- Details
- Geschreven door RR.be
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Inkleuring
Uitgiftedatum
5/1998
Samenvatting
De zon komt op boven de Si-Kiang rivier. Een klein bootje vaart stroomafwaarts, met daarin Johan, Marco Lopo en hun gevangene Lin Fa. Het bootje komt aan bij het vissersdorp dat Fan-To-Ming wil vernietigen. Wanneer het drietal aan wal gaat blijkt er echter geen teken van leven te zijn in het dorp, waarop Johan op verkenning gaat. Tijdens zijn verkenning wordt Johan plots aangevallen door een pijl, die komt van zwaargewapende boogschutters die zich achter enkele vissersboten verschanst hebben. Johan besluit wat dichterbij te kijken en verdwijnt achter de steiger. Vandaar valt hij bliksemsnel de leider van de boogschutters, Sah Kih, aan en beveelt de wapens neer te leggen. Hierop treedt Heng Shan, de dorpsoudste naar voren, die verklaart dat de strijders op zijn verzoek aanwezig zijn in het dorp om de aanvallen van Fan-To-Ming af te slaan. Nadat Johan verklaard heeft hoe zij in het dorp terechtgekomen zijn waarschuwt Lin Fa dat haar vader haar zal komen verlossen. Als Sah Kih naar boven kijkt ziet hij Fan-To-Ming op Keun Long zitten, die zijn strijders meegenomen heeft en beveelt het dorp aan te vallen.
Een bende woeste krijgers spoedt zich naar het vissersdorp, terwijl de boogschutters Keun Long proberen neer te schieten, zonder succes echter. Hierop spuwt Keun Long vuur, waarmee hij de rieten hutten in het dorp in brand zet. Ondertussen worden de verdedigers omsingeld door de krijgers van Fan-To-Ming, waarop een hevige strijd losbarst. Ondanks zware verliezen winnan de aanvallers alsmaar meer terrein. Johan besluit mee te vechten en ook Marco wil meevechten, en sluit Lin Fa op in een verlaten hut. Ondertussen laat Fan-To-Ming Keun Long onafgebroken vuur spuwen, terwijl Johan en Marco de aanvallers tot staan brengen. Het is Johan opgevallen dat Sah Kih zich afzijdig houdt en zich wil verbergen, waarop Sah Kih verklaart dat zijn manschappen radeloos zouden zijn als hij zou sterven.
Ondertussen komen verderop in de rivier Dacoïts aan de oppervlakte, die langzaam dichterbij komen en systematisch het hele vissersdorp verwoesten. De boogschutters bestoken de Dacoïts met pijlen, zonder resultaat echter. Als een Dacoït plots een brandende balk op de verdedigers werpt geeft Sah Kih het bevel terug te trekken. Johan probeert ook te vechten tegen de Dacoïts, maar zijn slagen hebben geen enkele uitwerking. Dan merkt Marco dat Yin en Yang Lin Fa bevrijd hebben, en samen met Johan trekt hij ten aanval. Maar Lin Fa grijpt een paar haarspelden, en raakt Johan en Marco, waarop ze verdoofd neerstorten. Heng Shan, de dorpsoudste doet nog een wanhoopspoging door Fan-To-Ming aan te vallen, maar Keun Long maakt deze aanval ongedaan door vuur te spuwen op Heng Shan.
Johan en Marco worden teruggebracht naar de basis van Fan-To-Ming, waar ze opgesloten worden in een kerker. Marco waant alles verloren, maar Johan tracht hem gerust te stellen door hem te vertellen over “Astrum Argentum”, de talisman die hij gekregen heeft van Merlijn. Johan probeert Merlijn op te roepen, maar er komt geen antwoord. Fan-To-Ming en zijn Dacoïts komen Johan en Marco uit de kerker halen en zegt hen nog een kans te geven. Als ze levend door de Tuin des Doods komen, schenkt hij hen de vrijheid. Johan en Marco nemen het aanbod gaan en begeven zich in het dodelijke labyrinth.
Nog maar net vertrokken begeeft de grond onder Marco’s voeten het en wordt hij aangevallen door spinnen die door zijn laarzen heen bijten. Johan slaagt er in meteen de spinnen te verwijderen. De twee zetten hun toch voort, tot Johan plots in de greep van een wurgplant komt. Net als hij het bewust zijn dreigt te verliezen steekt Marco de wurgplant in brand met een tondeldoos verborgen in zijn muts, waardoor hij Johan redt. Nog wat verder rekenen ze af met een vleesetende plant en nog iets verder merken ze een zoetige, bedwelmende geur en zien ze overal botten liggen. Johan vemroedt dat de groene bessen tussen de bladeren daar iets mee te maken hebben, en smijt er een tak naar toe. Zodra de bessen op de grond vallen verpsreidt zich een groene nevel van giftige dampen. Johan en Marco leggen zich vlug neer en worden door de dampen omsingeld, maar een plots opstekende bries drijft de nevels terug. Net als Johan en Marco besluiten hun toch verder te zetten valt Johan in een valkuil, waarop Marco nog net zijn pols kan vastgrijpen en Johan zo zijn leven redt. Johan neemt één van de ijzeren pieken met giftige punt uit de valkuil mee, waarop ze meteen aangevallen worden door Yin en Yang. In zijn onderbewustzijn hoort Johan plots de stem van Merlijn die hem zegt dat hij Johan bovenmenselijke kracht zal schenken om deze tegenstanders uit te schakelen. De eerste Dacoït gaat met zijn slagtanden tot de aanval over, maar met de ijzeren staaf slingert Johan hem in een valkuil. Nu valt Yang Johan aan, die zijn ijzeren staaf verliest, maar met een ware mokerslag slaat Johan hem te pletter tegen een boomstam.
