In opdracht van Merlijn de Tovenaar is de Rode Ridder met 'de uitverkorene', het meisje Allis, onderweg naar Camelot. In de stad maken ze kennis met een handelaar in Perzische tapijten. Diens zoon maakt grote indruk op Allis en al snel bezwijkt ze voor zijn charmes. Maar dan verdwijnt het meisje spoorloos. Zijn zoektocht voert de Rode Ridder naar de donkerste krochten van de stad, waar harteloze hebzucht en meedogenloze wreedheid heersen.
Om Allis terug te krijgen moet de Rode Ridder enkele van zijn principes overboord gooien; en niet de minsten.