- Details
- Geschreven door Cornelis en David
Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Inkleuring
Uitgiftejaar
2007
Samenvatting
Het is een stralende lentedag wanneer Indigo terugkeert naar het kasteel van Horst. Na een strooptocht door de Hagelandse bossen waar zij op zoek was naar geneeskrachtige kruiden voor haar vader die net als zij reeds enkele maanden verblijft op het kasteel.
Wanneer zij de poort binnenrijdt word zij begroet en van haar paard ontlast door de jonge ridder Rasso, welke duidelijk tot over zijn oren verliefd is op de blauwharige schone.
Van op de kantelen slaan Johan en Alfons de Beauchamps het tafereel gade en wordt er gegrapt over zijn verliefdheid.
Opeens merkt Alfons nog een ruiter op, die met rasse schreden het kasteel nadert. Wanneer de ruiter dichterbij is merken ze dat het om een monnik gaat, een minderbroeder die wel erg gehaast moet zijn daar zij normaal geen paard gebruiken. Op de binnenkoer vertelt de broeder Johan zijn droevig bericht, Johans vriend Bernulf werd het slachtoffer van een aanslag en ligt op sterven na dood. De mans laatste verzoek was Johan te spreken, dus aarzelt onze held niet om in het zadel te springen op weg naar het klooster in Sint – Truiden.
Na een afmattende rit bereiken de twee mannen het klooster alwaar Johan zijn stervende vriend aantreft. Deze laatste ijlt slechts enkele woorden alvorens hij het rijk der levenden verlaat… “ Johan .. Gedenk Willem van Rubroeck.. zijn reis … Breng de .. regensteen terug… .
Slechts ogenblikken later wordt er een vrouwelijke oosterse bezoekster aangekondigd, die vreemd genoeg achter broeder Benulf vraagt. Johan vindt dit alles zeer verdacht en gaat al snel achter de vrouw aan. Wat later op de avond vindt hij haar weer aan een kampvuur in het bos. Ze stelt zichzelf voor als Jaimu, kleindochter van Qasar, die de broer is van Djengis Khan. Ze vertelt hem dat ze op zoek is naar de regensteen, welke zeer belangrijk is voor het welvaren van haar volk. De steen werd gestolen door een tot het christendom bekeerde sjamaan die de regensteen meenam naar de kerk. De steen bleek een tijd verdwenen maar dook ineens op in het bezit van de Vlaamse priester Willem van Rubroeck. Toen deze terugkeerde van zijn reis naar het verre oosten bracht hij de regensteen naar het klooster te Sint – Truiden, waar deze in bezit raakte van broeder Benulf.
Samen besluiten ze de achtervolging in te zetten op de moordenaar van Benulf, die ook de regensteen van hem ontvreemde. Al snel vinden zij zijn spoor terug en even later staan zij oog in oog met een nomade. Wanneer Johan hem vraagt of hij de moordenaar is van zijn vriend steekt de vreemdeling een hand in de lucht en plotseling komt een pijl vlak voor Johans paard in de grond neer.
De vreemdeling vertelt Johan dat hij niet alleen is en dat er per vinger die de hoogte in gestoken wordt een pijl zal afgeschoten worden. Als bij toverslag geeft Johan opeens zijn paard de sporen om zo het rijdier van de mongool in de flank te beuken. De mongool komt ten val en al snel weerklinkt het geluid van staal op staal. Pas wanneer Jaimu in het nauw gedreven wordt door de andere mongolen geeft onze held zich over. Ze worden beiden gevangen genomen en meegevoerd naar het kamp van de Tumat.
Daar aangekomen word Toughir , want zo noemt de moordenaar, uitbundig verwelkomd en terwijl Jaimu wordt voorgeleid bij de khan, wordt Johan vastgeketend aan de strafpaal en gesard door Toughir. Die nacht wordt er stevig feestgevierd en blijft Johan in de koude steppe geketend achter. Even later krijgt hij gezelschap van 1 van de vrouwen, die hem wat meer verteld over hun volk.
De volgende morgen komt de khan van de Tumat naar Johan en vertelt hem dat hij moet deelnemen aan een tweekamp tot de dood met de kampioen van de clan Torgul Segen. Met de linkerhanden worden de 2 kampers aan elkaar vast gebonden. Beiden krijgen ze een mes in de hand en kan de kamp beginnen. De kampers komen snel op dreef en dankzij de oosterse technieken die hij leerde kan Johan het gevecht in zijn voordeel beslechten. Tot grote angst van 1 van de vrouwen verliest de in een wurggreep gehouden kampioen het gevecht. Wanneer onze held de man laat leven word hij weggeleid om gebonden te worden, maar ziet hij nog net hoe de vrouw zich over Segen ontfermt.
De volgende nacht bevrijdt de vrouw, die zich over Segen ontfermde, onze held als dank voor wat hij deed. Ze begeleid hem naar zijn rijdier waar hij zijn bezittingen ook terug vindt. Maar onze held is niet van plan om zomaar te vertrekken, eerst moet hij de moordenaar van zijn vriend nog vinden en Jaimu bevrijden.
