord luidt: “wanneer 2 honden vechten om een been gaat er een 3e mee heen!”.