Plots staan Fan-To-Ming en Lin Fa in de buurt met de Dacoïts, waarop Fan-To-Ming Johan en Marco zegt dat ze nog twee hindernissen moeten overwinnen. De eerste hindernis is de vijver vol met slangen. Door van rotsblok naar rotsblok te springen slagen Johan en Marco erin naar de overkant te gaan, maar plots wordt Marco door een reusachtige waterslang gegrepen. Johan grijpt meteen in en maakt de slang onschadelijk.
De mannen bereiken de rivier, maar stoten daar op de laatste hindernis: Keun Long. Net wanneer Johan en Marco de draak willen aanvallen roept een stem bevelend niet te bewegen: het is Merlijn, die over de rivier komt gewandeld en van plan is Fan-To-Ming tegen te houden. Fan-To-Ming beveelt Keun Ling vuur te spuwen, waarop Merlijn volledig omgeven wordt door vuur. Maar als het vuur uitgedoofd is blijkt Merlijn ongedeerd. Met zijn toverstaf zwaait hij naar Keun Long, die zijn oorspronkelijke gedaante terugkrijgt: een vuursalamander. Merlijn zegt het masker achter wie Fan-To-Ming zich verbergt weg te nemen, waarop
Fan-To-Ming Merlijn probeert te verlammen met zijn hypnotische blik. Merlijn doorstaat echter de blik en vol verwondering zien Johan, Marco, Lin Fa en de Dacoïts het gezicht van Fan-To-Ming smelten. Rond zijn hoofd verschijnen afschuwelijke gezichten: Atilla, Alexander de veroveraar, Koeblei Khan en Judas Iskarioth. Merlijn verklaart: dit zijn de gezichten van vorige keren dat Fan-To-Ming op aarde geleefd heeft, telkens personen met een tirannieke heerschappij, oorlogszuchtige personen of verraders in duivelse intriges.
Als het gezicht weggesmolten is zien Johan en Marco een demon verschijnen, waarop Merlijn met zijn toverstaf zwaait, waarop de demon omgeven wordt door een energiebron, waaruit hij zich wanhopig probeert te bevrijden. Lin Fa geeft de Dacoïts teken in te grijpen, maar Johan beschikt nog over de bovenmenselijke kracht en verslaat de Dacoïts, terwijl Marco Lin Fa in bedwang houdt. Als Merlijn zijn staf in de rivier plant verspreidt zich een koudegolf die alle gebouwen van Fan-To-Ming onder een ijsmassa doen verdwijnen, die samen met de drakenmeester onder de witte ijslaag opgesloten worden. Lin Fa besluit haar vader te vervoegen in de gevangenis van ijs en treeft de witte wereld binnen, waarop ze verandert in een sneeuwpop. Fan-To-Mings macht is gebroken. De drie mannen varen in een Venetiaans koopvaardijschip terug naar het westen. Johan heeft nog één vraag voor Merlijn: zal
Fan-To-Ming ooit nog ontsnappen uit zijn gevangenis? Merlijn antwoordt dat Fan-To-Ming dit niet overleefd zal hebben, maar dat zijn geest in de toekomst terug kan keren om opnieuw onheil over de mensheid te brengen, verborgen achter een ander masker...
Na een meevallend eerste deel waren de verwachtingen voor dit album redelijk groot. Maar het draaide uit op één grote teleurstelling. Nogmaals moeten we tot de conclusie komen dat De Rode Ridder en science fiction niet samengaan, maar ook het verhaal is er maar naar.
Het begint met de slag bij het vissersdorp, waarvan je kan zeggen: leuk om te beginnen, maar niet echt iets toevoegend aan het verhaal en te veel pagina’s eraan gewijd. Zo zitten we al halverwege het album wanneer Johan en Marco opnieuw gevangen genomen worden en ze besluiten de toch door het dodelijke labyrinth te nemen. Deze tocht is echter nog meer onzin dan we al te lezen kregen en verloopt wel heel vlot om een labyrinth te zijn.
Maar wat daarna volgt is pure quatsch, die gebruikt wordt om alles in een hogere versnelling te brengen omdat het aantal pagina’s bijna op is: Johan krijgt via het amulet plots bovennatuurlijke krachten waarmee hij de Dacoïts kan uitschakelen. En wanneer Johan en Marco voor Keun Long staan wordt het zowaar nog belachelijker: plots is Merlijn daar. Het tekort aan aantal pagina’s moet blijkbaar heel penibel geweest zijn, want deze situatie wordt opgelost door Merlijn wat te laten rondzwaaien met zijn toverstaf, waardoor Keun Long een vuursalamander wordt, alles in ijs verandert en Fan-To-Ming plots ontmaskerd wordt en alles in een paar kotjes verklaard wordt, ook wie hij in werkelijkheid is, hoewel het album daar niet over ging en we er echt niet op zaten te wachten ook.
En tot slot volgende bemerkingen: de haarspelden van Lin Fa met sneldodend gif blijken plots enkel te verdoven en konden door Johan en Marco eigenlijk al lang uit haar haar gehaald zijn. En als Merlijn met wat gerondzwaai met zijn toverstaf alles kan oplossen, waarom dan twee albums verspillen aan dergelijke onzin?