Hij sluipt naderbij de paardenwacht en overvalt deze. Gekleed in de mans kleren slaagt hij er in de paarden op te jagen in de richting van het Mongoolse kamp. In enkele ogenblikken staat het kamp in rep en roer en is iedereen in de weer om de paarden te vangen. Van deze afleiding maakt onze held gebruik om de gemartelde Jaimu te bevrijden uit de tent van de Khan. Dankzei de hulp van 1 van de vrouwen weet het tweetal te ontsnappen.
Enkele dagen later worden ze echter ingehaald door een achttal krijgers en zijn Johan en Jaimu genoodzaakt uit elkaar te gaan. Onze held slaagt er al snel in zijn achtervolgers in het stof te doen bijten. Hij zet stante pede de achtervolging in op Jaimu en haar twee belagers. Jaimu besluit als haar vertrouwen te leggen in de regensteen en likt er als laatste reddingsmiddel aan. Opeens verschijnen er donderwolken boven de steppe. Onze held slaagt er in de eerste van Jaimu’s achtervolgers uit te schakelen, nu volgt enkel Toughir nog. Johan doet zijn best om het tweetal in te halen. Wanneer Toughir zich klaarmaakt om de genadeslag toe te dienen wordt hij plotseling geveld door een bliksemschicht. Miraculeus genoeg is zijn kleding niet verschroeid maar is de man volledig zwartgeblakerd en in zijn handen rust de regensteen.
Jaima vraagt onze held nog even naar zijn liefdesleven en als ze hoort dat er geen vrouw op hem wacht geeft ze hem een vluchtige afscheidskus op de lippen, waarna ze elk hun eigen weg gaan, voor onze held is dat terug richting Hageland.
Waar te beginnen...?
Bij de basis van het stripverhaal deze keer. Martin Lodewijk houdt de verhalen van Johan avontuurlijk. Hij stuurt hem ditmaal naar het Oosten, in de nadagen van het glorieuze Mongolenrijk. Genghis Khan is niet meer, zijn zoon heeft de levende verlaten en verschillende stammen betwisten elkaar om gebieden en macht. Een setting die Johan nog niet aandeed, dus leest het verhaal bijzonder origineel. Tot dusver het grote overkoepelende geheel. We waren minder te spreken over de zoveelste gevangenschap van Johan, zeker als je ziet hoe Johan nadien kip kap van de Mongolen maakt. Dit aspect heeft aan alle originaliteit ingeboet en hopelijk komt daar eens verandering in. De korte scène in Horst dient om het geheel te situeren en een monnik de kans te geven om Johan op te zoeken. Nodig voor het verhaal zelf dus. Het weerzien met oude bekende Alfons de Beauchamps was dus erg kort (en eerlijk is eerlijk, de man ziet er een stuk jonger uit nu zijn haar gekleurd is!!!). Op Oker na veronderstellen we dat haarkleuringen niet echt in de mode waren, dus hier toch een vingertje in de richting van de inkleurder. Zeker gezien de kleurenpracht, schaduweffecten en dergelijke waarmee de rest van het album ingekleurd werd. Nu, laat dat de pret niet bederven. We willen Johan op avontuur, wel hij is op avontuur! Een knappe gezellin, cultuurverschillen, leuke anekdotes. Dat is de kracht van Martin Lodewijk.
Verscheidene forummers van rode ridder.be lieten vallen dat het rode ridder gevoel weg is. Wel, ondergetekende bevestigt dat. Het Biddeloo rode ridder gevoel is inderdaad weg. Voor velen is dat een jammere zaak, net zoals andere afhaakten toen Biddeloo zijn sci-fi scenario's bovenhaalde. Martin Lodewijk creëert een eigen rode riddergevoel, eigen aan het nieuwe duo. Langzaam maar zeker groeit zo een nieuw rode riddergevoel. Dat kan alleszinds een verdienste genoemd worden, en wees eerlijk, Biddeloo's verhalen leken ook in niets meer op de oorspronkelijke Vandersteen verhalen.
Over 1 ding hebben we het nog niet gehad, Claus D. Scholz. Op signeersessies heeft hij het razend druk, en terecht. Nu hij uit de schaduw van zijn collega's getreden is tovert de bescheiden tekenaar werkelijk prachtige taferelen uit zijn tekenpotlood. Als gerennomeerd westerntekenaar kan hij paarden en acties daarbij als geen ander tekenen. In dit album mogen we daar rijkelijk van mee smullen. Dan mag Johan er af en toe anatomisch wel eens verkeerd bijlopen, Claus tekent in tegenstelling tot Biddeloo alles zelf. Johan heeft na 8 verhalen toch zo'n beetje een definitieve vorm aangenomen en je merkt dat Claus natuurlijker en swingender begint te tekenen. Kortom, de sympathieke Duitser is ferm op dreef en maakt van de rode ridder een strip die zijn geld meer dan dubbel waard is.
Ondanks de inkleuringsfoutjes en de herhaalde gevangenschappen van Johan (hint hint...) vonden we dit alleszinds een zeer degelijk, avontuurlijk en knap getekend rode ridderverhaal. Wij kijken alvast uit naar "De rode kogge".